Tuinderij, bollen en Kippenbuurt
Jan Handgraaf was getrouwd met Maria Dirkse. Hij
vormde Bleek en Hoven om tot een tuinders- en bol-
lenbedrijf en gaf de aanzet tot de bouw van de Kippen
buurt. Het weiland bleef gehandhaafd; we mogen aanne
men dat er ook nog vee werd gehouden.
Jn 1852 werd het bos op perceel 400 gedeeltelijk ge
rooid voor de stichting van een woonwijk. Jan liet hier
drie woningen bouwen, die hij in 1853 verkocht. Deze
woningen werden gebouwd in het zuidelijke gedeelte
van het bos, bij de daar gelegen notweg. De woningen
gingen deel uitmaken van een woonwijk die hier ont
stond en later in de volksmond bekend zou staan als de
Kippenbuurt. De notweg kreeg aanvankelijk volgens
overlevering de naam Kippenlaan en later de naam Ui-
tendaalstraat. In 1853 werd nog een gedeelte van het bos
gerooid en ver- anderd in tuin. Het gaat hier ook om het
zuidelijke gedeelte van perceel 400. 1 Na het overlijden
van Jan verkochten zijn weduwe Maria en haar kinderen
de gerechte parten in de boerderij in 1860 aan haar zoon
Nicolaas voor 9.430 gulden. De hofstede wordt dan om
schreven als een boerenwoning met erf, werf, schuur en
verder getimmerte, tuin, wei, bouwland en teelland. Sec
tie F de perceelnummers:32
390
392
393
394
395
396
397
398
399
401
402
403
708
709
weiland,
notweg,
sloot,
bosch,
bouwland,
huis (boerenwoning) erf en schuur,
bouwland,
tuin,
boomgaard,
bouwland,
bouwland,
weg als bos
tuin (voorheen perceel 400),
bosch (voorheen perceel 400),
Nicolaas was van beroep timmerman maar ging zich
nu ook bezighouden met het boerenbedrijf. Hij ver
kocht in 1865 een gedeelte van de tuin (perceel 708) en
in 1866 een gedeelte van het bos (perceel 709) aan
Wouter Spanjaard uit Schoten. Op de beide percelen liet
Wouter woningen bouwen.
Een ander gedeelte van tuin en het bos werd in 1865 en
1866 verkocht aan Hendrik Weezenaar uit Velsen die
hier ook een woning liet bouwen.
Het resterende bos werd nu ook gerooid en omgevormd
tot bouwland. Nicolaas liet daarop drie woningen bou
wen, die hij in 1869 verkocht. Bij de bouw zou hij ook
betrokken zijn als timmerman. De Kippenbuurt krijgt
dan al enige omvang.33
OP 23 september 1880 verkocht Nicolaas Handgraaf
stukken land aan Corolus Johannus Rikke uit
Amsterdam. Het ging om een gedeelte van de notweg
(perceel 392) en twee percelen bouwland (de percelen
395 en 1366). Perceel 1366 was een deel van het voor
malige bos (perceel 400). Het verkochte is op een bij de
transportakte gevoegde kaart geel gekleurd.
Corolus Johannus verkocht deze percelen op 30 septem
ber 1880 weer met 500 gulden winst door aan Olga
Emma Alexandra Elenora von Gotsch, de echtgenote
van Justus Rudolf Wüste. Zij waren op dat moment de
eigenaren van de hofstede Spaar en Berg. Op perceel
1366 lieten zij langs de voormalige Heerenweg bomen
aanplanten om de omgeving van de hofstede Spaamberg
te verfraaien.34 De beide percelen zouden tot 1951 bij
Spaamberg behoren.
De percelen 392, 395 en 1366. J. Morren, naar de kaart
die behoort bij de transportakte van 23 en 30 september
1880. Archiefdienst voor Kennemerland, Notarieel archief
Velsen
We zien op de kaart dat rond de percelen 1366 en 395
sloten waren gegraven voor de afwatering van het over
tollige welwater uit de Moolenduinen. Hierdoor werd
het land niet te nat en daarmee geschikt als bouwland.
Omdat de percelen nog vermeld worden als bouwland,
mogen we aannemen dat het landschap nog geleidelijk
aan afloopt naar het gebied de Venen, de voormalige
Leckpolder.
In de periode dat Nicolaas Bleek en Hoven in bezit had,
werden de landbouwpercelen verkaveld om die geschikt
te maken voor tuindersgrond. Het gaat hier om de perce
len 398, 399, 401 en 402. Deze percelen werden sa-
10
mengevoegd tot één perceel.35
Na het overlijden van Nicolaas ging Bleek en Hoven
over naar zijn zoon Johannus Petrus Handgraaf, ge
trouwd met Christina Johanna Klauwers en vermeld als
bewoner van de Jan Gijsenvaartbuurt. Hij was rond
1911 koopman en bedreef op Bleek en Hoven de land
bouw en bloembollenteelt.
Tussen 1896 en 1921 liet hij regelmatig verbouwingen
uitvoeren aan de opstallen op Bleek en Hoven.36 De be
bouwing wordt steeds omschreven als huis, schuur en
erf en heeft als adres de Terburgstraat, een zijstraat van
de Pastoorsstraat in de Kippenbuurt en lopende naar
Bleek en Hoven.
Qm de verbouwingen te financieren had hij in 1896
een lening afgesloten van 9.000 gulden waarbij Bleek
en Hoven als onderpand diende.37 De bebouwing staat
nog steeds in de gemeentelijke monumentenrapportage
omschreven als een laat 19e-eeuws woonhuis met aan
gebouwde loods uit de 20e eeuw. Daarbij staat een vrij
staande schuur, eveneens uit de 19e eeuw.
De blekersgebouwen zijn in de tweede helft van de 19e
eeuw gesloopt.38 Deze vermelde sloop in de monumen
tenrapportage wordt in het kadastrale archief niet ge
noemd en uit het verloop van de geschiedenis van Bleek
en Hoven blijkt dat het huidige huis voortkomt uit de
voormalige tuinmanswoning van de hofstede.
Na het overlijden van Johannus Petrus ging Bleek en
Hoven naar zijn weduwe. Zij liet de noordelijke wa
terpartij (perceel 393) bij de ingang van de voormalige
hofstede in 1946 dempen.39
De op 8 juni 1906 geboren Petrus Anthonius Maria
Handgraaf werd de opvolger van zijn vader Johannus
Petrus, getrouwd met Anna van Schie.
Kippenbuurt was intussen verder uitgebreid met
een woonwijk die de naam "De Elta" kreeg naar de
Eerste Luchtvaart Tentoonstelling Amsterdam die in
Het toegangshek naar Bleek en Hoven in 1937. Archief
dienst voor Kennemerland, Kennemer Atlas
De Kippenlaan, nu de Uitendaalstraat rond 1939, gezien
vanuit het oosten in de richting van de Wüstelaan. Archief
dienst voor Kennemerland, Kennemer Atlas
1919 werd gehouden.
De woningen in de Elta en de Kippenbuurt, die rond de
jaren '60 van de 20e eeuw niet meer in een al te beste
staat verkeerden, werden voor het merendeel gesloopt.
Het terrein werd afgegraven en hier verrezen nieuwe
flats aan het Van den Bergh van Eysingaplantsoen.
Hierbij verdween weliswaar de Terburgstraat, maar ble
ven kleine delen van de Pastoorstraat, Schuitstraat, Plat-
voetstraat en de Uitendaalstraat bestaan.
petrus Anthonius Maria zette het bedrijf op Bleek en
Hoven voort en zag tijdens zijn leven het landschap
rond Bleek en Hoven drastisch veranderen door de
bouw van het Philipspark rond de Harddraverslaan en
het stadsdeel Haarlem-Noord.40 Hij overleed op 4 maart
1998.
Na zijn dood werd een deel van het voormalige Bleek
en Hoven verkocht aan N.J.J. Waasdorp. Het woonhuis
onderging een verbouwing en werd van een nieuwe dak-
kap voorzien. Op dit dak stond een klokkenstoel met
een luidklokje. Deze werd bij de verbouwing verwijderd
en helaas nooit teruggeplaatst.
Het andere deel van Bleek en Hoven ging over naar Jan
P.M. Handgraaf, de zoon van Petrus Anthonius Maria.
J7r zijn nog enige dingen in het landschap die herinne
ren aan de hofstede. Opzij van de notweg perceel 392
staat een van een natuurstenen afdekplaat voorziene
hekpijler. In de scharnieren hangt nog het ijzeren hekge
deelte. De andere hekpijler is gesneuveld door een aan
rijding met een voertuig. Het hek van de omgereden pij
ler wordt bewaard door de familie Handgraaf.41
JJet slootgedeelte dat vanaf de notweg loopt langs het
perceel, in 1832 bekend als perceel 395, is een restant
van een waterpartij. Het bestond uit twee gedeelten,
haaks op elkaar, en lag ter weerszijden van het hek. In
het weiland dat in 1832 vermeld wordt als perceel 390,
ligt vlak onder het maaiveld nu nog puin in de grond.42
Dit puin kan mogelijk afkomstig zijn van de blekersge
bouwen en/of het herenhuis op Bleek en Hoven.
11
ge iteLtJ
n. o -fc we 3 2.