Johannes Mattheus (Job) Graadt van Roggen (1867-1959)
Pirn Boer
[)e doofstomme Graadt van Roggen was tekenaar, schilder en grafisch kunstenaar. Hij wordt be
schouwd als een voorloper van de Bergense school. Dit is een stroming in de Nederlandse schil
derkunst tussen 1915 en 1925 die wordt gekenmerkt door een figuratief expressionisme met kubis
tische invloeden en donkere tinten, als reactie op het impressionisme. De kunstenaars (o.a. Leo
Gestel, Charley Toorop) woonden en werkten in of nabij het kunstenaarsdorp Bergen (NH).
Vanaf 1892 had Graadt van Roggen zijn atelier op Sinnevelt, Bloemendaalsestraatweg, Santpoort.
Hij heeft zijn kunstopleiding gevolgd o.a. aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in
Amsterdam. Aanvankelijk was hij bekend om zijn etsen, maar sinds hij in Bergen (NH) is gaan wo
nen, is hij steeds meer gaan schilderen en aquarelleren. Vanwege zijn doofheid is hij bij uitstek een
visueel ingesteld schilder, die graag in de buitenlucht schilderde.
Hij heeft veel duinlandschappen, Hollandse stads- en dorpsgezichten gemaakt en hij werkte graag
rond de Middellandse Zee.
Jan Gijzenvaart
gen zekere Johan Gijssen van Blanckevoort, burgemeester van Haarlem, kreeg in 1537 van Rei
nout van Brederode land in erfpacht en toestemming dit land door een vaart te verbinden met zijn
bezitting aan het Spaarne. Op een kaart uit 1590 komt deze Jan Ghysenvaert voor.
De bedoeling was er duinzand over te vervoeren. Zandwinning was nl. een belangrijke handel in
die tijd. Men groef strandwallen af met schep en kruiwagen en het zand werd gebracht naar de
daarvoor gegraven zandvaarten om vervolgens per schuit naar Amsterdam vervoerd te worden. Zo
legde men de grachtengordels in de zeventiende eeuw aan met zand uit de binnenduinrand, van
daar ook wel de naam Jan Gijzenzandvaart of Zandsloot. Na de dood van Jan Gijssen is de vaart
verkocht aan de gemeente Haarlem.
Met het verder afgraven van het duinzand werd ook de vaart verlengd tot aan Sinneveld, de ge
meentegrens van Bloemendaal. Gezien van uit het zuiden volgde de vaart het tracé van de Bloe
mendaalsestraatweg langs de westkant daarvan, boog even naar links op de plaats van de huidige
Dekamarkt en liep vervolgens scherp naar rechts verder in de richting van Haarlem.
De steilrand, die ontstond door de zandafgravingen, is nog steeds aanwezig en loopt achter het
Brederodehuis, onderlangs de Vinkenbaan door tot in Bloemendaal. Daar is het noordelijke deel
van de Johannes Verhulstweg erop aangelegd. Door de grote hoogteverschillen stroomt er altijd
helder kwelwater in de beken die daar lopen.
Vanaf het laatste kwart van de zestiende eeuw ontstonden langs de Jan Gijzenvaart verscheidene
blekerijen vanwege de gunstige omstandigheden voor deze bedrijfstak in het binnenduinrandge-
bied, nl. veel licht, schone lucht en voldoende duinwater.
De katholieke bewoners van de Jan Gijzenvaart liepen over het langs de vaart aangelegde Schoter-
kerkpad naar de Schoterkerk, gelegen aan de huidige Rijksstraatweg, hoek Zaanenlaan.
Circa 1800 waren de meeste blekerijen al weer verdwenen of van functie veranderd.
Er was ook een kleine buitenplaats die zijn vuile water op de vaart loosde; de algemene benaming
voor de Jan Gijzenvaart was dan ook "het Stinkertje".
Na de teruggang van de blekerijen bleef de Jan Gijzenvaartbuurt een kleine gemeenschap met voor
namelijk een kleinschalige agrarische economie. In het begin van de twintigste eeuw is de naam
Jan Gijzenvaart veranderd in Bloemendaalsestraatweg en de Jan Gijzenvaartbuurt kreeg de naam
Santpoort-Zuid.
De vaart is in gedeelten gedempt: in 1920 het gedeelte ten zuiden van de Dekamarkt, daarna het
stuk van de Dekamarkt tot de inmiddels aangelegde spoorlijn.
23