Repatriant in Nederland
Wie waren zij?
Op Zwarte Sinterklaas, 5 december 1957, verklaarde de
Indonesische regering alle Nederlanders als staatsgevaar
lijk, waardoor een aantal van hen naar Nederland kwam.
kant van de Duin- en Kruidbergerweg liet Jacob
Theodoor Cremer meteen na de bouw van huize Kenne-
mergaarde in 1912 een hekwerk plaatsen om het kleine
landgoed van zijn oudste zoon af te bakenen. Men kan er
achteloos aan voorbijrijden, maar het ruim 150 meter
lange hekwerk bestaat uit ambachtelijk fraai gesmede
onderdelen, twee maal onderbroken door een doorgang,
waarvan één voorzien van hekpijlers. Het monumenten
rapport van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed
beschrijft hek, hekpijlers en parkaanleg als volgt:
"Hek oostzijde Duin- en Kruidbergerweg
Langs de oostzijde van de Duin en Kruidbergerweg gesitueerd
HEK uit 1912, deel uitmakend van het complex landgoed Duin
en Kruidberg. Het hek vormt de westelijke begrenzing van het
oorspronkelijk bij Duin en Kruidberg behorende landgoed Ken-
nemergaarde en strekt zich uit over de gehele lengte van dit voor
malige landgoed. Circa 1 meter hoog smeedijzeren spijlenhek
bestaande uit verticale spijlen met gedraaide kop. Tien a vijftien
spijlen vormen met elkaar een hekdeel. De hekdelen worden
gescheiden door hogere en sober gedecoreerde hekpalen die aan de
achterzijde geschoord zijn. Om de drie hekdelen maakt de
hekpaal plaats voor een hoger sierstuk van rijk gekruld smeed
werk. Ter hoogte van de voormalige portierswoning Duin- en
Kruidbergerweg 47 heeft het hek een doorgang die wordt gemar
keerd door de twee afzonderlijk beschreven zandstenen hekpij
lers. Een tweede doorgang bevond zich vermoedelijk op de hoek
met de Kennemergaardeweg. Deze voormalige doorgang wordt
gemarkeerd door hogere sierstukken als genoemd.
"Hekpijlers oostzijde Duin- en Kruidbergerweg"
Twee aan de oostzijde van de Duin en Kruidbergerweg gesitueer
de HEKPIJLERS, deel uitmakend van het complex landgoed Duin
en Kruidberg. De vermoedelijk in 1912 geplaatste pijlers flanke
ren de westelijke toegangsweg tot het vroeger bij Duin en Kruid
berg horende landgoed Kennemergaarde waarvan het uit 1911
1912 daterende huis gebouwd werd voor een zoon van J.T.
Cremer. Oorspronkelijk hadden de in classicistische stijl vormge
geven pijlers een pompoenachtige bekroning.
Twee identieke zandstenen hekpijlers met een vierkante dwars
doorsnede waarvan de hoeken zijn uitgespaard. De pijlers zijn
opgebouwd uit gefrijnde blokken en worden afgedekt door een
geprofileerde deksteen. In de voorzijde van de dekstenen is de
naam van het landgoed uitgehouwen: links "KENNEMER" en
rechts GAARDE
Helaas zijn in oktober 1988 de pompoenen op een nacht
ontvreemd.
"Historische parkaanleg
PARKAANLEG bij het hoofdgebouw van het landgoed Duin en
Kruidberg, deel uitmakend van het gelijknamige complex. De
parkaanleg is ontworpen door L.A. Springer en uitgevoerd
tussen 1908 en 1912. Springer reorganiseerde de bestaande
19de-eeuwse parkaanleg in een mengstijl van geometrisch en
landschappelijk. Aan de zuidzijde van het hoofdgebouw maakte
hij een hoge, geometrisch ingedeelde parterre met uitzicht over
het park. De huidige vijver van Springer is, zo blijkt uit de mili
taire kaart van het Koninkrijk der Nederlanden uit 1849-1859,
een aanpassing van een al bestaande vijver van de voormalige
buitenplaats Duin en Berg. De bomenallee is een restant van de
J.T. Cremerlaan, de tegenover Kennemergaarde gelegen oorspron
kelijke toegangsweg tot Duin en Kruidberg. Een van belangrijk
ste onderdelen die nog resteren van de door Springer ontworpen
aanleg is de serpentinevormige vijverpartij die een open blik op
het hoofdgebouw creëert en daardoor het belang van het hoofd
gebouw benadrukt. De vijver is op haar breedst bij het hoofdge
bouw en kronkelt zich in zuidelijke richting om een aangelegde
landtong heen. Het tweede onderdeel is de door bomen omzoom
de open ruimte, op het zuidoosten, die ongeveer de omtrek volgt
van de ruimte waarin Springer, volgens zijn ontwerptekening
uit 1912, een nooit uitgevoerd of verdwenen croquetveld en rosa
rium had geprojecteerd. Van belang voor de appreciatie van
Springers intentie met deze ruimte is de zichtlijn die vanaf het
hoofdgebouw in zuidoostelijke richting diagonaal over dit open
veld gaat. Een tweede zichtas loopt vanaf het hoofdgebouw over
de vijver heen in zuidelijke richting naar de verderop gelegen
boerderij. In het verlengde van de toegangsweg naar het voorma
lige landgoed Kennemergaarde bevindt zich in de oosthoek een
bomenallee die bestaat uit een onverhard pad met aan weerszij
den bomen.
Waardering: De door L.A. Springer ontworpen parkaanleg met
gebruikmaking van elementen uit een oudere aanleg behorende
bij het hoofdgebouw van Duin en Kruidberg is van algemeen
belang als historisch-functioneel onderdeel van het complex
landgoed Duin en Kruidberg; als voorbeeld van een aanleg in
landschapsstijl van de hand van tuinarchitect Springer; vanwege
de functioneel-ruimtelijke samenhang met de overige onderde
len".
Zo is het aanzien van huize Kennemergaarde door de
decennia heen langzaam zowel binnen als buiten van
aanzicht veranderd. Toch is de allure van het gebouw in
stand gebleven en blijft het huis zijn uitstraling behou
den: die van een majestueuze villa, verscholen tussen
statige hoge bomen.
Jos Diekstra
12
In dit artikel betreft het repatriëring van Indische Nederlanders van wie velen het "thuisland" nog nooit gezien had
den, maar van wie de voorouders wel oorspronkelijk uit Nederland kwamen. We moeten het begrip repatriëren dus
in ruime zin opvatten. De redenen om naar Nederland te komen waren divers. De verschillende repatriantengroepen
kwamen dan ook op verschillende tijdstippen naar Nederland.
De eerste groep evacués kwam tussen 1946 en 1949
naar Nederland voor een tijdelijk verblijf om bij te
komen van de Japanse bezetting die van 1942 tot de capi
tulatie van Japan in 1945 duurde. Onder hen vooral
gevangenen uit de zogeheten Jappenkampen.
Tussen 1950 en 1952 kwamen zo'n 80.000 Indische
Nederlanders uit Nederlands-Indië naar het vaderland
na het uitroepen van een onafhankelijk Indonesië. Daar
door verloren sommigen hun betrekking, onder wie voor
malige bestuursambtenaren, rechters, politieagenten en
KNIL-militairen. Anderen wilden niet het Indonesisch
staatsburgerschap aannemen (warga negara Indonesia).
Deze laatste groep bestond voornamelijk uit Indo-Euro
peanen.
In de drie jaren die daarop volgden, beperkte de Neder
landse regering de instroom van met name Indo-Europe
anen: zij zouden slecht aarden in het vaderland.
Toen echter bleek dat de leefomstandigheden van deze
bevolkingsgroep in Indonesië steeds verder verslechter
den, verruimde zij in 1955 het toelatingsbeleid. Een grote
groep spijtoptanten (zij, die in eerste instantie voor het
Indonesisch staatsburgerschap gekozen hadden, maar
daar spijt van hadden gekregen) kozen alsnog voor het
Nederlands staatsburgerschap.
Toen uiteindelijk in 1962 Nederlands Nieuw-Guinea
aan Indonesië werd overgedragen, ontstond opnieuw een
intocht vanuit deze voormalige kolonie.
Afb.l.
Op weg vanuit Nederlands-Indië naar Nederland
Repatrianten (Latijn: re= weer, patria vaderland) zijn
mensen die na een verblijf in het buitenland weer terug
keren naar het vaderland.
Repatriëren kan incidenteel zijn, zoals terugkeer vanuit
het buitenland na een skiongeluk of overlijden, maar
ook een structureel karakter hebben, met meestal een
politieke of militaire achtergrond.
13