De kerk van Jan Gijzen lag in Schoten w( gaan terug naar de tijd waarin Haarlem-Noord nog Schoten was en Santpoort-Zuid nog het gehucht Jan Gijzen werd genoemd (Aardrijkskundig Woordenboek der Neder landen uit 1848). Schoten was rond 1850 een boerendorp ten noorden van Haarlem met 500 inwoners (Schoten werd in 1927 door Haarlem geannexeerd)In het gehucht Jan Gij zen stonden, met name langs de Jan Gijzenvaart, 28 huizen en er waren 270 inwoners. De meeste inwoners waren, direct of indirect, betrokken bij het blekerijbedrijf. Jan Gijzen telde rond 1850 nog vier blekerijen: Bloemendaals Begin, Hoek en Vaart, Middenvaart en Garenvreugd. De afstanden werden nog niet in kilometers opgegeven maar in "uren gaans" (half uur gaans noordelijk van Haarlem en één uur zuidelijk van Velsen). Beide dorpen, Schoten en Jan Gijzen, lagen relatief "ver buiten de stad" en waren landelijk gelegen. In de biogra Een stukje kerkgeschiedenis van de dorpen Jan Gijzen en Schoten. fie van Willem van den Huil (1778 - 1854), onderwijzer en kostschoolhouder van de Franse school aan de Jansstraat in Haarlem (nu stadsarchief), wordt er over de omgeving van de buurtschap Jan Gijzen als volgt geschreven: Het waren vooral de boschrijke streeken achter Bloemendaal, die hem het meest bekoorden, inzonderheid dat gedeelte achter Garenvreugd, eene bleekerij van de Heer Pieter van Eeken, met wien hij uit dien hoofde kennis maakte, en die het hem vergunde, zoo dikmaals hij zulks verkoos bij hem te komen uitrusten". In de alinea daaronder lezen wij:Onder de vele Roomsche bleekers deezer plaats ontmoette hij een prote- stantsche familie In het kort vertelt Willem van den Huil ons dus dat de omgeving van Jan Gijzen lommerrijk was, dat er veel roomse blekers waren en dat een protestant hier ter plaatse een uitzondering was. Dat het overgrote deel van Jan Gijzen katholiek was, was een gevolg van de immigratie van blekers en het blekersvolk uit (het katholieke) Brabant. Naast een eco nomisch belang - het wederzijds leveren van arbeids krachten en het bedrijven van nering - deelden de Jan Gijzen en het boerendorp Schoten het katholieke geloof. Dit in een verder weer overwegend protestantse om geving (Santpoort-Dorp, Spaarndam, Bloemendaal). De buurtschap Jan Gijzen beschikte niet zelf over een kerk of school en voor deze voorzieningen moest men dus naar elders. Voor de scholen kon men naar Bloemendaal of Schoten en "kerken" kon men in Bloemendaal (protestant), Santpoort Dorp (protestant), Overveen (katholiek), Schoten (katholiek) of Spaarndam (prote stant). Tot rond 1840 behoorde katholiek Jan Gijzen tot de parochie van Overveen-Bloemendaal. De oudste kerkgeschiedenis van Schoten begint in 1316 als er een kapel wordt gesticht door de gebroeders Jan en Dirk Bartout, de bewoners van het huis Schotervlielant. Schotervlielant lag ongeveer op de plaats waar nu het Schoter Rechthuis aan de Vergierdeweg staat. De kapel was volgens de overlevering gewijd aan de Heilige Maagd. De kapel heeft er maar een korte tijd gestaan. In 1377 werd het gebouw verwoest als gevolg van oorlogshande lingen tussen Brederode en Simon van Zaanen. In 1392 stichtte Aelbrecht van Beyeren op dezelfde plek een kapel gewijd aan de H. Maagd (zegt de een), of aan Sint Peter (zegt de ander). Deze kapel blijft 180 jaar bestaan. In de tijd van de reformatie geeft Hendrik van Brederode in 1566 opdracht aan zijn baljuw om maatregelen te treffen om te voorkomen dat kerkelijke eigendommen bescha digd worden. Dat mag niet baten. Op 25 juli 1572 woedt er in de Velserbroek een slag tussen de Spaanse troepen en die van overste Lazarus Muller, die Haarlem moest ontzetten. Muller leidde een verpletterende nederlaag. Desondanks trokken de Spanjaarden zich terug en verbrandden alle dorpen tussen Aelbertsberg en Spaarn- woude, inclusief de Schoter kapel (en ook de Patricius kapel in Santpoort dorp). De ruïne van de kapel in Schoten moet op 21 augustus 1573 nog een afschuwelijk schouwspel aanschouwen. De Spanjaarden doodden hier 215 gevangenen van de overgave van Haarlem en begroeven ze op de begraaf plaats achter de kapel. De genoemde ruïne ging over in hervormde handen, maar de kapel werd nooit herbouwd. Ze bleef door de eeuwen bestaan en het bijbehorende kerkhof werd tot het einde van de 19e eeuw gebruikt. In 1729 werd op de plaats van de ruïne het Schoter Regt- huys gebouwd (Vergierdeweg 50). Een deel van het recht huis heeft van 1850 tot 1898 gediend als openbare school. In 1898 werd een nieuwe lagere school aan de straatweg geopend. Vanaf 1844 werd Schoten een zelfstandige katholieke parochie. Vanaf omstreeks 1750 stond er een bijkerkje in Schoten, gelegen aan het Schoter voetpad (zie verklarend kader aan het eind van dit artikel op blz. 46) nabij de Jan Gijzenvaart. Op deze plek stond later het dubbelhuis van de families Ter Metz en Smit. De muren van dit huis waren de oude muren van dit bij kerkje, van oorsprong en vorm een schuur of stal. Vanaf 1810 was de kerk aan het Schoter voetpad een bijkerk van de Engelmunduskerk van Velsen-Driehuis. De locatie aan het Schoter voetpad (meer westwaarts gelegen, richting het gehucht Jan Gijzen) zal destijds al gekozen zijn om zowel de bewoners van Schoten als van Jan Gijzen te kunnen bedienen. Bij de bouw van de nieuwe kerk van Schoten, nabij de Schoterweg - de Straatweg - zou de ligging van de kerk de gemoederen nog flink beroeren In 1832 was er voor het eerst sprake van de mogelijke verzelfstandiging van de Velsense bijkerk in Schoten. Een eigen kerk was een vurige wens van de Schotense boeren stand, maar ook in die tijd werd naar de financiële haal baarheid gekeken. De Schotenaren zouden zich niet zelf standig kunnen bedruipen, zo bleek uit een brief van deken Thomas in 1832: deze parochie zou alleen zelf standig (financieel) levensvatbaar zijn als ook Velserend 41 Afb. 1. Jan Gijzenvaart bij de kwakel in Schoten en het Schotervoetpad, 1934. Bron: Schoten, van boerendorp tot Haarlem-Noord. 40 Afb. 2. Het Schoter Rechthuis aan de Vergierdeweg. Bron: Historisch Schoten, dorp tot Haarlem-Noord.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2013 | | pagina 21