9 Frederik van Eeden in Duin en Kruidberg
Frederik van Eeden (Haarlem 1860 - Bussum 1932) was
een van de meest veelzijdige en productieve schrijvers van
de Beweging van Tachtig. Hij behoorde tot een groepje
Amsterdamse schrijvers die debuteerden rond 1880.
Van Eeden was in zijn tijd een beroemd man.
Hij was een van de eerste Nederlandse artsen die
zich met psychiatrie bezighield. Hij was ook een
maatschappijhervormer: in de buurt van Bussum stichtte
hij de idealistische landbouwcoöperatie Walden, waar
allerlei mensen op voet van volledige gelijkheid leefden
en werkten en zoveel mogelijk onafhankelijk van de
buitenwereld probeerden te zijn. Toen het experiment
mislukte, lachte de buitenwereld: Waar Allen Luieren
Daar Eet Niemand!
Kort na zijn huwelijk met Martha van Vloten heeft
het paar zes weken in Bloemendaal gewoond, bij het
schrijverspaar Bas Veth en Giza Ritschl. Van Eeden
bezocht geregeld de "Salon van Velsen" Vinkenbaan 25,
Santpoort-Zuid. Hij was een zwager van de toenmalige
bewoner Cornelis Verwey. Andere beroemdheden die
daar kwamen: de letterkundige Albert Verwey, de schilder
Willem A. Witsen en de architect H.P. Berlage. De
Haarlemse schilder Kees Verwey was een zoon van het
echtpaar Cornelis Verwey-Bienfait.
Van Eedens bekendste boek, De kleine Johannes, is een
sprookjesachtige roman waarin de ontwikkeling van een
kind tot volwassene wordt uitgebeeld. Behalve dit boek
wordt nog steeds gelezen zijn psychologische roman Van
de koele meren des doods.
Een werk dat nog nauwelijks gelezen wordt, is het
lyrische drama Lioba, dat in verhulde vorm een
dramatische episode uit zijn liefdeleven weergaf. Het stuk
gaat over het probleem of men alleen ontrouw is door de
daad of dat men al ontrouw is door de gedachte aan een
ander. Van Eeden had een platonische liefdesrelatie met
Betsy van Hoogstraten. Het stuk werd in 1912 op Duin
en Kruidberg opgevoerd.
In 1895 kocht Jacob Theodoor Cremer het landgoed
Duin en Kruidberg. Hij en zijn vrouw lieten er het
grootste woonhuis van Nederland bouwen in de neo-
renaissancestijl. De landschapsarchitect Leonard
Springer heeft de tuinen ontworpen. Cremer was
achtereenvolgens president van de Deli-maatschappij,
minister van Koloniën en gezant van Nederland in
Washington.
Van Eeden was niet zo dol op Cremer, hij noteerde
in zijn dagboek: "Cremer, de dikke millionair met zijn
purpur gezicht, het onzinnig groote en weelderige kasteel,
zonder veel smaak, het was mij alles antipathiek."
Op 24 februari 2013 heeft de tenor Peter Gijsbertsen
tijdens een concert in Duin en Kruidberg een gedicht
van Van Eeden uitgevoerd De klare dag, dat door zijn
tijdgenoot Alphons Diepenbrock op muziek gezet is. (1)
Een fragment uit Lioba deel 3, Middernacht in 't duin.
Maneschijn.
DUIN ELVEN
Ziet, Syritha's licht!
Milder vliet het van de kromme hoornen
op de wolken en wekt ons, nachtgeboor'nen,
tot de reien, licht.
Melkwit blinkt het zand,
fluistrend tripplen wij in luchte rijen
't maanlicht in, uit donker der valleien
Heia! Hand in hand.
Sterrebeelden staan
stil te blinkren in omgraasde plasjens.
Ritslend zachtjens hoort men in de grasjens
kevers wandlen gaan.
Zilv'ren straalt de zee -
ziet ons hupp'len, hupp'len op de kruinen
van de doodstil, blank beschenen duinen, -
vlinders zwirren mee.
Stil! - gerucht! Gerucht!
Hoeven stampen, grove stemmen naadren,
bergt u schielijk in de schaduwblaadren,
Weg! - gevlucht! Gevlucht!
In 1961 kocht de A.B.N. (Algemene Bank Nederland,
later gefuseerd met de AMRO) het huis met de
bijgebouwen en de omliggende gronden. Het werd
een vakantieoord voor het personeel en later
opleidingscentrum voor het bankpersoneel.
Na een ingrijpende verbouwing in 1996 deed
het pand dienst als internationaal congres- en
16
ontvangstcentrum. Later is het getransformeerd tot
hotel met conferentiezalen en sterrenrestaurant. Als
laatste is brasserie DenK erbij gekomen. Voornamelijk
ondergronds zijn een grote zaal en een aantal
gastenkamers gebouwd. De nieuwbouw is een aantasting
van het landhuis, park en landschap, ook al is er enige
moeite gedaan tot integratie.
Het grootste deel van het landgoed, het achterliggende
duingebied, is overgegaan naar de Vereniging
Natuurmonumenten en maakt nu deel uit van het
Nationaal Park Zuid-Kennemerland.
10 Beeckestijn: locatie voor een ouderwetse liefdesroman
Op Beeckestijn speelt de roman Een liefde in
Kennemerland (1936) geschreven door Marie C. van
Zeggelen (1870 - 1957). Van Zeggelen kwam uit een
artistiek milieu en kreeg zelf een schildersopleiding. Na
haar huwelijk met een KNIL-officier verbleef zij tussen
1890 en 1918 overwegend in Indië.
Uit haar in Indië gesitueerde werk, waaronder veel
jeugdboeken, blijkt duidelijk dat zij hoorde tot degenen
die voorstander waren van een samenwerking tussen
Nederlanders en Indonesiërs bij de opbouw van een
nieuw Indië. Haar romans kregen bij verschijning
wel de nodige publiciteit maar de literaire kwaliteit is
bescheiden: de karaktertekening is vaak onbevredigend
en het retorische, impressionistische taalgebruik
(ellenlange zinnen) vertraagt de voortgang van het
verhaal.
Een liefde in Kennemerland is een suikerzoete roman
gebaseerd op de ware geschiedenis van de familie Boreel
die in de 18e eeuw op het landgoed Beeckestijn woonde,
op het hoogtepunt van de pruikentijd. Het is het
geromantiseerde verhaal van Catharina, oudste dochter
van Jacob Boreel Jansz. en Agnetha Margaretha Munter,
die verliefd wordt op de huisonderwijzer Claude de
Narbonne Saigas. Claude is afkomstig uit Zwitserland en
geeft de kinderen van de familie Boreel niet alleen les in
schoolvakken maar ook in omgang en conversatie, zeer
belangrijk in die dagen. Claude en Catharina worden
verliefd, wat niet getolereerd wordt door haar ouders.
Met de in die tijd gebruikelijke volgzaamheid sluit zij
een huwelijk met de man die haar ouders voor haar
bestemden, Jan Bernd Bicker, telg uit een aanzienlijk
Amsterdams geslacht, dat van 1756 tot 1805 onder meer
eigenaar is van de buitenplaats Velserhooft in Santpoort.
Na de dood van haar man blijft Catherine alleen tot
Claude haar komt bezoeken en zij met hem en de drie
kinderen een nieuw leven in Zwitserland tegemoet gaat.
Het begin van de roman Een liefde in Kennemerland,
uitgave Meulenhoff, 1968:
Toen de jonge Claude de Saigas voor het eerst Holland zag,
in het jaar 1749, was de lente in aantocht. Het was midden
van Grasmaand. Nog stonden de vruchtbomen niet in bloei,
maar de groene landen lagen wijd en sappig onder mild
zilveren lucht, wolken dreigden en blauw jubelde. De wind
speelde met de katjes der wilgenbomen en joeg rimpels in de
heldere sloten der weilanden.
Zo was Holland op zijn mooist, had Gijsbert-Jan Egeling, zijn
reisgenoot beweerd. Of Claude het door de ogen van die jonge
Hollander, afstammeling van een schildersgeslacht, bezien
had, wist hij niet, maar zeker was het, dat dit vlakke land
hem, de man uit de Zwitserse bergen, onmiddellijk bekoord
had! En ook na het afscheid van Gijsbert-Jan Egeling, die
tot Haarlem met hem mede had gereisd, bleef die bekoring
hangen. In de schuit tussen Leiden en Haarlem waren het de
groene weilanden, de jonge lammeren, de wiekenspreidende
hoge windmolens geweest, die zijn aandacht trokken; hier bij
de oude stad Haarlem waar de postchaise hem opgenomen
had, veranderde het uitzicht en opende de horizont zich naar
een duin- en tevens waterrijke streek, die Claude, hij moest
het zichzelf bekennen, ongemeen beviel.
Voor haar roman maakte Marie van Zeggelen gebruik
van het archief Boreel, dat ze met toestemming van de
familie mocht raadplegen. Daartoe verbleef ze enige
tijd op Waterland. De literaire kwaliteit is matig maar
de lezer krijgt wel een kijk op het doen en laten van een
aanzienlijke familie uit die tijd.
In de zomer van 1952 was Marie van Zeggelen opnieuw
te gast op Waterland. Op initiatief van baron Van Tuyll
van Serooskerken, destijds bewoner van het koetshuis
van Waterland, bewerkte zij haar roman tot een
openluchtspel. Eigenlijk is dat een vroege voorloper van
de Living History - opvoeringen zoals die op Beeckestijn
17
1Met dank aan Evelien Hendrikse, Management Assistent DenK.
Zij gaf inzage in de toelichting op het concertprogramma van 24
februari 2013 dat samengesteld was door muziekspecialist Bo van
der Meulen.