Henk Zwanenburg (1961-
Lieke Baron
Zwanenburg is geboren en opgegroeid in IJmuiden, was woonachtig in Santpoort en woont
sinds 2001 in Haarlem. In 1985 studeerde hij af aan de Amsterdamse Academie voor Beeldende
Vorming als leraar Tekenen. Hij schildert nog steeds en zegt zelf over zijn manier van werken:
"In mijn werken schets ik vaak landschappen met daarin een auto, trein of boot. De voertuigen zijn
soms bijna fotografisch weergegeven, de omgeving wordt met een duidelijke knipoog richting de
impressionisten in afwijkende kleuren en wilde streken geschilderd.
Daarnaast werk ik ook wel met zwaar vertekende perspectieven. Door de manier van werken maak
er een modern sprookje van."
De kunstenaar heeft aan allerlei exposities meegewerkt, zoals in IJmuiden, Santpoort, oud-Velsen,
Haarlem, Middelburg, Bilthoven, Ouderkerk aan de Amstel, Amsterdam en Osnabrück.
De afbeelding laat het fietstunneltje zien dat bij de Slaperdijk begint en onder de N208 doorgaat ten
tijde van een renovatie.
Fietstunneltje Slaperdijk
[)e Slaperdijk is tussen 1612 en 1626 aangelegd, en liep van Spaarndam tot aan de hogere duin-
gronden van Santpoort, de strandwal waarop de huidige Hoofdstraat ligt.
Al in 1220 vond in het gebied dat westelijk van het Wijkermeer lag een eerste inpoldering plaats
door de aanleg van de Velserdijk. Deze polder lag tussen de Herenweg - de doorgaande weg Haar
lem-Santpoort-Velsen- en het Wijkermeer en stond vanaf 1253 bekend als De Velserbroek.
Rond 1600 waren de schout en schepenen van Velsen als dijkgraaf en heemraden verantwoordelijk
voor het onderhoud van de dijk. De grondeigenaren in de polder, de ingelanden, betaalden daarvoor
een jaarlijkse omslag; daarnaast kregen ze een afgepaald stuk van de dijk dat ze zelf moesten on
derhouden. Dit gebeurde door nalatigheid of onkunde niet altijd even zorgvuldig met regelmatig
hevige wateroverlast als gevolg.
Een andere doorslaggevende factor debet aan de dijkdoorbraken en het overlopen van de dijk was
het feit dat de dijk niet te hoog mocht worden. De stad Amsterdam had bedongen, dat de Velserdijk
laag moest blijven om te voorkomen dat bij hoog water delen van Amsterdam zouden overstromen.
Het Hoogheemraadschap Rijnland wilde aan het begin van de 17e eeuw een eind maken aan de vele
overstromingen, die vanuit het IJ en het daarmee één geheel vormende Wijkermeer, met grote re
gelmaat plaatsvonden. Niet alleen de ingelanden van de Velserbroek, maar ook de bewoners van de
strandvlakte ten zuiden van de polder, zoals de graslanden Santpoort langs De Delft tot aan de Zijl-
weg in Haarlem, ondervonden grote schade door het zoute of brakke water, dat vanuit de Zuiderzee
het IJ instroomde. Zo hadden bij voorbeeld de blekers van Santpoort in het gebied De Leek en de
Bergen regelmatig grote waterschade aan het linnengoed dat op de bleekvelden lag uitgespreid.
Begin 17e eeuw wordt een oplossing gevonden voor de gebieden ten zuiden van de Westlaan.
De Slaperdijk wordt aangelegd als een "reservedijk" die het grondgebied van Rijnland moet be
schermen in geval van overstromingen van de Velserdijk. Na lang aandringen was Amsterdam met
de aanleg accoord gegaan, maar de nieuwe dijk moest wel drie voet ,91 Vi cm, lager blijven dan de
zeedijken bij A'dam.
De Velserdijk wordt niet verhoogd, zodat de Velserbroek als overloopgebied dienst blijft doen:
gedurende de winter staat de polder regelmatig onder water. Dat Kennemerland veel schade on
dervond was kennelijk van minder belang, van enige schadevergoeding was geen sprake.
De graslanden Santpoort, de zogenaamde Venen of Leek en de Bergen, profiteerden wel van de
aanleg van de Slaperdijk, maar toch stroomde hij tussen 1701 en 1801 in totaal ruim 80 keer over.
Pas in 1791 toont de waterstaatkundige Christiaan Brunings aan dat de hoogte van Velser- en Sla
perdijk geen enkele invloed heeft op de waterstanden in Amsterdam. In 1801 wordt de Slaperdijk
verhoogd en vanaf 1856 wordt het onderhoud van de dijken en de polder centraal geregeld.
Aan het einde van de Delft bij de Slaperdijk lag vroeger een overslagplaats van boter, kaas en land-
bouwartikelen. Aan de andere kant van het fietstunneltje op het schilderij lag de Lange Sloot, een
van de voormalige hoofdwateringen voor de waterafvoer naar het voormalige Wijkermeer. De
Lange Sloot bestaat nog steeds, maar het begin ervan ligt nu achter het huidige gebouw van PWN.
De voormalige Westlaan, nu in Santpoort Huis ten Biltstraat geheten, laat maar liefst een verval
van 0.70 m. zien en de Hoofdstraat fungeertin geval van nood, nog steeds als een waterkering.
51
50