En voor de roerende goederen 63 7 gulden. De verkoop
geschiedt onder de voorwaarden dat, Gerrit Lambertsz
Baatsen, op de voorschreve kleerbleekerije zal behou
den en genieten, in manieren en op volgende wijsen; dat
hij Gerrit Lambertsz Baatsen, soo lange zal kunnen blij
ven en vrije inwooning hebben, als hem zal goedvinden,
en alzoo zonder bepaalinge van tijd, ook slaapplaats
hebben in de kamer oj'keuken, aan de gemeene tafel ee-
ten, en te vreeden moeten zijn, sooals dagelijks zal wer
den geschaft, aan de gemeenen haart sitten en hem war
men, vrij wassen en be-
naijen van zijn goederen
hebben; waarvoor hij
Gerrit Lambertsz Baat
sen, belooft en aanneemt,
om meede te helpen wer
ken op de meergenoemde
kleerbleekerije, soveel als
in zijn vermogen zal we-
sen, dog zulks niet bij een
ander zal mogen doen, sig
nugteren en bequaam te
gedragen, ende gehoude
alle avonden, voor het
sluiten van 't hek, op de
voorschreve bleek te zijn.
Jn het oosten ligt de Hee-
renweg (Bloemendaalse-
straatweg). In het zuiden
liggen de bezittingen van
de erven van de heer Sa
lomon Focke en Pieter
van Eeken (de blekerij
Garenvreugd), in het wes
ten ligt de Wildernis (de
Moolenduinen) en in het
noorden de bezittingen
van Simon Kluijskens Si-
monszoon (de blekerij
Watervloed).
Uit het voorgaande wordt
duidelijk dat Gerrit bij de
verkoop de zorg voor zijn
oude dag heeft geregeld.
Hendrik is getrouwd met
Janneke van Hoef en zij
gaan wonen op de bleke
rij. Hendrik komt te over
lijden waarna zijn wedu
we en haar kinderen de
blekerij erven. Zij her
trouwt met Hendrik de
Graaf die de blekerij
voortzet. In 1790 verko
pen Hendrik de Graaf en
Janneke van Hoef de ble
kerij voor 1150 gulden
aan Herman Timmer die
woont in Haarlem.15 Nog
in het zelfde jaar verkoopt Herman de blekerij in twee
gedeelten. Een deel van de blekerij wordt verkocht aan
Simon Kluijskens van Nieuwenhoven, die eigenaar is
van de blekerij Garenvreugd. Deze blekerij ligt ten zui
den van de blekerij In de Bogt. Het deel wordt verkocht
voor 417 gulden. Het geheel wordt omschreven als; de
helft in de opstal van een gewezen kleerblekerij genaamt
In de Bogt staande ende gelegen inde Lekbuurt aan de
Jan Gijsenvaart en met stenen is afgebaakend\ In de
transportakte wordt vastgelegd dat de koper nooit op dit
De voormalige blekerij In de Bogt in 1832. J. Morren, naar het kadastrale minuutplans
door F.J. Nautz. Foto Noord-Hollands Archief Kennemer Atlas, Haarlem.
46
gedeelte van de blekerij mag beplanten of hooiklampen,
takkenbossen of mesthopen neer mag leggen die het ge
zicht belemmeren dat Pieter Handgraaf van zijn grond
heeft. Het gaat hier om het gedeelte van de blekerij In
de Bogt dat Pieter Handgraaf heeft gekocht. Tevens
wordt in de akte bepaald dat de koper het water in de
middelsloot van de bleekvelden goed en zuiver moet
houden. Pieter Handgraaf moet aan het eind van de sloot
voor zijn kosten een waterschep maken en die onder
houden om water uit de sloot te kunnen scheppen. Het
doel van het laatste beding is niet geheel duidelijk. In
het oosten ligt het deel dat Pieter Handgraaf heeft ge
kocht en in het noorden de blekerij Watervloed van Si
mon Kluijskens Simonszoon. In het westen ligt de Wil
dernis of de Moolenduijnen en in het zuiden de blekerij
Garenvreugd. Simon Kuijskens van Nieuwenhoven
voegt het aangekochte blekerij gedeelte bij Garen
vreugd.16 Het andere deel van de blekerij wordt door
Herman Timmer verkocht aan Pieter Handgraaf, hij is
timmermansbaas en woont aan de Jan Gijsenvaart. Hij
betaalt 833 gulden voor dit deel. Ook bij deze verkoop
worden voorwaarden gesteld, de koper van dit deel van
de blekerij mag nooit de betimmering en de beplanting
op dit deel uitbreiden. Dit om het zicht op het andere
deel van de blekerij niet verder te belemmeren dan op
heden het geval is. De koper zal de vaart tijdig netjes
moeten maken en schoonhouden. De koper moet toe
staan dat de heul of de pomp (de duiker) van de waterlo
zing bij verstopping, reparatie of vernieuwing, betreden
mag worden door de koper van het andere deel. Verder
mag hij nooit enige hinder of nadeel geven aan de ge
noemde heul of pomp. De beide gedeelten worden be
schreven als een gewezen blekerij, de blekersnering
wordt hier dus niet meer uitgeoefend.17 We komen nog
even terug op Herman Hendrik Timmer die betiteld
wordt met monsieur. Hij is een kapitaalkrachtig man
want verstrekt leningen aan derden. Hieronder Jan van
Laar en zijn vrouw Geertruij van de Linden die in 1791
1500 gulden van hem lenen. Als onderpand stellen zij
de herberg de Weijman in Santpoort, die dan beschreven
wordt als huis met stalling, schuur, erf en werf.18 Met de
schuur zal de zogenaamde doorrijschuur bedoeld wor
den, die op oude afbeeldingen van de herberg weergege
ven wordt. In 1792 wordt in opdracht van Pieter Hand
graaf het woonhuis van de blekerij gesloopt.19 Wat Pie
ter als timmerman verder met zijn deel van de blekerij
gedaan heeft is niet duidelijk, in 1805 verkoopt hij dit
deel aan de Haarlemmer Willem Roelevink voor 250
gulden.2" Willem heeft het blekerij gedeelte aange
kocht als handelsobject, want in het zelfde jaar verkoopt
hij het deel met 300 gulden winst aan Walraven Lauren-
tius Walraven. Nog steeds is de verkoopvoorwaarde van
kracht dat de andere helft van de voormalige blekerij
niet betimmerd of beplant mag worden.21 Walraven is
dan eigenaar van de blekerij Watervloed die ten noorden
van de voormalige blekerij In de Bogt ligt. Walraven
houdt de blekerij Watervloed tot 1821 in bezit, dan ver
koopt hij de blekerij Watervloed met de helft van de
grond van de gewezen blekerij In de Bogt aan Hendrik
Huijgens.22 Uiteindelijk komt ook deze helft in bezit
van Simon Kluiskens van Nieuwenhoven, die dit deel
bij zijn blekerij Garenvreugd voegt.
yan oudsher loopt de grens tussen Velsen en Bloemen-
daal over het oostelijk deel van de blekerij In de
Bogt. Toch wordt de blekerij voor de betaling van de
verponding (belasting) en bestuurlijk geheel gerekend
onder Velsen. Rond 1817 wordt de grens ter hoogte van
de blekerijen gewijzigd en komt de blekerij geheel te
liggen in de gemeente Bloemendaal. Deze grenswijzi
ging zal te maken hebben met het feit dat in die tijd het
kadaster wordt ingevoerd en dat een gemeentegrens niet
meer dwars door percelen mag lopen.
In de kadastrale legger uit 1832 worden de percelen van
de voormalige blekerij In de Bogt als volgt beschre
ven:23
Klasina de Weijer weduwe van Simon Kluiskens van
Nieuwenhoven.
Sectie F, nr. 162 tuin, nr. 163 bleekveld en nr. 164
bleekveld.
P)e bebouwing van de blekerij die stond op perceel 162
is intussen geheel gesloopt. Hiermee wordt de ge
schiedenis van de kleinste blekerij aan de Jan Gijsen
vaart beëindigd. De rest van de geschiedenis van de
voormalige blekerij In de Bogt wordt behandeld in de
geschiedenis van de blekerij Garenvreugd. Van de ble
kerij is in het huidige landschap niets meer terug te vin
den. Een deel van de Schaepmanlaan in Bloemendaal
doorkruist nu het gebied van de voormalige blekerij In
de Bogt.
Geraadpleegde archieven en literatuur
1 NHA. ORA. Velsen, inv. nr. 962 fo. 118r.
2 NHA. ORA. Velsen, inv. nr. 962 fo. 126v.
3 Morren J. Kastelen en buitenplaatsen in Velsen, deel drie, IJmuiden, Velsen-Zuid en Noord, Velsen 2005, blz.
136.
4 NHA. ORA. Velsen, inv. nr. 962 fo. 126v.
5 NHA. ORA. Velsen, inv. nr. 962 fo. 153v en inv. nr. 963 fo. 1 lr.
6 NHA. ORA. Velsen, inv. nr. 964 fo. 16v.
7 Morren J. Kastelen en buitenplaatsen in Velsen, deel één, Santpoort, Huizen 2002, blz. 72.
8 NHA. ORA. Velsen, inv. nr. 965 fo. 135v.
9 NHA. ORA. Velsen, inv. nr. 919 fo. 46v-48v en 52r.
47