#':a
rirbr j
6
hij en Gerard raakt betrokken bij de liquidatie van de
nalatenschap. Gerard blijkt zelf ook grote liefde te voelen
voor kunst, literatuur en wetenschap, wat zich o.a. uit in
een grote verzamellust. Het is zeer goed denkbaar, dat hij
als bemiddelde vrijgezel zelf delen van bovengenoemde
nalatenschap heeft aangekocht. Gerard van Papenbroeck
bekleedt enkele functies in Amsterdam. Zo is hij enkele
jaren schepen, assurantiemeester en kapitein der burge
rij. Deze functies echter laten hem ruimschoots de tijd
om zich aan het verzamelen van kunst, literatuur en
wetenschap te wijden. Hij is lid van de rederijkerskamer
Nil Volentibus Arduum (Niets is moeilijk voor hen die
willen). Op een gegeven moment bezit hij 3 kwalitatief
hoogwaardige collecties, nl: antieke beelden (marmora)
en inscripties, autografen (handschriften) en een verza
meling portretten van geleerden en literatoren. Door zijn
verzamellust raakt hij in contact met vele kunstenaars
en geleerden onder wie hij enkele tot zijn vrienden mag
rekenen.
Zijn woonhuis bevindt zich aan de Heerengracht.
Daarnaast bezit hij nog twee panden aan de Papenbroek-
steeg. Maar daar blijft het niet bij. Zoals meer rijke koop
lieden deden, nl. het zich aanschaffen van een buitenver
blijf in de rust en de natuur aan de binnenduinrand, zo
had ook Gerards grootvader gedaan. Gerard bezit naast
de Amsterdamse panden het buiten Papenburg in Sant
poort, wat hem tevens meer status geeft. Zijn kunstcol
lectie bevindt zich dus verspreid over zijn verschillende
huizen in Amsterdam en zijn buitenplaats in Santpoort.
Op Papenburg bevond zich een grote bibliotheek die
deels aan Gerard, maar grotendeels aan zijn zwager
Simon Emtinck toebehoorde. De laatste woonde zowel
in Amsterdam als Santpoort bij hem in. Naast schilderij
en van "vermaarde en geleerde mannen" had zijn com
plete collectie marmora hier een plek gevonden (zie ver
volgartikel elders in dit blad).
Een beminnelijk en gedreven mens
Toch is Gerard er de persoon niet naar om status en
macht hoog in het vaandel te voeren; in wezen is hij een
beminnelijk en bescheiden man, die oprechte belangstel
ling heeft voor kunst, literatuur en wetenschap. Hij ver
leent ook enkele malen medewerking aan uitgaven door
materiaal, bv. brieven van P.C. Hooft, en kennis ter
beschikking te stellen. Daardoor kon het voorkomen, dat
de betreffende uitgave aan hem werd opgedragen.
Tot nut van 't algemeen
Aangezien Gerard Papenbroek niet wil dat zijn verzame
lingen) na zijn dood uiteen zal vallen, laat hij in zijn
wilsbeschikking opnemen, dat de diverse collecties zullen
worden gelegateerd, wat uiteindelijk ook gebeurt. Hem
was immers "noit iets liever geweest, dan het vermaak
dier bezittingen mede te deelen aan de zulken, die
daarvan het naauwkeurigste konden oordeelen, en by
gelegenheid gebruik maaken". Gerard van Papenbroeck
sterft op 12 oktober 1743 en wordt bijgezet in het
familiegraf in de Westerkerk te Amsterdam.
Zijn bibliotheek wordt na zijn dood geveild. De auto
grafenverzameling vindt een onderkomen in de Hoge
school te Leiden, uitgezonderd de handschriften van P.C.
Hooft, die ondergebracht worden in de Bibliotheek van
het Amsterdamse Athenaeum lllustre. Zijn antiekver
zameling (Marmora Papenburgica) wordt gelegateerd
aan wat nu het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden is
(zie vervolgartikel).
En wat was het lot van de verzameling portretten van
geleerden en literatoren?
De geschiedenis van de portretgalerij
van het Athenaeum lllustre en de
Universiteit van Amsterdam
Uit een inventarislijst blijkt dat Van Papenbroeck van
een geleerde soms meerdere portretten bezit. Dat is o.a.
het geval bij D. Erasmus, M. Luther, J. Calvijn, P.C.
Hooft en J. van den Vondel. De basis voor de portret
galerij van de Universiteit van Amsterdam legt Gerard
van Papenbroeck door zijn totaalverzameling schilderij
en en prenten op te splitsen in te schenken deelverzame
lingen. Zijn deelverzameling van 50 portretten van
"geleerde luyden" gaat naar het Athenaeum lllustre, dat
uiteindelijk zal uitgroeien tot de Universiteit van Amster
dam. Daarnaast schenkt hij twee portretten, van Hooft
en Vossius, aan de bibliotheek van het Athenaeum lllu
stre. Het resterende deel vindt zijn weg naar de Nieuwe
kerk in Amsterdam en de Universiteit van Leiden. De 50
portretten worden opgehangen in de Grote Gehoorzaal
van het Athenaeum. Enkele Amsterdamse hoogleraren
die in de collectie voorkomen, zijn: Vossius, Barlaeus en
Episcopius.
Meer en meer
Een aantal jaren blijft de collectie, zoals deze is. Maar na
verloop van tijd worden nieuwe aanwinsten toegevoegd.
Soms schenken geleerde lieden zelf hun portret in de
hoop een plek te verwerven in deze grote portrettengale
rij. Immers: de schenking is niet enkel een eer voor de
gene die haar ontvangt, maar ook voor de schenker zelf.
7
■'li >.V,
g^jÖF
Afb. 2: Voorzijde Huis te Papenburg met
marmeren vazen en beelden
Afb. 3: Plattegrond van het Huis te Papen
burg; Het Zegenpralent Kennemerlant,
Pltiffe f-'/ïW
vun tVi*jr <v pAvr.xni'Ko dito Grokxt.\ /:r.x
qcAsjdi fr+:sc/tdt ïWwt \*rf ti-sf-sAss
r?rt./e <m« <ïI"ï i'W. /{'/fsJ Vwr /'VflJ/i/»v/ yv/N'nvJ
s. Ot/il' f'.-iVij/fif .i"W. lm*i'ir.i*Ti .A
Afb. 4: Gezicht van Papenburg van achteren
over het Parterre en Eylandt verciert met
marmere Vazen en Groepen, naar het Huis
en de Galderey met antyken. (Tekening door
Hendrik de Leth voor plaat 64 in Het Zegen
pralent Kennemerlant)