len de voorzijde zijn van de gemetselde fornuizen
waar de loogketels op warm gestookt worden).
Een schep.
Een lekkuip.
Vier onderbakken aangebracht in de grond.
Een goot boven de ketel.
Een spoel.
Voor het overige alles wat aard en nagelvast is.
[j)c blekerij wordt in het zuiden begrensd door Jannetje
Voet de eigenaresse van de blekerij In de Bogt en in
het noorden door de weduwe Verstraten, de eigenaresse
van de blekerij Uitvlugt. Op een kaart uit 1715 is te zien
dat de grens tussen Velsen en Bloemendaal schuin door
de blekerij loopt. Maar voor het totale gebied van de
blekerij wordt de verponding (belasting) betaald aan de
Staten van Holland via de inning door schout en schepe
nen van Velsen.
Jn 1721 wisselt de bleke
rij opnieuw binnen de
familie van eigenaar. De
blekerij wordt verkocht
aan Isack Barentse Male-
fïjt voor 3.500 gulden.
Voor de huur van de
grond moet 160 gulden
per jaar betaald worden
aan de stad Haarlem. Te
vens wordt aan verpon
ding (belasting) 16 gulden
en 18 stuivers betaald per
jaar.8 Isack Barentse is de
eerste bleker waar we wat
meer van weten. Hij is ge
trouwd met Steijntie Ael-
berdz Visser, uit dit hu
welijk komt hun enige
kind Lijsbeth voort. Hij
wordt genoemd als sche
pen van Velsen. Steijntje
komt te overlijden waarna
hij hertrouwt met Maria
van Westendorp. Uit dit
huwelijk komen geen kin
deren voort. In september
1730 overlijdt Isack Ba
rentse Malefijt, waarna
zijn weduwe en zijn enige
kind ieder voor de helft
eigenaar worden van de
garenblekerijDe blekerij met zijn gereedschappen
wordt getaxeerd en overgegeven aan de weduwe. Zij wil
de blekerij niet voortzetten en verkoopt de blekerij mede
namens haar stiefdochter in 1731 aan Pieter Corze Cops
die woont in Haarlem, voor 2.000 gulden.9 Pieter kan de
som niet in één keer opbrengen, hij houdt een schuld
van 1.600 gulden bij de weduwe. Als onderpand dient
de blekerij die hij aangekocht heeft. Tevens wordt vast
gelegd dat de stiefdochter van de weduwe recht heeft op
deze 1.600 gulden.10 Pieter Corze Cops is getrouwd met
Guurtie Jans Kempe, hij overlijdt voor 1755. Er komen
veranderingen voor de blekers in het toenmalige Hol
land. In de 18C eeuw begint zich een verval af te tekenen
in de blekersnering. De concurrentie van de Vlaamse,
Brabantse, Duitse en Franse blekerijen neemt toe en
wordt gevoeld door de blekers in Holland. Aanvankelijk
kan men de kwaliteit van het bleken rond Haarlem niet
evenaren, maar hier komt verandering in. Daarbij ko
men nog de nieuwe chemische vindingen in Duitsland
en Frankrijk aan het eind van de 18° eeuw. Op den duur
worden de te bleken producten uit andere streken en lan
den niet meer naar Holland gestuurd. Omzet en inkom
sten zijn in neergaande lijn waardoor de blekers de hu
ren niet meer kunnen opbrengen. Dit leidt er weer toe
dat de huurprijzen van de gronden langs de Jan Gijsen-
vaart dalen en in een aantal gevallen ontstaat een grote
achterstand in de betaling van de huur. De exploitatie
van de gronden is voor de stad Haarlem niet rendabel
meer. In 1754 besluit het stadsbestuur de gronden langs
De blekerij aangegeven met
naar de kaart van Antony v
de letter h is de blekerij Watervloed in 1715. J. Morren,
•an Velsen. Origineel Noord-Hollands Archief, Kennemer
de Jan Gijsenvaart per opbod te verkopen. De huurders
verzetten zich daar tegen omdat zij onder andere de
baatzucht van de toekomstige particuliere eigenaren vre
zen. De burgemeesters van de stad Haarlem zwichten
hiervoor en verkopen de gronden direct aan de eigena
ren van de blekerijopstallen. Zo ook Guurtie Jans Kem
pe, die de grond in 1755 koopt van de stad Haarlem
voor 4095 gulden. De grond van de garenblekerij omvat
dan 1660 roede en 55 voeten, Rijnlandse maat, wat ge-
38
lijk is aan circa 23.577 m2. Daarbij hoort dan nog een
droogberg achter de blekerij in de wildernis, groot 168
roeden en 56 voeten wat gelijk is aan circa 2401,5 m2."
Guurtie hertrouwt met Matthijs Hartsbroek. Zij houden
de blekerij aan tot 1764, in dit jaar verkoopt zij de ble
kerij als erfgename van haar overleden man en te samen
met Mathijs de blekerij aan Simon Kluiskens Simons-
zoon uit Velsen. Simon betaalt 2000 gulden voor de op
stallen en voor de grond moet hij 140 gulden per jaar
betalen aan de verkopers zolang zij leven. Hiermee ver
werven Guurtie en Mathijs een vaste bron van inkom
sten voor de rest van hun leven. Verder wordt vastge
legd dat Willemijntje Korse Kops, zij is een kleinkind
dat voortkomt uit haar eerste huwelijk, een bedrag van
300 gulden krijgt uitbetaald als zij de leeftijd van 25 jaar
heeft bereikt, of als zij in het huwelijk treedt. Dit krijgt
zij ter voldoening van de legitieme portie, die zij via
haar overleden moeder verkrijgt uit de erfenis van haar
vader en grootvader. De blekerij wordt bij de verkoop
omschreven als een garenblekerij genaamd Watervloed
met een woonhuis, melkhuis, looghuis, stalling, schu
ren, spoel, betimmeringen, acht bleekvelden, een kraak,
erf, werf, tuinen, boomgaarden, met bepoting en beplan
ting en een droogberg. Het is voor de eerste keer dat de
naam Watervloed wordt genoemd.12
In 1771 verwerft Simon de naast liggende blekerij Uit
vlugt en voegt die bij de blekerij Watervloed. Hoe het
verder gaat met Simon is beschreven in het ledenbulle-
Een van de garenblekerij en in de omgeving van Bloe
mendaal. Op de achtergrond de buitenplaats Hartenlust
en de kerk in Bloemendaal. Op deze afbeelding zijn de
blekersknechten bezig de garens, die op de bleekvelden
liggen, met water uit de gietsloten nat te houden. Ano
niem schilderij, Frans Hals Museum Haarlem.
tin "De Zandpoort" uitgegeven in 2007. In 1800 ver
koopt Simon de blekerij Watervloed aan Walraven Lau-
rentius Walraven woonachtig in Beverwijk voor 10.000
gulden. De blekerij wordt hierbij als volgt beschreven:
De opstal en grond van een gaarenblekerije genaamd
Watervloed bestaande uit woonhuis, washuis, melkhuis,
looghuis, schuuren, spoel en verder getimmerte, 8
bleekvelden, met een kraak erf werf tuinen, boom
gaard, bepoting en beplanting. Groot 1660 roeden 55
voeten met een droogberg groot 168 roeden mitsgaders
alle vaste gereedschappen. 910 roeden duingrond zijn
belast met 3,12 gulden erfpacht ten behoeve van de Do
meinen. Nog een bos beplant met eisten en een strook
grond beplant met willige en popuien (populieren) bo
men die niet zijn begrepen onder de meting maar van de
daarnaast gewezen blekerij Uitvlugt is afgenomen en
geapproprieerd (toegevoegd). (Opmerking, de roede-
maat is in de Franse tijd in grootte gewijzigd).
Tussen de blekerij Watervloed en de voormalige bleke
rij Uitvlugt loopt een scheidingssloot waardoor het vuile
water geloosd wordt in de Jan Gijsenvaart. En er is ook
een schone sloot die rechtstreeks naar het duin loopt. Dit
wijst er op dat er in het waterhuishoudingsysteem op de
blekerijen gescheiden sloten zijn voor het schone en het
vervuilde water. Dit was zeer belangrijk want de bleke
rijen zijn in het verleden sterk vervuilende bedrijven ge
weest maar tijdens het bleekproces moesten zij geen last
ondervinden van het eigen of het vervuilde water van de
buren.13 Rond 1817 wordt de grens tussen Velsen en
Bloemendaal ter hoogte van de blekerijen gewijzigd en
komt de blekerij voor een groter deel te liggen in de ge
meente Velsen. Deze grenswijziging zal te maken heb
ben met het feit dat in die tijd het kadaster wordt inge
voerd en dat een gemeentegrens niet meer dwars door
percelen mag lopen. Simon hield de voormalige blekerij
Uitvlugt in bezit met uitzondering van de in de akte ge
noemde beplante strook grond die bij Watervloed werd
gevoegd. Uiteindelijk komt ook de blekerij Uitvlugt in
bezit van Walraven. Als Walraven de blekerij koopt is
hij nog minderjarig; hij wordt dan ook bij de aankoop
van de blekerij vertegenwoordigd door zijn voogden.
Het gaat schijnbaar niet naar wens met de exploitatie
van de blekerij, want in 1821 verkoopt hij de garenble
kerij aan Hendrik Huijgens voor 15.000 gulden. Bij de
verkoop zijn alle vaste gereedschappen inbegrepen met
uitzondering van de grote bok met zijn toebehoren en de
koperen stijfselketel uit het bokhuis. De duingrond ach
ter de blekerij is belast met een erfpacht van 3 gulden en
60 cent per jaar die betaald moet worden aan de lande
lijke Domeinen. Bij de verkoop zijn verder nog inbegre
pen een hoekje grond met opgaande bomen aan de Jan
Gijsenvaart en de helft van de voormalige kleerblekerij
"In de Bogt" waarvan de opstal is gesloopt in 1805. De
helft mag nooit betimmert of beplant worden of een be
lemmering aangebracht worden waardoor het bestaande
uitzicht wordt weggenomen. Tevens behoort bij de ver
koop de voormalige blekerij Uitvlugt met woonhuis,
schuur en erf en een stuk duingrond in de Wildernis of
de Moolenduinen. Hendrik Huijgens is lid van de Gede
puteerde Staten van Noord Holland en woont in Haar
lem.1'1 Hendrik vormt de blekerij om tot een buitenplaats
39
BU( mi» dxiL - V. u.«