1838 Jacobus Wilhelmus,
in 1840 Johannes Heroni-
mus en in 1842 Petronella
Johanna. Het echtpaar
Klauwers wordt drie
maanden na de geboorte
van hun jongste dochter
getroffen door het overlij
den van deze dochter. Ja
cobus breidt in 1845 zijn
bezit uit door de aankoop
van een stuk wei of hooi
land in de Velserbroek ge
naamd de Vijfmad Hippe
laar, groot 2 bunder en 40
roeden. Hij koopt dit van
de erfgenamen van vrouwe
Theodora Cornelia Sib-
macher voor 2660 gulden.
Het gedeelte van de hof
stede Broekbergen wordt
in 1845 verkocht aan de
Hervormde gemeente te
Santpoort. Deze laat de
koepel bij Broekbergen
slopen en neemt het heren
huis in gebruik als pasto
rie. Mogelijk wordt Broek
bergen door de familie
Klauwers afgestoten van
wege het overlijden van
Jacobus senior en gaat zijn
weduwe weer op de bleke-
rij wonen bij haar zoon.
Een huis met een erf op de
blekerij wordt in 1846 ver
kocht aan Johannus Fran-
ciscus Heiligers, een schil
dersknecht die woont aan
de Jan Gijsenvaart. Op 12
mei 1847 wordt Jacobus
junior getroffen door het
overlijden van zijn vrouw.
Hij hertrouwt Theodora
Maria van Straaten. Uit dit
huwelijk zijn drie kinderen
geboren: in 1848 Bruno
Jacobus die helaas na 7 fj-
maanden overlijdt, in 1849
een zoon die opnieuw Bru
no Jacobus wordt ge
noemd en als laatste Cat-
harina Johanna in 1850. Het land dat Jacob Klauwers rond 1832 bezit in de Veenen. J. Morren, naar de kadas-
Jacobus blijft werken aan trale minuutplans door F.J. Nautz. Foto, Noord-Hollands Archief, Haarlem, Kennemer
de verbetering van zijn be- Atlas.
drijf. In 1850 wordt op het
perceel waar een aanleg tot vermaak is gerealiseerd - bij zijn twee huwelijken. Uit zijn eerste huwelijk zijn gebo-
het huis met de stal - een schuur gebouwd. Jacobus juni- ren Hendrikus Jacobus, Maria Elisabeth, Jacobus Wil-
or sterft rond 1856, hierna gaat de blekerij over naar zijn helmus en Johannes Hieronimus. Uit zijn tweede huwe-
weduwe en zijn moeder. Er ontstaat een geschil over de lijk stammen Bruno Jacobus en Catharina Johanna. De
verdeling van zijn nalatenschap tussen de kinderen uit zaak komt bij de kantonrechter van het kanton Bever-
10
wijk, over de beide groepen van kinderen worden toe
ziend voogden aangesteld. Voor de kinderen uit het eer
ste huwelijk wordt allereerst hun oom Johannus Klau
wers die mede-kleerbleker is op Middenvaart. Als twee
de voogd voor de kinderen uit het eerste huwelijk func
tioneert de derde broer Hendrikus Klauwers, Rooms
Katholiek priester en pastoor in Rijpwetering, die bij
testament als zodanig was aangesteld. Voor de kinderen
uit het tweede huwelijk word dit hun oom Bruno van
Straaten junior, huisschilder te Amsterdam. Uiteindelijk
gaan de partijen in 1857 over tot een regeling. Aan zijn
tweede vrouw Theodora Maria van Straaten wordt toe
gewezen de blekerij met woonhuis, waskamer, droog-
loods, stalling voor de koeien en de paarden, hooihuis,
huis en smederij, huis en wagenmakerij, bleekvelden,
moesgronden, tuin en het perceel met bomen langs de
Heerenweg. Aan de voogd Hendrikus Klauwers ten be
hoeve van de minderjarige Hendricus Jacobus, Maria
Elisabeth, Jacobus Wilhelmus en Johannus Hieronimus
Klauwers 1/4 deel van het 2/3 deel in de landerijen die
in Maasheeze die de erflater Jacobus Klauwers in 1851
had gekocht. Voor het overige kunnen de erfgenamen
het overige uit de boedel van de erflater in 1859 kopen
op een veiling:
Qom Hendricus Klauwers koopt voor Johannus Hiero
nimus Klauwers in de Veenen stukken wei of hooi
land sectie F de perceel nummers 411, 412, 413, 416,
417, 420, 421 en 422. De gezamenlijke koopsom is
16.400 gulden. Hiervan behoudt Hendricus de perceel
nummers 416 en 417 voor zich zelf waarvoor hij 7.500
gulden betaalt aan zijn oomzegger.
I^hcodora Maria van Straaten koopt voor haar zwager
Johannes Klauwers stukken wei of hooiland in de
Veenen, sectie F de perceel nummers 386, 387, 388 en
389. De gezamenlijke koopsom is 9.400 gulden. Hier
van behoudt Theodora Maria de percelen 387 en 388
voor zichzelf waarvoor zij 4.300 gulden betaalt aan Jo
hannes.
P^oe het verloopt met het bezit in de Velserbroekpolder
en in Schoten wordt uit deze regeling niet duidelijk.
In de akte wordt nog vermeld dat Hendrikus en Johan
nes Klauwers als kinderen van Jacobus senior voor een
1/4 gedeelte en Hieronimus Klauwers als kleinkind te
vens plaatsvervanger voor zijn vader Jacobus junior
voor 1/12 deel erfgenaam is van de hier voor gemelde
percelen.
J)e twee woningen aan de Bloemendaalscheweg wor
den toegewezen aan Pieter Harren en zijn vrouw Ma-
rijtje Zandvoort. In welke relatie zij staan met de familie
Klauwers is in nevelen gehuld. Wilhelmina Schepers, de
weduwe van Jacobus senior, komt in 1858 te overlijden.
Theodora Maria van Straaten houdt de blekerij in bezit
die zij samen met haar zwager Johannes Klauwers drijft.
Zij gaat over tot het afstoten van enkele onderdelen van
het bedrijf. In 1860 worden het huis met de smederij,
het huis met de wagenmakerij en enkele gedeelten van
de blekerij percelen verkocht aan Petrus Beliën. Hij zal
een broer zijn van Christina Beliën die getrouwd is met
Johannes Klauwers. De weilanden in de Veenen worden
verkocht in 1859 en 1874. Theodora Maria van Straaten
overlijdt in 1875 op 65-jarige leeftijd. Wanneer haar
zwager Johannus Klauwers zijn laatste adem uitblaast is
niet bekend. Haar zoon Bruno Jacobus Klauwers werkt
intussen volop mee in de blekerij. De blekerij gaat over
naar hem en de overige erfgenamen. In 1887 volgt er
een financiële vereffening van de erfenis waarna Bruno
Jacobus enig eigenaar wordt. Rond 1874 trouwt hij met
Henrika Maria Dulmers, een Amsterdamse van geboor
te. Uit het huwelijk komen voor zover bekend zes kin
deren voort. In 1885 wordt Bruno Jacobus getroffen
door het overlijden van zijn vrouw. In 1891 trouwt hij
opnieuw met Johanna Maria Geertruida Stroetman, zij
was eerder weduwe van Joseph Johannes Kern. Johanna
is een dochter van Frans Wilhelm Stroetman die koffie
huishouder is. Aan de Jan Gijsenvaart heeft weliswaar
een koffiehuis gestaan, maar het is niet te achterhalen of
Frans Wilhelm hier gewerkt heeft. Bruno Jacobus laat
veranderingen aanbrengen in de blekerij. De stal wordt
in 1888 verbouwd tot een huis en een schuur. Uit dit
huis ontstaan de nog steeds bestaande woningen aan de
Bloemendaalsestraat weg 47 en 49.
De blekerij Middenvaart rond 1885.
18 bleekveld (In Bloemendaal)
470 bleekveld
471 sloot met omliggend land
488 opgaande bomen
685 de blekersgebouwen met stal, schuur en koepel.
802 stal en tuin
803 huis en tuin
804 huis en smederij
646 huis en wagenmakerij
1452 erf
1460 erf
1461 huis en erf, hoort niet meer bij de blekerij.
1463 huis en erf, hoort niet meer bij de blekerij.
]SJaast het drijven van zijn blekerij is Bruno Jacobus
Klauwers actief als raadslid in Velsen van 1879 tot
zijn overlijden. Ook is hij lid van het Rooms Katholiek
Armenbestuur en van de plaatselijke schoolcommissie.
Hij overlijdt in 1894 waarna de blekerij overgaat naar
zijn weduwe en kinderen. Zijn kinderen zijn Jacobus
Antonius, Theodorus Johannes, Theodora Christina
Hendrika, Johannes Josephus Thomas, Maria Johanna
en Anna Maria Elisabeth. Zij zijn op dat ogenblik allen
nog minderjarig, vermoedelijk is dat reden om de bleke
rij in 1894 te verkopen aan Comelis van Straaten, een
aannemer, die waarschijnlijk en familielid is van de
overleden Theodora Maria van Straaten. De blekerij zal
alleen op zijn naam hebben gestaan hebben, maar wordt
gerund door de erfgenamen van Bruno Jacobus.
J^ond 1894 wordt er een loods gebouwd waaruit later
Bloemendaalsestraatweg 25 voortkomt. In 1898
11