Blekerij In de Bogt
Jan Morren
Inleiding
£)e blekerij In de Bogt is een kleine blekerij geweest
die lag bij de bocht in de Jan Gijsenvaart op de plaats
waar de vaart in de richting van het zuiden afboog. De
naam van de blekerij is dus duidelijk afgeleid naar zijn
ligging aan de bocht in de vaart. De blekerij is ontstaan
uit een afsplitsing van de blekerij Watervloed en zou
uiteindelijk deel worden van de blekerij Garenvreugd.
Uit de grootte van de blekerij en uit de vermeldingen in
de archieven kunnen we er van uitgaan dat de blekerij
altijd een kleerblekerij is geweest.
De blekerij in de 17e eeuw
We beginnen de geschiedenis in de tijd dat Jaekes Ver-
schuijre garenblekerij Watervloed bezit. Na zijn
overlijden gaat de blekerij naar zijn zoon Jan en dochter
Susanna. Susanna is getrouwd met Maerte Pieterse. De
blekerij wordt voor zover we na kunnen gaan opgedeeld
over de beide kinderen. De man van Susanna overlijdt
in of voor 1668. Hierna moet zij mogelijk om financiële
redenen een gedeelte van de blekerij in 1668 aan Jan
Abramse Malefijt, verkopen voor 250 gulden. In 1669
gaat het mis met haar financiën want in dit jaar verko
pen haar curatoren het andere blekerij gedeelte dat zij
nog bezit aan Gerrit Janse.' De beide blekerij gedeelten
liggen tussen de blekerij Garenvreugd die in bezit is van
Gilles van Eecke en het blekerij gedeelte dat in bezit
van haar broer Jan Verschuijre. Het blekerij gedeelte dat
aangekocht wordt door Gerrit Janse gaat de blekerij ge
naamd "In de Bogt" vormen. Gerrit Janse koopt de op
stallen van het blekerij gedeelte aan voor 830 gulden.
De grond van de blekerij is dan in bezit van de Vrouwe
van Alblasserdam. Ten zuiden van het blekerij gedeelte
ligt de blekerij Garenvreugd van Gillis van Eecke en in
het noorden het blekerij gedeelte van haar broer.2 De
vrouwe van Alblasserdam is Dorothea Berck die ge
trouwd is met Joseph Coymans, een rijk koopman uit
Amsterdam. Hun zoon Josephus is in 1648 eigenaar ge
worden van een blekerij met een huis, watervolmolen en
een windvolmolen waaruit later de hofstede Watervliet
ontstaat. Deze blekerij lag ter hoogte van het Strating-
plantsoen in het huidige Velsen-Noord. Josephus Coy
mans is heer van Bruchem en Nieuwwaal en woont in
Haarlem. Hij bekleedt de functies van meesterknaap, bal
juw, houtvester van Brederode en stadhouder der leenen.
Hij is getrouwd met Jacomina Trip. Josephus zal meege
deeld hebben in de rijkdom van zijn vader.' Hij int voor
zijn moeder de huur van de grond waarop de blekerij In
de Bogt ligt, dit is 25 gulden per jaar.4 Gerrit Janse
houdt de blekerij in bezit tot 1671, dan verkoopt hij de
opstallen van de blekerij voor 600 gulden aan Charel
van Doorn.5 In de periode, die hierna komt, is niet veel
bekend over de eigenaren van de blekerij. Wat de grond
van de blekerij en betreft weten we meer uit deze perio
de. In 1682 schenkt Dorothea Berck die intussen wedu
we is geworden haar huis en erf in Alblasserdam, waar
zij woont, haar zeven achtste part in de Jan Gijsenvaart,
de gronden van de blekerij en en het warmoesland (tuin
land aldaar) aan haar zoon Balthazar Coijmans.6 Bathha-
zar is tot 1677 de eigenaar van de hofstede De Kruid-
berg onder Santpoort geweest.
Op een of andere wijze komen de zeven achtste parten
in de Jan Gijsenvaart, de grond van de blekerijen en het
warmoesland terug in het bezit van de weduwe.
Na haar overlijden verkopen de executeurs in haar testa
ment de parten in 1686 aan de burgemeesters van Haar
lem ten behoeve van de stad, waaronder de grond van de
blekerij In de Bogt waarvan de opstallen in bezit zijn
van Comelis de Graaf. De verkoop gebeurt onder de
conditie dat de kopers de vrije doorvaart hebben door de
vaart en dat zij de bruggen over de vaart behoorlijk on
derhouden. De sluis die ligt onder de brug in de Leck-
buurt, waarover de Heerenweg loopt, is in het verleden
bekostigd door de gebruikers van de blekerijen aan de
vaart. Het onderhoud van deze sluis blijft bij hen. Hier
bij ook de wegen, dammen en de wateringen (waaronder
de gietsloten). Tevens blijven alle servituten en de oude
brieven betreffende de rechten en plichten van het leg-
Een blekersknecht aan het werk, hij schept met een hoos
water uit de gietsloot en werpt dit over het bleekgoed.
Jan Luycken 1694, Amsterdam Historisch Museum.
42
gen van pompen, het trekken van water, het planten van
helm op en bij de droogbergen en het betalen van huur
voor de grond van kracht. Het totaal van de parten wordt
verkocht voor 30.700 carolus gulden.8 De eerstvolgen
de bekende eigenaar van de blekerij is Nijs Denijs, met
hem gaat het financieel niet goed. In 1693 verkopen de
curatoren van zijn failliete boedel de blekerij voor 395
gulden aan Abraham van Doom. Het geheel van de ble
kerij wordt bij de verkoop omschreven als een "secere
opstal van een bleijckerije met alle t geene daarin aart
ende nagelvast is uijtgesondert de staande plaat inde
binne keucken". De huur die voor de grond aan de stad
Haarlem betaald moet worden is dan 50 gulden per jaar.
Ook wordt van de inboedel van de blekerij een inventa
ris gemaakt door de schout en schepenen van Velsen.
Deze inventaris geeft een goede indmk van de inrichting
van de blekerij, de gebruikte kleding en andere zaken.
Wel is het soms moeilijk om de in Oudnederlands om
schreven voorwerpen te verklaren in het huidige Neder
lands. Bovendien zijn er veel schrijffouten gemaakt.
Hierdoor moet bij sommige inventarisstukken een
vraagteken geplaatst worden voor wat het is.9
Qtaat en inventaris gedaan maacken bij ons schout en
schepenen van den dorpe van Velsen vande geaban
donneerde (te verkopen) goederen van Nijs de Nijs op
den 6° jannuarij 1693.
In het mijddelhuijs midden huis)
1 opstal van die blijck (bleek)
9 stoelen
1 bet en peule (langwerpig onderkussen)
4 kussens
2 groene gardijne en een vallende (valletje)
1 groene deecken
2 sessenaers
1 hang kassie
1 tafel
1 grote kas onderin
1 kusse sloop met linne
1 sackie met pampiere
1 wit dekindede (dekentje)
3 hemtrocken witte
3 witte broecke
1 bondeltie (bundeltje) kindergoet
1 swart sij (zijde) jack
1 witte kropslop (een kledingstuk om de opening in een
kledingstuk bij de hals te bedekken)
1 roo (rode) bratte rock
1 roo saije (zijde) rock
1 intna de betste
7 hemden
17 lakens
7 hemden
13 neusdoeken
Het bou (gebouw) na (naar) de bleeck toe
1 beugeltas met een kosserde (vermoedelijk een soort
portemonnee)
1 slop met alderleij kleijngoedt
3 kinder dekens
14 lakens
4 tafelakens
20 servetten
16 sloopen
1 bonnede linne in de kleine kas
1 swart saeije schort
1 swart turek schortekleet
12 lakens
4 puele lakens
3 sloopen
1 wit gardijn 8 servette
2 tafellakens
8 handtdoeckies
3 peule (langwerpige kussen)sloopen
6 kusse sloopen
3 valledes (valletjes)
5 hantdoecke
18 neusdoeken
ln de schuif la alderleij rommeling
3 stucx eerde (aarde) werek op de groote kas
5 blauwe schuttels (schotels) en twee potte op de kleijn-
kas (kleine kast)
1 hangs kassie
15 stigks (stuks) aerde werek
18 glase
1 vereke (vork) met een asbesim
1 eijseren knaep (een soort beugel met haak om iets aan
op te hangen)
2 tinne schuttels (schotels)
l tinne melck kom
3 sout tinne vaten
1 tinne kommede
2 tinne mosterpotte
I tinne teepot
1 tinne peperdoos
15 tinne lepels
2 kopere ketels
I metale pottie
1 taertpan (taartpan)
1 komfoorde
1 koopere schuijmspaan
1 kooperen hangs blaken met een snuijter (soort olie
lamp)
1 kopere kandelaer
1 eijseren ketdngs
2 tange
1 lamp
16 schuttelen blauw en wit aerdewerek
2 witte kanne
l koper streijck eijser
6 dekens
1 kist met rommeling
2 kolve (soort knuppel)
I spiegel
1 vetpot
Binne keucken
6 stucken speek inde schoorsthien
1 clock
6 schilp komme (schelpkom)
43