We. komen nu met de geschiedenis van de blekerij in de 19e eeuw en zien dat de naam Middelvaart is ver anderd in Middenvaart. Tijdens de Franse overheersing tussen 1795 en 1810 en de daarmee algemeen heersende economische malaise, weet Johanna de blekerij gaande te houden tot 1809. Een geluk hierbij is dat zij een kleerblekerij heeft die minder last heeft van de toene mende concurrentie. De lijnwaat- en garenblekerij loopt in die tijd wèl op haar laatste benen omdat in deze tak de prijzenslag op haar hevigst is. In 1809 verkoopt zij de blekerij en de strook grond langs de Jan Gijsenvaart aan Jacobus Klauwers senior. Deze is getrouwd met Wilhel- mina Schepers die bleekster is en dus ervaring heeft in dit vak. Hij koopt de blekerij en de strook grond, die nog een gelijke beschrijving hebben als in 1773 en 1784, voor 2000 gulden. In 1809 wordt zoon Jacobus ju nior geboren in het huis aan de Jan Gijsenvaart met nummer 57. Na 1810 komt er een opleving in de kleer blekerij, maar overschakeling naar een andere bedrijfs tak wordt blijkbaar toch een noodzaak. Jacobus is van origine landbouwer, hij gaat zijn bedrijf opsplitsen in twee takken. Zijn vrouw zal zich meer gaan bezighou den met de blekerij en Jacobus richt zich bijna volledig op het boerenbedrijf Hij zorgt echter tussen 1818 en 1820 wel voor uitbreiding van de blekerij met elf perce len wei of hooilandland in de Veenen. Dit gebied ligt ten noorden van de Jan Gijsenvaart, achter de voormali ge blekerijen Bleek en Hoven en Spaamberg. Ook koopt hij twee percelen wei of hooiland genaamd de Hippelaar in de Westbroek, dit is een deel van de Velserbroekpol- der. In Schooten koopt hij ten oosten van de Delft bij de Molensloot drie stukken wei of hooiland. Deze gronden liggen ten zuiden van de Jan Gijsenvaart langs de afwa- teringssloot die loopt naar het molentje "De Kleine Veerpolder" dat nog steeds te vinden is aan de Heus- hij takken hakken. Ook mag hij het houtgewas en de bo men rooien, maar dan moet hij hiervoor in de plaats nieuwe bomen aanplanten. Bij deze koop is niet inbe grepen een klein stukje grond voor zijn blekerij. Voor deze strook grond betaalt hij 576 gulden. Het beschik ken over het houtgewas en de bomen langs de Heeren- weg zal zeker tot doel hebben dat hij hier brandhout kan kappen voor het stoken van de wasketels op zijn bleke rij. Jyjet het vorderen van de 18e eeuw gaat het steeds slechter in het blekerijbedrijf. Jan Govertszoon Knaapen moet geld lenen om zijn zaak draaiende te houden. In 1785 leent hij van Simon Kluijskens Si- monszoon, garenbleker aan de Jan Gijsenvaart, een be drag van 1200 gulden. Vervolgens leent hij in 1787 een bedrag van 600 gulden van Johannes Engnatius Runne- boom uit Velsen. Op die manier houdt hij het ondanks de beroerde gang van zaken wel vol. Jan Govertszoon Knaapen overlijdt op 2 oktober 1795. In de wijn- maand(oktober)van 1809 wordt de blekerij op naam ge zet van zijn weduwe Johanna de Koning die zijn mede-erfgename en boedelhoudster is. Van blekerij tot wasserij sensstraat in Haarlem-Noord, nabij bij de sportvelden aan de Jan Haringstraat. Of hij alle aangekochte weilan den zelf gebruikt is niet bekend, mogelijk verpacht hij enkele percelen. Jacobus Klauwers weet zijn bedrijfs voering goed op te pakken, het gaat hem kennelijk voor de wind. Dit blijkt onder meer uit het feit dat hij on danks de behoorlijke investeringen in de aankoop van percelen land, ook nog in staat is een deel van de hofste de Broekbergen te kopen. Deze ligt op de hoek van de Westlaan en de Heerenweg, nu de hoek van Huis te Bilt- straat en Hoofdstraat. Hier staat nu de modewinkel van Hop. Hij koopt de hofstede in 1827 voor 1560 gulden van Gerrit de Vries. Mogelijk is hij zelf op de hofstede gaan wonen. Jacobus is regelmatig te vinden op veiling en waar hij vee, inboedel, hakhout en gras aankoopt. Het hakhout zal hij gebruiken voor de verwarming van de woningen en het stoken van de ketels op de blekerij. Het gras zal hij gebruiken als veevoer voor zijn beesten. In 1822 koopt hij 1000 stenen die hij zal gebruiken voor een verbouwing op de blekerij. In 1832 wordt duidelijk hoe groot het boerenbedrijf is ten opzichte van het ble- kersbedrijf. Dit kunnen we opmaken uit de eerste kadas trale kaarten en de kadastrale perceelregistratie die in 1832 gereed komen. De blekerij bestaat dan uit de na volgende percelen: De Westbroek in de Velserbroekpolder Sectie E perceel 170, 171 en 173 hooiland In Santpoort Sectie F Perceel 61 huis, erf en koepel (Broekbergen) 382, 386, 387, 388, 389, 411,412, 413, 416, 417, 420, 421 weiland 422 bouwland 459 huis en erf 463 en 466a tuin 465 hooiberg en loods 466 aanleg en vermaak 467 huis, erf, stal en koepel 470 bleekveld 471 sloot en omliggend land 488 opgaande bomen 425 huis en erf In Bloemendaal Sectie A Perceel 180 water als omliggend Land 181 bleekveld 182 tuin 183 water als omliggend land In Schoten Sectie B Perceel 180 weiland JJrt dit kadastrale overzicht kunnen we opmaken dat bij de blekerij veel weiland behoort. De blekerij is op zijn oorspronkelijke grootte gebleven. Alleen in Schoten heeft Jacobus al weer twee stukken weiland verkocht. 8 aangename kanten heeft. Bovendien valt het op dat de blekerij nu voor een deel in Bloemendaal ligt, gevolg van een grenswijzi ging tussen Santpoort en Bloemendaal rond het jaar 1832. Oorspronkelijk liep de grens in rechte lijn door de Wildernis of de Molen duinen en langs de bleke rijen. Ter hoogte van de blekerijen loopt nu de grens ten zuiden langs de blekerij Watervloed en vervolgens langs de Jan Gijsenvaart, dwars door de blekerijen nr. 63 en Mid denvaart, verder langs de blekerij Velsereijnde om daarna weer aan te sluiten op de oorspronkelijke grens. Na 1832 koopt Ja cobus van Jacob Kruijt, een koopman uit Haarlem, twee woningen aan de Bloemendaalscheweg (voorheen de Heerenweg) ten noorden van de Jan Gijsenvaart. Die zijn be kend als sectie F met de perceel nummers 423 en 425a. Eén van deze wo ningen heeft de naam "De Laatste Stuiver". Wanneer Jacobus Klauwers senior overlijdt is niet bekend, het bedrijf gaat over naar zijn zoon Jacobus. Junior is in 1831 getrouwd met de 13 jaar oudere Catharina Kor sten. Op de blekerij werkt ook zijn broer Johannes die in 1839 trouwt met Christina Beliën. In 1844 wordt de zaak verbreed met een nieuwe activiteit: in de tuin perceel 466a ot> Dtr wordt een huis met smede- I -J IW 1 I rij gebouwd, in 1846 uitge- De blekerij Middenvaart in 1832. J. Morren, naar de kadastrale minuutplans door F.J. breid met nog een huis en Nautz. Foto, Noord-Hollands Archief, Haarlem, Kennemer Atlas. wagenmakerij. Jacobus zal hier inspelen op een be- Dat het zakendoen hem geen windeieren legt blijkt ook hoefte bij de blekers aan de Jan Gijsenvaart. Bovendien uit de inrichting van de blekerij die meer het allure van is hij gevestigd aan een belangrijke doorgaande route een klein buitenverblijf heeft gekregen. Op de blekerij waar veel bespannen wagens en koetsen passeren. Te- heeft hij een aantal verfraaiingen aangebracht. Op per- gen de hooiberg met de loods wordt een kamer aange- ceel 466 wordt aanleg en vermaak vermeld wat duidt op bouwd. In 1844 komt de hooiberg te vervallen en wordt een tuinaanleg waar een recreatief verblijf mogelijk is. de kamer een complete woning. Uit het eerste huwelijk De koepel en de tuin bij het huis aan de Jan Gijsenvaart van Jacobus junior worden totaal vijf kinderen geboren: wijzen erop dat hij het verblijf op de blekerij beslist in 1834 Hendrik Jacobus, in 1835 Maria Elisabeth, in 9

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2008 | | pagina 6