2011 Mondrian/Holtzman Trust c/o HCR International Virginia
Piet Mondriaan: Lentezon: Ruin at Brederode, c. 1909-1910, olieverf op masoniet, (62.23x72 39 cmDallas
Museum of Art, Texas, USA.
24
Pieter Cornelis Mondriaan (1872-1944)
Li eke Baron
piet Mondriaan is geboren in Amersfoort. Daarna verhuist hij naar Winterswijk, waar zijn vader
was benoemd tot hoofd van een basisschool. Mondriaan maakt al op jonge leeftijd kennis met
kunst via zijn vader en zijn oom Fritz Mondriaan.
Na het behalen van de aktes LO en MO tekenen neemt hij schilderlessen aan de Rijksacademie
voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Hij schildert dan voornamelijk landschappen in de trant
van de Haagse school.
Van 1904 tot 1907 verblijft Mondriaan enige tijd in Brabant en Overijssel. Zijn werken uit die tijd
laten de invloed zien van eigentijdse kunststromingen, zoals het pointillisme en fauvisme. Tegelijk
werkt hij een bepaald onderwerp door naar een steeds grotere mate van abstractie.
Tegelijk met zijn kunstzinnige ontwikkeling begint Mondriaan een zoektocht naar een nieuwe le
vensbeschouwing. Hij raakt geïnteresseerd in de theosofie - in 1909 treedt hij toe tot de Theosofi
sche Vereniging Nederland- en in de antroposofie van Rudolf Steiner.
Vlak voor zijn vertrek in 1911 naar Parijs, werkt hij aan het schilderij Lentezon (1909-1910).
In Parijs verandert hij zijn naam in 'Mondrian'. Door zijn contacten met kubisten als Picasso, Bra-
que en Léger gaat hij steeds abstracter werken.
In 1914 keert hij terug naar Nederland vanwege de ziekte van zijn vader. Gedurende de eerste We
reldoorlog leert hij in de Larense kunstenaarskolonie Theo van Doesburg en Bram van der Leek
kennen. Zij richten samen het tijdschrift De Stijl op. Vanaf dat moment laat hij het figuratieve
schilderen los en beperkt zich in zijn werk tot het gebruik van de meest essentiële lijnen (horizon
taal en verticaal) en primaire kleuren, maar de strenge abstractie is in wezen emotioneel: hij laat
zich leiden door een intuïtief zoeken naar harmonie en perfectie.
Na een verblijf in Parijs van 1919 tot 1938 vertrekt hij via Londen naar New York, waar hij woont
tot zijn dood in 1944.
Lentezon
gij het schilderij Lentezon (1909-1910) zou je voorzichtig kunnen concluderen dat hier al de eer
ste tekenen van zijn latere abstracte manier van werken is te zien, maar eigenlijk is dit alleen mo
gelijk doordatje bekend bent met zijn latere werk. Het schilderij is nog steeds sterk verbonden met
het landschap, dat de Ruïne omringt. De bomen op de voorgrond krijgen in feite meer aandacht dan
de Ruïne zelf. Het past ook wel bij het beeld dat wijzelf decennia lang hebben gezien: een kasteel
ruïne omringd door hoge bomen en veel onderhout. De naam "brede rode" geeft aan dat hier ooit
bomen zijn gerooid voor de bouw van dit kasteel, in de 13e eeuw gesticht door Willem van Brede
rode, leenman van graaf Floris V van Holland. Het omringende bosrijke gebied is eeuwenlang de
Wildemisse van Brederode genoemd en is voor allerlei doeleinden gebruikt, zoals zandwinning,
schelpenvisserij voor de kalkbranderijen, begrazing door vee, de jacht, houtteelt, etc.
Van de houtteelt vormde hakhout een belangrijk bostype in Nederland. Het werd door de regelma
tige oogst lange tijd als de meest rendabele vorm van houtteelt beschouwd. Hakhout bestaat uit
loofboomsoorten die vlak bij de grond en op gezette tijden worden "afgezet", afgehakt met een spe
ciale bijl, de hak. De slapende knoppen aan de overgebleven stam(stronk, stoel, stommel of stobbe)
lopen vervolgens weer uit. De lengte van de kapcyclus hangt af van de boomsoort, groeiplaats, de
beheerdoelstelling en de bestemming van het hout in het dagelijks gebruik. Dit zogenaamde gerief-
hout werd gebruikt voor het maken van gereedschappen, brandhout, bonenstaken, etc.
Het grote voordeel van het hakhout-systeem is dat er regelmatig geoogst kan worden zonder dat er
geïnvesteerd hoeft te worden in bosverjonging. Zuid-Kennemerland heeft vol gestaan met dit type
bos. Vooral het eikenhakhout was populair. Elke buitenplaatseigenaar plantte wel een paar percelen
aan; het was meestal een van de dingen die men als eerste deed.
Op Spaamberg, in het Terrasbos en Bosbeek is dit nog steeds te zien en ook bij de latere villapar
ken zoals het Philipspark, de Neethof, het Duinlustpark en delen van Bosbeek zie je hoe zij zijn
aangelegd in voormalig hakhoutbos. Dat is bij voorbeeld te zien aan de nog aanwezige tweeling- en
drieling of meerlingbomen op stoel, met daartussen hoogopgaande solitairen.
En dit heeft Mondriaan prachtig afgebeeld in Lentezon.
25