Engelse landschapsstijl want "de chronisch-zieke, de eeuwige tobber, de uitzicht loze patiënt heeft méér dan zijn gelukkiger medeschepse len, wier ziekbed uitzicht geeft op het leven en de samen leving onze aandacht nodig en het is bijzonder goed, dat Velsen zich ten koste van enige tonnen het lot dezer mensen heeft aangetrokken." (IJmuider Courant, 21 december 1957) Op de schop In 1960 vraagt de directeur Openbare Werken, Dammers D.N. toestemming voor het veranderen van huize Kennemergaarde tot een modern tehuis voor chro nisch zieken. Het bovengenoemde jaartal is opmerkelijk, aangezien de hier afgedrukte afbeeldingen van het interi eur dateren uit 1956. Daaruit kan men de conclusie trekken, dat Kennemergaarde vóór 1960 al een zorgin stelling was, maar nog niet de grootse verbouwing en modernisering had ondergaan. aanslag die in de loop der decennia was ontstaan. Op de aanbouw verrijst een klein terras, omgeven door hekwerk. De raamverdeling ondergaat eveneens een aan passing. In plaats van een aantal kleine ruiten worden in het kozijn twee grote ruiten boven elkaar geplaatst. Een nieuwe aanblik Kelder: opbergruimte, Beganegrond: sanitaire inrichting, twee kamers voor patiënten, recreatiezaal met serre, een keuken, le verdieping: recreatiezaal, 3 kamers voor patiënten, kamer voor de geneesheer en isolatiekamer, 2e verdieping: verblijven voor het personeel, kamer direc trice, oefenzaal voor spierontwikkeling, bestralingsruim te, ruimte voor arbeidstherapie en fysische therapie. Het huis wordt voorzien van een lift en een oliegestookte cv. De recreatiezalen zijn ingericht als gezellige ruimtes om een huiselijk gevoel te creëren. Hoewel men het gebouw aan de buiten zijde zoveel mogelijk intact wil houden, wordt er toch een vleugel van 300 m2 aangebouwd, waarin een moderne keuken wordt gevestigd. Tevens brengt men een kolossale brandtrap aan om het mogelijk te maken patiënten in noodgevallen door verplegend personeel in veiligheid te brengen. De oorspronkelijke hoofdingang wordt deels dichtgemetseld en voorzien van een raamkozijn. Een nieuwe ingang verschijnt aan de noordoostzijde. De buitengevel wordt ontdaan van groene Na fiat van de gemeente volgt de grondige verbouwing van het uitgewoonde huis door de firma Rolvink. Het interieur ondergaat een ware metamorfose. Slechts enkele binnenmuren blijven staan. De verbouwing duurt bijna een jaar, maar het resultaat mag er dan ook zijn: een onderkomen, volledig aangepast aan de eisen van de moderne tijd, dat plek zal bieden aan 30 patiënten, t.w. lichamelijk gehandicapten en langdurig zieken. Gees telijk gestoorden komen niet in aanmer king. De mogelijkheid bestaat de capaci teit uit te breiden tot 50 bedden. Kosten: f. 400.000,-. Het omliggende park wordt eveneens aangepakt. Rond het huis verdwijnen bomen en struiken om plaats te maken voor een tuin. Bijkomend gevolg is dat het huis nu beter in het zicht komt te staan. De rest van het park wordt deels voor publiek toegankelijk. Afb. 5. Tuinontwerp Kennemergaarde door L.A. Springer, schaal 1:500. (1912)In het ontwerp zijn naast slingerende paden en doorkijkjes toch ook geometrische ele menten van de Frans-classicistische stijl terug te vinden. Deze mengvorm werd overigens vaker toegepast. De Engelse landschapsstijl was een tegenhanger van de Frans-classicistische tuin- en landschapsstijl 1600-1750), de z.g. Le Nótre-stijl, met als uitgangspunt het verstand. Symmetrie, keurig geknipte buxushaagjes, kaarsrechte lanen geflankeerd door beelden, strakke vijvers, zoals te zien op landgoed Beeckestein. Kortom: de beheerste, ingekaderde natuur. De Engelse landschapsstijl die zijn grootste populariteit tussen 1750 en 1870 kende, stond daar haaks op. Het gevoel, de romantiek nam de leiding over. De geestgrond (hooggelegen zandgrond) leende zich uitstekend voor de aanleg van tuinen en parken. Men ontwierp een quasinatuurlijk landschap met heuvelachtig terrein. Slingerende paden die de mogelijkheid boden achter elke bocht nieuwe verrassende doorkijkjes te ontdekken, een heuveltop met pagode of kleine ruïne, een grillig aangelegd gazon met fraai vergezicht, een grillige waterloop of een lieflijk prieeltje. Ook creëerde men zichtassen die vanaf het huis tot aan het eind van het eigendomsgebied liepen en overgingen in het buitengebied, wat een grote mate van weidsheid opriep. Kortom, een arcadisch landschap waar het goed toeven was.In dit ogenschijnlijk natuurlijke landschap kwamen naast de "autochtone" flora ook veel exotische planten en bomen voor, de laatste solitair of in groepen, harmonieus in het landschap opgenomen. Conifeerachtigen, rhododendrons en azalea's vonden hun plek in tuin en park. Stinsenplanten van allerlei soort en kleur, waaronder veel zuidelijke knol- en bolgewassen die dankzij grote bestellingen van landgoederen naar ons land kwamen, bloeiden in het voorjaar onder bomen en struiken (zie De Zandpoort van 2012, artikel over stinsenplanten) Het park rondom Duin en Kruidberg was in deze stijl aangelegd door niemand minder dan de bekende landschapssarchitect L. A. Springer. Veel van de bovengenoemde kenmerken zijn nog op het landgoed terug te vinden.Rond Kennemergaarde werd de Engelse landschapsstijl eveneens toegepast. Geen wonder, want in feite maakte Kennemergaarde qua grondgebied deel uit van Duin en Kruidberg. L.A. Springer was in 1912 ook voor dit ontwerp verantwoordelijk.Allereerst vallen de zichtassen op, waarvan er recentelijk een na wegkap van wildgroei (o.a. Amerikaanse vogelkers die ook in het duingebied woekert) in ere is hersteld. De slingerende paden en doorkijkjes geven het park een speels karakter. De historische beukenallee, de hoofdas van het park, vormde tevens de toegangsweg vanaf het stationnetje - speciaal voor de familie Cremer aangelegd- naar huize Duin en Kruidberg.Op het aan de zuidkant gelegen grasveld laat een eenzame treurbeuk in al zijn statigheid de loop van de geschiedenis aan zich voorbijtrekken. Groepen rhododendrons leggen donkergroene accenten in het terrein. Her en der houden groepjes stinsenplanten (lelietjes van Dalen, boshyacintjes) zich op in de schaduw van beuken en eiken.Het park maakt nu deel uit van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland en ligt binnen de Natura 2000-grenzen. 8 Afb. 6 en 7 Interieur tehuis voor chronisch zieken (1956) vóór de modernisering begin jaren '60.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2013 | | pagina 5