D e opleverdatum van 1 juli 1961 wordt niet gehaald. Eind augustus komen de eerste patiënten. Uiteindelijk wordt het tehuis op 25 november 1961 officieel geopend, waarbij het voltallige college van Burgemeester en Wethouders, raadsleden en de Inspecteur van de Volksgezondheid aanwezig zijn.Het belang van zulk een tehuis, zo modern geoutil leerd, wordt nog maar eens benadrukt. De verpleegduur van de patiënten ligt tussen 3 en 9 maanden, wat in een ziekenhuis niet mogelijk zou zijn geweest. De huisvesting van het verplegend personeel op Kenne- mergaarde is niet blijvend. De verpleegsters worden ondergebracht in een zestal flats aan het Burg. Weerts- plantsoen. In 1965 komt daar Duin en Kruidbergerweg 75, de voormalige chauffeurswoning van Duin en Kruid- berg, als zusterhuis voor 5 verpleegsters bij. Men is van mening dat personeel zo dicht mogelijk bij de patiënten gehuisvest moet zijn. In datzelfde jaar hebben de gemeenten Beverwijk, Heemskerk en Velsen overleg over uitbreiding van Huize Kennemergaarde tot 100 bedden voor gebrekkige bejaar den en chronisch zieke patiënten uit de IJmond. De minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is in principe bereid mee te werken. In 1968 worden plannen gemaakt om huize Kennemer gaarde te laten fuseren met het Antoniusziekenhuis. Deze opent er dan een afdeling voor psychisch zieke bejaarden. In 1974 vraagt het Zeeweg Ziekenhuis toestemming voor het veranderen tot een verpleegtehuis. Vier jaar later volgt een nieuw verzoek tot bestemmingsverandering, nl. die van logeerinrichting. De zorg voorbij Begin jaren '80 blijkt de rol van Kennemergaarde als zorginstelling definitief uitgespeeld. In 1984 vraagt B. Boerrigter toestemming om het voor- malige verpleegtehuis te verbouwen tot 12 zelfstandige wooneenheden. Die toestemming krijgt hij en in 1986 wordt met de grote verbouwing begonnen: 12 apparte menten, bestemd voor jonge starters die na verloop van tijd zouden moeten doorstromen, wat vaak niet gebeur de, aangezien de woonsituatie goed beviel. In 1998 besluit de gemeente Velsen de bewoners de appartemen ten te koop aan te bieden. Een aantal appartementen wordt ruimer gemaakt. Er wordt een Vereniging van Eige naren opgericht, die in 2006 toestemming krijgt voor het plaatsen van nieuwe schuren voor 11 woningen (nummers 51 t/m 73). In maart 2012 bestaat Kennemergaarde met omliggend park 100 jaar. Dat feit gaat niet geruisloos aan Santpoort voorbij. Een aantal enthousiaste mensen, onder wie bewoners van Kennemergaarde, hebben zich geformeerd tot Vrienden van Kennemergaarde. Op de Open Monu menten- en Natuurwerkdag 2012 zetten de Vrienden, mede ondersteund door de gemeente Velsen, een eerste stap om het oorspronkelijke plan van de beroemde land schapsarchitect Springer weer zichtbaar te maken. Zo'n veertig vrijwilligers herstellen de zichtas van het park door het snoeien van ondergroei van esdoorns en Ameri kaanse vogelkers, maken het monumentale hek vrij van ondergroei en planten bolletjes van stinzenplanten. Tevens dient de groep een projectplan voor revitalisering van het park in bij de gemeente. Het park is nu onderdeel van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland en het ligt binnen de Natura 2000-grenzen. Monumentenstatus Landgoed Kennemergaarde Op dit moment hebben enkele historisch-functionele elementen rond huize Kennemergaarde een monumen tenstatus gekregen: park, hek en hekpijlers. Aan de oost- 10 Neorenaissance 11 Afb. 9. Tehuis voor chronisch zieken "Kennemer- gaarde" Duin en Kruidbergerweg 73 (1964) Op de foto uit 1934 zijn de trapgeveltjes in de dakpartij nog aanwezig, collectie Willem Metselaar (www.santpoort.inoudeansichten.nl) In het laatste kwart van de negentiende eeuw nam het nationalis me in Europa een vlucht, wat leidde tot een groeiend verlangen het accent te leggen op de nationale geschiedenis. Men wilde het eigen karakter van de natie duidelijk laten uitkomen. Zo ontstond de behoefte een nationale bouwstijl te ontwikkelen. Daarbij greep men terug op het verleden. Nu had men zoiets al eerder gedaan, getuige de gebouwen in de neogotiek, neobarok en de neoclassicis tische bouwstijl. Soms paste men ook een mengvorm van diverse bouwstijlen toe. De renaissance nu was eveneens een tijdperk waarin de natie werd opgebouwd en die zou uitmonden in de rijke Gouden Eeuw. Uit deze tijd stamden nog veel gebouwen (m.n. in Vlaanderen en Noord-Nederland) die tot de verbeelding spraken, bijvoorbeeld de Vleeshal van de Haarlemse architect Lieven de Key aan de Grote Markt in Haarlem. Maar er speelde nog iets anders. De neogotiek werd door velen gezien als een exponent van het rooms-katholicisme in een land met een voornamelijk protestantse inslag. Dat veroorzaakte als een soort reactie de keus voor de neore naissance als nationale bouwstijl die meer geënt was op het manië risme uit de Gouden Eeuw. Deze bouwstijl werd veel toegepast bij overheidsgebouwen, protestantse kerken, maar ook bij monumen tale panden als musea, theaters en bankgebouwen. Het arcitecten- bureau Van Nieukerken had zich gespecialiseerd in de historiseren de stijl van de Hollandse neorenaissance. En dat was de reden, dat Jacob Theodoor Cremer dit bureau de opdracht gaf om een kapitale villa op Duin en Kruidberg te ontwerpen en bouwen. De neorenaissancestijl is een speelse stijl met een veelheid aan details. Van een afstand gezien springen grote versieringen als trap gevels, torentjes en erkers onmiddellijk in het oog.. Komt men dichterbij, dan valt de kenmerkende banden- en blokkenstijl op. Over de volle gevelbreedte loopt een cordonlijst van natuursteen (vaak zandsteen). Natuursteen vindt men als aanzet- en sluitste nen ook terug in de bogen boven de kruiskozijnen of als afdekste- nen van de trapgevels. Deze versieringen vormen een fraai contrast met de bakstenen gevel die door deze horizontale lijnen als het ware in grote vlakken wordt verdeeld. Kleurige vensterluiken met zandlopermotief voorzien de gevel van een frisse noot.. De hoofd ingang wordt vaak geflankeerd door zuilen, getooid met een fronton (de bekroning van een gevel, venster of ingang in drie hoeks- of segmentvorm) en versierd met decoratief metselwerk. Verder vallen ornamenten op, als pilasters, boogfriezen, spaarvel den, mens- en dierkoppen, figuren, cartouches, medaillons, veel kleurige tegels en sierankers. De neorenaissancestijl krijgt rond 1900 een wat terughoudender en minder decoratief karakter, waarbij ook het gevelreliëf vlakker wordt. Afb. 10. Het sierlijk gesmede hek uit 1912 (foto: Jos Diekstra aug. 2013) Afb. 11. Hekpijler van de toegang tot huize Kennemergaarde, hier nog voorzien van een sierlijke pompoen(foto: Noord-Hollands Archief)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2013 | | pagina 6