Bronnen/bibliografie
Artikel De schat van
Spaarnberg
Afb. 8. Thérèse Schwartze, "Olga Wüste-von
Gotsc( 1848-1924)", 1912. Olieverf op doek,
115x 90 cm. Collectie Frans Halsmuseum,
Haarlem
4
Kees Gnirrep (1940) is oud-conserva
tor van de Universiteitsbibliotheek van
Amsterdam, afdeling Zeldzame en
Kostbare Werken.
1 D. O. Wijnands, E.]. A. Zevenhuizen,J. Heniger, Een sieraad
voorde stad. De Amsterdamse Hortus Botanicus 1638-1993,
Amsterdam 1994, p. 166. Verder genoemd: Sieraad.
2 De geschiedenis van de stadsbibliotheek in de eerste helft van de
negentiende eeuw wordt geschetst door H. de la Fontaine
Verwey, 'Een verzwegen hoofdstuk uit de geschiedenis van de
Universiteitsbibliotheek' in:
Historische sprokkelingen uit de Universiteit van Amsterdam,
aangeboden aan mevr. M. Feiwel, Amsterdam 1961, p. 93-107. 6
In 1861 zijn driehonderd boeken uit de Hortus opgenomen in 7
de Catalogus van de bibliotheek van de stad Amsterdam, suppl.
dl. I, Amsterdam 1861, voorbericht p. [3]. De meeste werken
zijn, blijkens een geannoteerd exemplaar in de Universiteitsbibli
otheek (afd. Zeldzame en Kostbare Werken), in de stadsbilio-
theek geplaatst, een klein aantal modeme werken zijn wel in de
catalogus opgenomen, maar bleven in de Hortus Botanicus.
3 Voor de kruyd-lievende leser: De bibliotheek van de Amsterdam- 9
se hortus in de 17e en IBe eeuw. Catalogus bij de tentoonstel
ling, 23 jull-11 sept., met een alfabetische catalogus van de 18e-
eeuwse bibliotheek, Amsterdam, UBA, 1992.
De indruk dat de hortus armlastig was, was gebaseerd op de toe
stand van de bibliotheek in 1853 en de omstandigheid dat de
hortus vrijwel nooit fondsen kreeg om planten te kopen. Sieraad
p. 148-9 wijst er op dat de tuin vanaf de jaren twintig van de
negentiende eeuw een jaarlijkse subsidie van f. 8000,- kreeg en
daarmee tot de instellingen behoorde die de meeste ondersteu
ning van de stad ontvingen. In de periode 1814-1828 bedroegen
de jaarlijkse uitgaven f. 8000,- tot f. 9000,-. Daama werd het
een stuk minder, vanaf 1829 beliepen de uitgaven ongeveer f.
5500,-tot 1877 geleidelijk oplopend tot f. 7500,-.
Claus Nissen, Die botanische Buchillustration: ihre Geschichte
und Bibliographic, 2e. Aufl., erg., Stuttgart 1966, nrs
1597,1599. Verder genoemd: Nissen.
Nissen 89.
Nissen 2386. Vanaf ca. 1845 mocht Abraham van Rossum
(1785-1866) zich 'hof-boekbinder* noemen. Hij woonde in de
Vijzelstraat 23 (x 601). De UB bezit talrijke Amsterdamse prijs
banden van zijn hand. Jan Storm van Leeuwen, Vorstelijke boek
banden uit de Koninklijke Bibliotheek: tentoonstelling 10 feb.
tot 2 apr. 1978, 's-Gravenhage 1978, p. 12-13,25-28.
Nissen 2228.
Sieraad p. 226.
10 E.J A van Zevenhuizen, De inventarissen van het archief van
Hugo de Vries en van de andere archieven en collecties van de
Bibliotheek Biologisch Centrum, Amsterdam 1996, P.196, inv.
1 7. De kennis over de bibliotheek op Spaarnberg die in de
Hortus Botanicus aanwezig was, werd bij de plotselinge verhui
zing van de boeken naar de Universiteitsbibliotheek in 1983 niet
mede overgedragen. Ik dank Diny Winthagen, sinds 1971 bibli
othecaresse van het Hugo de Vrieslaboratorium en nu van de
Centrale Bibliotheek Biologie (FNW1) van de UVA en Erik
Zevenhuizen, die mij in augustus 2004 waardevolle inlichtingen
verschaften over de geschiedenis van de bibliotheek en de archi
valia betreffende het Spaamberg-legaat ter beschikking stelden.
11 Uitgangspunt voor het onderzoek vormde de manuscript-catalo
gus van de bibliotheek die opgemaakt werd kort na de dood van
Dieuwke Fontein, Van der Hoops tweede echtgenote in 1879.
Het strikte bewijs dat de boekerij alleen door Adriaan werd
gevormd, ontbreekt. Er is wel veel 'circumstantial evidence': Er
zijn geen boeken opgenomen in de catalogus die dateren van na
het overlijden van Adriaan. Een aantal boeken is, blijkens het
bandstempel-materiaal, gebonden door twee binders (A. van
Rossum en een anonieme binder, waarschijnlijk uit Amster
dam); twee boeken met gedrukte intekenlijsten bevatten de
naam van Van der Hoop. Uit de aantekeningen van Van der
Hoop zelf komt naar voren dat hij talrijke boeken uit de biblio
theek zelf gebruikte bij zijn identificaties van exotische planten.
40
De lopende tijdschriften werden na 1854 niet voortgezet, met
uitzondering van Curtis' Botanical Magazine (Nissen 2350),
gesticht in 1787 en nog steeds verschijnend. Alleen de Annales
d'horticulture et de botanique, ou Flore des jardins des Pays Bas,
uitgeg. door Von Siebold en De Vriese (1858-62) werd na Van
der Hoops overlijden toegevoegd (Nissen 2211). Belangstelling
voor de tuin en voor tropische gewassen op Spaarnberg na de
dood van Van der Hoop blijkt uit uit de beschrijving die J. Craan-
dijk in 1888 gaf in zijn Nieuwe wandelingen door Nederland,
Haarlem 1888, p. 219-220, al heeft zij volgens hem niet meer de
vermaardheid die ze had toen Adriaan van der Hoop nog leefde
(P- 217).
12 Nissen 2099.
13 N. D. B. Habermehl, Jacob Comelis van der Hoop (1742-1825)
marinebestuurder voor stadhouder Willem V en koning Willem
IAmsterdam 2000, (Bijdragen tot de Nederlandse marinege
schiedenis, 11. Proefschrift Leiden).
14 Deze en de volgende biografische gegevens betreffende Adriaan
van der Hoop zijn ontleend aan C. Fanslau, 'Adriaan van der
Hoop (1778-1854) bankieren kunstverzamelaar" in: E. Berg-
velt, P. Filedt-Kok, N Mid-delkoop, De Hollandse meesters
van een Amsterdamse bankier, Amsterdam 2004, p. 9-23. P.
Hofland, Leden van de Raad. De Amsterdamse gemeenteraad
1814-1941, Amsterdam 1998, p. 47,187.J. Knoef, 'De verzame
laar A. van der Hoop' in:Jaarboek Amstelodamum 42 (1948),
p.51-72
15 F.J.E. van Lennep, 'Amsterdammers in 's-Graveland' in: Jaar
boek Amstelodamum 51 (1959) p. 135.
16 Hofland, Leden, p. 47
17 Vier eeuwen Herengracht, Amsterdam 1976, p. 616.
18 De literatuur over de buitenplaatsen is groot. Een goede inlei
ding voor de geschiedenis van de buitenplaatsen in Kennemer-
land is L H. Albers, Landgoederen van Zuid Kennemerland.
Inventarisatie van cultuurhistorische aspecten van de tuinen,
parken en bossen, Amsterdam 1984, en de daar genoemde litera
tuur. Lokaal-historische artikelen zijn inmiddels uitstekend toe
gankelijk gemaakt op de dvd: Historische tijdschriften Noord
Holland: Zuid-Kennemerland, uitgegeven door de Stichting His
torie Future (ISBN 90-76650-23-3). H. A. Diederiks, 'Stedeling
en buitenplaats' in: Jaarboek Amstelodamum 68 (1976), p.
108-121 geeft op basis van de Personele Quotisatie van 1742
een kwantitatief onderbouwd beeld van de Amsterdamse buiten-
plaatsbezitters. J. E. Elias, De vroedschap van Amsterdam,
Haarlem 1903-05, bevat een uitvoerige index op de buitenplaat
sen (p. 1127-1134). Een inzicht in het dagelijks leven op de bui
tenplaatsen in de negentiende eeuw geeft Frans van Lennep in
zijn artikelen in het Jaarboek Amstelodamum, i.h.b. F. J. E.
(Frans) van Lennep, 'Amsterdammers in 's-Graveland' inbaar-
boek Amstelodamum 51 (1959), p 93-169. Over de teloorgang
van de buitenplaatsen in de negentiende eeuw: H. Schmal, 'Ste
deling en het Gooi' in:Jaarboek Amstelodamum 84 (1997),
p. 99-108. Amstelodamum is toegankelijk op een cd van de
Stichting Historie Future www.historicfuture.nl): Genootschap
Amstelodamum 1900-2000: alle jaarboeken en maandbladen.
19 S. C. Regtdoorzce Greup-Roldanus, Geschiedenisder Haarlem
mer bleekerijen, 's-Gravenhage 1936, (Proef-schrift UVA).
20 Fanslau, 'Adriaan van der Hoop', p. 16-17. 21 Over de werkka
mer:). Craandijk, Nieuwe wandelingen door Nederland met pen
en potlood, Haarlem 1888, p. 219. Volgens W. H. de Vriese in,
Tuinbouw-flora van Nederland, dl.l, Amsterdam 1855, p. 60
stond 'zijne prachtige bibliotheek 1 in een kabinet, 't welk
geplaatst was nabij een der conservatoriën'. Uit de manuscript
catalogus van de bibliotheek in 1880 blijkt dat de boeken en tijd
schriften, soms twee rijen dik in een kabinet stonden.
22 Jan Morren, Kastelen en buitenplaatsen in Velsen, dl. I: Sant
poort. Huizen 2000, p. 3 1-46. Idem,Vier eeuwen Spaarnberg'
in: De Zandpoort, 1998 (op de dvd genoemd in noot 18). G.
v.d. PeetGeschiedenis van het landgoed Spaarnberg, onuitgege
ven typoscript van deze Witte Pater, die tot de laatste bewoners
van Spaarnberg behoorde (GA Haarlem, Bibl. 43-008708 M). Ik
dank Norbert Middelkoop die me op deze bron wees. Hoe
Spaarnberg eruitzag in de laatste decennia van de negentiende
eeuw wordt beeldend beschreven door Craandijk, Nieuwe
wandelingen door Nederland, Haarlem 1988, p. 213-220. De
database Tuin: historische en bestaande tuin-cn landschapsar
chitecten in Nederland van de Bibliotheek Wageningen UR,
geeft op Zocher jr 73 hits: http://library.wur.nl/tuin/
23 A. de Vries, 'De Amsterdamse beurs 1825-1840; Prijsvraag en
polemiek' in: Jaarboek Amstelodamum 76 (1984), p. 140-159,
m.n. p. 147-149. Zie echter ook de kritische opmerkingen van
M. Heijder in: Maandblad Amstelodamum 74 (1987), p. 40-41.
24 The Anglo-Dutch garden in the age of William and Mary De
gouden eeuw van de Hollandse tuinkunst, Journal of garden
history 8 (1988) special double issue, nr. 2 3. D. Jacques en A.
J. van der Horst, De tuinen van William en Mary, Amsterdam/
Zutphen 1988. Het schilderij van Agnes Block, Amsterdam His
torisch Museum, A20359, staat afgebeeld in: De wereld binnen
handbereik. Nederlandsche kunst-en rariteitenverzamelingen,
1585-1735, Zwolle/Amsterdam 1992, p. 21, afb. 7.
25 Nissen 1215.J. Kuijlen, C. S. Oldenburger-Ebbers, D. O. Wij
nands,
Paradisus Batavus. Bibliografie van plantencatalogie van onder-
wijstuinen, particuliere tuinen en kwekerscollecties in de Noor
delijke en Zuidelijke Nederlanden (1550-1839), Wageningen
1983, p. 3435,125-126. Voor de kruyd-lievende leser, p. 45-47
26 Fanslau, 'Adriaan van der Hoop', p. 10.
27 Nissen 31. In het voorwoord van het eerste deel, dat verscheen
in 1800, de opmerking over de vloedgolf van nieuwe soorten.
28 Sieraad p. 171-172. W. H. de Vriese, Hortus Spaam-Bergensis,
Amsterdam 1839. J.J.F.H.T. Merkus Doornik, Hortus Spaam-
Bergensis. Catalogus alter, Amsterdam 1849.
29 Van der Hoop kreeg ook tal van prijzen bij harddraverijen. E.J.
Potgieters novelle 'Albert' uit 1841 bevat de volgende
boutade: 'Want onze couranten hebben luide verkondigd, dat
alweer een harddraver van den Heer Arie van der Hoop er nog
een, ik weet niet wat -waarschijnlijk wel een tabakskomfoor, die
echt-nationale paardenbelooning- heeft behaald; zoo iemand er
belang in mogt stellen te weten, wat het eigenlijk geweest is, en
hoe het beest heette, kan hij het niet afschrijven van de zwarte
overwinnings-tafelen in den stal van Zijn WelEdelgeb?'
Fanslau, 'Adriaan van der Hoop', p. 16-17.
30 Jan Jacob de Faesch was een van de rijkste Amsterdammers van
zijn tijd. Biografische gegevens in: L. van Nierop, 'De honderd
hoogst aangeslagenen te Amsterdam in 1813' in: Economisch
Historischjaarboek, dl. II, 1925, p. 1-78, i.h.b. p. 45. De veiling
van planten vond plaats op 20 mei 1828 op Westermeer,
Annales d'horti-culture et de botanique, 1858, p. 22. Na de
dood van De Faesch verwierf Van der Hoop ook enkele schilde
rijen uit diens bezit, op de veiling bij J. de Vries e.a., 3 april 1833
(RM, inv. nr. SK-C-149 -pl. 20), n.l.: Samuel van Hoogstraten,
'Het doktersbezoek aan een zieke vrouw', cat. AHM nr 79 en
Comelis de Man, 'Het musicerende paar", cat. AHM nr 105.
Het op de veiling opgehouden schilderij van Samuel van Hoog
straten, 'Binnenkamer met een moeder die het haar van haar
kind reinigt", cat. AHM 79, verwierf hij alsnog op een veiling op
24 april 1838.
31 Merkus Doornik, Hortus, p. 3-4. Volgens Doornik verwierf Van
der Hoop de plant van De Faesch in 1825. Zowel De Faesch als
Van der Hoop werden bekroond op de tentoonstelling van
planten en gewassen van de Nederlandsche Huishoudelijke
Maatschappij te Haarlem in 1824, resp. voor een zeldzame en de
zeldzaamste plant. Twee prijzen voor de bestgekweekte plant
gingen naar Izaak Hodshon op Qud-Berkenrode; waarschijnlijk
de broer van Adriaans zwager Albertus Hodshon, Algemene
konst- en letterbode, 1924, dl. I, p. 382-3.
32 William Whale, 'An account of a plan of heating stoves by
means of hot water, employed in the garden of Anthony
Bacon', read Dec. 19 1826' in: Transactions of the Horticultur
al Society, vol. 7 (1826-)1830. Van der Hoop bezat een complete
set van de Transactions (Nissen 2387).
33 Al eerder had Van der Hoops mede-directeur bij Hope Co,
Pierre-Cesar Labouchère, door William Atkinson tussen 1819 en
1825 een honderd meter lange kas laten bouwen op zijn land
goed Hylands bij Chelmsford (Essex).
www.labouchere.co.ul/linkpages/ hylands.htm;
www.chelmsfordbc.gov.uk/hylands/ park.htm
34 G. Moll, Over het verwarmen van stookkassen met heet water,
Amsterdam 1829 (ex. UBA).
35 Sieraad p. 176-179.
36 A.J. van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden,
dl. 10, Gorinchem 1847, p. 595.
37 DO. Wijnands. The botany of the Commelins, Rotterdam
1983.
41