0
L
gende percelen:
Velsen, sectie F
Hendrik Wijhuis, schoenmaker
458 huis en erf
Willen Korver, tuinman
460 sloot als omliggend land
Godfried Herman Kleij, voerman
461 huis, erf en stalling
462 tuin
Bloemendaal, sectie A
177 tuin
178 loots voor landbouw
179 water als omliggend land
D°or een grenswijziging tussen Bloemendaal en Sant
poort, die plaatsvond vóór 1832, loopt de grens nu
dwars door de voormalige blekerij. Oorspronkelijk lag
de grens aan de zuidkant van perceel 177. Het huis met
perceelnummer 458 staat op de plaats van het eerder ge
noemde huis met verpondingsnummer 69, dat in 1735 is
gesloopt. Het huis met perceel nummer 458 zal hier ge
bouwd zijn rond 1800. Aan dit huis wordt verder geen
aandacht besteed omdat het niet bij de blekerij heeft be
hoord. Ook perceel 177 - het voormalige bleekveld in
Bloemendaal blijft lange tijd een tuin - laten we buiten
beschouwing totdat hier
een tennisbaan wordt aan
gelegd. We gaan eerst in
op de geschiedenis van de
bleekersgebouwen. Hele
na, de dochter van Willem
Corvers, trouwt in 1814
met Godfried Hendrik
Kleij, een broodbakkers
knecht. Na het overlijden
van Willem gaat de voor
malige blekerij via zijn
dochter in erve of door
koop over naar zijn
schoonzoon Godfried
Hendrik. Hij verandert
van beroep en wordt voer
man. Het blekersgebouw
komt in gebruik als wo
ning en als stalling waarin
de paarden en wagens
worden ondergebracht.
De transportondernemer
overlijdt in 1861 waarna
zijn bezit overgaat naar
diens erfgenamen. Hie
ronder zijn zoon Willem
en dochter Willemijntje
Kleij. Willem Kleij is
landbouwer en laat in
1883 het huis vergroten;
van een stalling is dan geen sprake meer. Over deze
zoon is in het bevolkingsregister van Velsen niets te vin
den. Het huis gaat over naar zijn zuster Willemijntje die
in 1846 trouwt met Jacobus Reijven. Mede-erfgenamen
zijn onder anderen haar kinderen, Pieter Matias Reijven,
bleker in Rijsenburg, Frederik Reijven, landbouwer in
Werkhoven, Wilhelmus Reijven (zonder beroep te Rij
senburg) en als laatste Anna Margaretha Reijven (even
eens zonder beroep in Rijsenburg). Uiteindelijk wordt
Pieter Matias de enige eigenaar van het huis. Op zijn
beurt verkoopt hij het huis, waar nog steeds de tuin met
de sloot en het omliggend land bij hoort, in 1902 aan
Catharina Brouwer, de weduwe van Andreas Nicolaas
van de Bronk uit Velsen. Zij ruilt en splitst in 1918 en
1934 grond rond het huis en in de tuin. Het huis heeft
dan als adres Bloemendaalsestraatweg 114. Uiteindelijk
verkoopt zij het huis en de tuin in 1936 aan Dr. Con-
stantinus Alting Mees die letterkundig uitgever is in
Santpoort. Hij is getrouwd met Mea Verwey en samen
runnen zij een uitgeverij onder de naam 'C.A. Mees'.
Aanvankelijk woonde het echtpaar aan de Middendui-
nerweg 2. In 1930 verkopen zij deze woning en verhui
zen naar de villa aan de Vinkenbaan 1, nu nummer 33.
Aan de Bloemendaalsestraatweg 129 hebben zij een
boekhandel genaamd 'Initium' die in 1935 wordt over
genomen door Marie Elisabeth Serry. Dat pand als zo
danig is volgens het kadaster echter niet in eigendom
geweest bij het echtpaar Mees; zij hebben het vermoe
delijk gehuurd. Tussen de echtelieden ontstaan span
ningen die ertoe leiden dat Constantinus zich terugtrekt
De kleerblekerij no. 63 rond
sen. Noord-Hollands Archief,
1880. J. Morren, naar een kadastrale Wijzigingskaart Vel-
Haarlem
22
De voormalige kleerblekerij no. 63 rond 1936. J. Morren,
gingskaart Velsen. Noord-Hollands Archief, Haarlem.
uit de uitgeverij. In 1936
gaat het echtpaar uit el
kaar. Mea Verwey blijft
aan de Vinkenbaan wo
nen en zet de uitgeverij
voort onder de naam
'N.V. Uitgeverij voor
heen C.A. Mees'. Dit zal
de reden geweest zijn dat
Constantinus het huis
aan de Bloemendaalse
straatweg koopt om daar
te gaan wonen. Hij ver
trekt in hetzelfde jaar
naar Azië, waar hij aan
enkele universiteiten
werkzaam is als hoogle
raar Maleis. Toch zal hij
weer terugkeren naar
Santpoort want in 1937
laat hij in de tuin een
schuur bouwen en onder
gaat het huis een verbou
wing.
Het voormalige bleek-
naar een kadastrale Wijzi- veld dat in Bloemen
daal ligt komt in bezit
van de "Naamlooze Ven
nootschap Beleggingsmaatschappij tot beleggen van
gelden door het uitlenen onder Zakelijke of Persoonlijke
Zekerheid enz." gevestigd te Amsterdam. Deze maat
schappij laat in 1929 op het voormalige bleekveld een
tennisbaan aanleggen ten behoeve van bewoners van de
wijk die rondom in aanbouw is. In 1930 verrijzen bij de
baan ook kleine opstallen die als opslag- en onderhouds-
ruimten dienst deden. In 1934 wordt de tennisbaan ver
kocht aan Constantinus Mees. De baan ligt achter zijn
woning met schuur en tuin aan de Bloemendaalsestraat
weg. Het is niet bekend of hij de tennisbaan enkel voor
privé gebruik had aangekocht of dat hij die beschikbaar
stelde aan een tennisvereniging. In 1936 laat hij de ge
bouwtjes op de tennisbaan vergroten waarna in 1948
een verbouwing volgt tot kleedgebouwtjes en een con
sumptie kiosk. In 1956 verkoopt Mees het huis, de
schuur, de tuin en de tennisbaan aan de Provincie
Noord-Holland ten behoeve van het Provinciaal Elektri
citeitsbedrijf Noord-Holland (PEN.). In 1958 koopt de
Provincie ook het grootste gedeelte van de voormalige
blekerij Middenvaart. Op de voormalige bleekvelden
van Middenvaart worden in 1959 en 1960 een kantoor
gebouw en een garage gebouwd voor de afdeling ver
voer van het elektriciteitsbedrijf. In 1958 wordt het huis
op de voormalige blekerij Middenvaart en het huis op de
voormalige kleerblekerij no. 63 overgedaan aan de ge
meente Velsen. In 1962 wordt het huis op de kleerbleke
rij no. 63 weer terugverkocht aan de Provincie waarna
De voormalige blekerijen Middenvaart en kleerblekerij
no. 63 met hun omgeving in 1969. J. Morren, naar een
topografische kaart.
23