®m 34 Otto Boudewijn de Kat (1907-1995) Lieke Baron Qtto Boudewijn de Kat, geboren in Dordrecht, groeide op in een welgestelde familie. Zijn vader, de heer van Blijswijk, werkte in het bankwezen. In 1908 verhuisde de familie naar Haarlem, waarna hij in 1920 daar de opleiding in bouwkunde, versierende kunsten en kunstambachten volg de. In 1927 ging hij voor een tweejarige opleiding naar de Rijksacademie in Amsterdam. Daarna ging hij naar Parijs, waar hij voornamelijk schilderijen maakte. Terug in Nederland werd hij lid van de kunstenaarsvereniging De Onafhankelijken en werd rond 1930 leerling van Henri Boot. Rond 1932 woonde De Kat ook enige tijd in Santpoort. Van 1936 tot 1940 bezoekt hij in Brussel de School der Schone Kunsten. Daarna verhuist hij naar Overveen, waar hij gedurende 20 jaar woont. Na de oorlog richt hij samen met Kees Verwey de Hollandse Aquarellisten Kring op. Van 1952 tot 1972 is hij hoogleraar aan de Rijksacademie in Amsterdam en wordt voorzitter van de Amsterdam se kunstvereniging Arti en Amicitiae. Na de dood van zijn vrouw in 1963 hertrouwt hij en vestigt zich in Amsterdam. Later verhuist hij naar Laren, waar hij in 1995 overlijdt in het Rosa Spierhuis. Otto de Kat was een zeer productief kunstenaar. Zijn oeuvre omvat landschappen, stadsgezichten, portretten, stillevens en interieurs. Ook door zijn vele reizen raakte hij zeer geïnspireerd. In zijn werk zie je de invloeden van de 19e en 20stc eeuwse kunstuitingen terug, zoals de Franse im pressionisten en kubisten zoals Bonnard, Vuillard en de Nederlandse schilders Verwey en Boot. Zijn eigen stijl kenmerkt zich door abstraheren, waarbij het onderwerp echter altijd herkenbaar blijft, en door het gebruik van zachte kleuren. Zijn werk straalt altijd harmonie en stemming uit. Gezicht op de zuidoostkant van Santpoort-Noord Otto de Kat heeft deze tekening gemaakt in de periode dat Santpoort nog vooral een agrarisch ka rakter had. Tuinbouw speelde daarbij naast veeteelt een hoofdrol. Er waren veel tuinderijen met allerlei groenten en fruit, waaronder in de zomer de aardbeien, die in de zomer dagelijks werden geplukt en per trein naar de veiling werden vervoerd. Naast de groente- en fruitteelt waren er verschillende bloembollenbedrijven. Tot voor kort lag bij de entree van Santpoort nog de jaarlijkse kleurenpracht van bloeiende bollenvelden. Op de tekening uit 1932 is te zien hoe het veld intensief wordt gebruikt. Links loopt de Hoofdstraat met ernaast een brede watering die zorgde voor de afvoer van kwel- en regenwater vanuit het duingebied naar de Delft en de Lange Sloot in de Velserbroek. Vroeger liep de Brederoodsebeek, die nu door het Burg. Rijkenspark loopt, langs de Middenduiner en Pastorieweg naar het gebied van Vlugthoven. Vervolgens ging hij met een duiker onder de Hoofdstraat door richting de Delft en Velserbroek polder. De watering op de tekening was een on derdeel van deze beek. Nog steeds is dit trouwens een waterrijk gebied. Schoonoord en het Zwitserse huis zijn duidelijk herkenbaar. De oude Weyman ligt deels verscho len achter de boom op de voorgrond. De Hoofdstraat is later een paar keer verbreed, er is een apart fietspad naast gekomen, de beek is verlegd en versmald en de veldschuur is afgebroken. In 2009 is het veld overgedragen aan de Harddraverijvereniging Santpoort bij gelegenheid van de viering van de 250ste kortebaandraverij. Nu ligt er een weidegebied zoals dat eeuwenlang daar heeft gelegen bij de entree van Santpoort.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2011 | | pagina 18