X- hebben plaatsgevonden. Haar toneelbewerking werd twee keer met groot succes uitgevoerd. In juli 2005 werd het stuk in de tuinen van Beeckestijn onder regie van Marijke Kots onder grote belangstelling vier keer gespeeld. Beeckestijn De geschiedenis van Beeckestijn gaat terug tot de 15e eeuw. Toentertijd was het een versterkt landhuis dat in bezit kwam van de familie Beeckestijn. Het huidige landgoed is tussen 1716 en 1721 grotendeels aangelegd door de toenmalige eigenaar Jan Trip. In 1742 kocht Jacob Boreel Janszoon, een welgesteld en invloedrijk Amsterdams regent, het landgoed. Hij bracht een groot aantal veranderingen in huis en tuin aan. Zo werden de zijvleugels aangebouwd en verschenen de beide koetshuizen. Boreel liet het huis in 1772 verder vergroten en het park aan de achterzijde aanleggen. Boreel was als diplomaat in Engeland geweest en kende de laatste ontwikkelingen op het gebied van tuinarchitectuur. De nieuwe aanleg werd ontworpen door Johann Georg Michaël. Hij voorzag de tuinen van kronkelpaden, natuurlijk aandoende waterpartijen, niveauverschillen door opgeworpen heuvels, weiden en romantische bouwsels, zoals een tuinmanswoning in de vorm van een neogotische kapel. Door wisselende doorkijken (zichtlijnen) wordt de wandelaar steeds verrast. Waarschijnlijk gaat het om de eerste Engelse tuin in Nederland. Tot het landgoed behoren ook authentieke formele tuinen die sinds de jaren zestig van de vorige eeuw langzaam weer in hun oude glorie zijn hersteld. Tot ongeveer 1750 stond de tuinaanleg bij buitenplaatsen onder invloed van (Franse) barok-classicistische principes: een afwisseling van doolhoven, sterrebossen, terrassen, slangemuren, met daarbij klaterende fonteinen, klassieke tuinvazen en -beelden, dit alles in een strenge evenwichtige opbouw. In Beeckestijn zijn zowel de formele Franse (het voorste gedeelte) als de Engelse landschapsstijl (het achterste gedeelte) te bewonderen. In het huis was jarenlang een museum gevestigd met 18e-eeuwse stijlkamers. In 2006 werd het museum gesloten: de gemeente Velsen besloot in het kader van grootscheepse bezuinigingen de buitenplaats met huis en tuinen te verkopen. In mei 2007 zijn huis en koetshuizen overgegaan naar Vereniging Hendrick de Keyser, de tuinen en het park naar de Vereniging Natuurmonumenten. Op de benedenverdieping is nu Beeckestijn podium voor Tuin-en LandschapsCultuur gevestigd. Daar worden regelmatig informatieve en inspirerende tentoonstellingen gehouden over onderwerpen die met tuin- en landschapskunst te maken hebben. Ook zijn er activiteiten voor kinderen. 11 De Santpoortse jaren van dichteres Vasalis Vasalis (pseudoniem van M. Drooglever Fortuyn- Leenmans (1909 - 1998) publiceerde maar drie bundels en ontving daarvoor in 1983 de P.C. Hooftprijs. De gedichten zijn al meer dan zestig jaar geleden in korte tijd geschreven, maar vele zijn nog steeds bekend en worden vaak geciteerd. Vooral haar debuut, Parken en woestijnen (1940), staat nog steeds op de literatuurlijst van menig scholier. Dat het bekendste gedicht uit deze bundel, De idioot in het bad, "zich afspeelt" in het Provinciaal Ziekenhuis Santpoort weten we na het verschijnen van de biografie van Maaike Meijer. De eerste strofe van dit gedicht: Met opgetrokken schouders, toegeknepen ogen, Haast dravend en vaak hakend in de mat, Lelijk en onbeholpen aan zusters arm gebogen, Gaat elke week de idioot naar 't bad. Vasalis (dokter Leenmans) werkte als psychiater in opleiding in het eerste provinciale psychiatrische ziekenhuis van Nederland, op het landgoed Meerenberg, in de volksmond "het gesticht" genoemd. Het omvatte ongeveer negentig hectare, met nieuw gebouwde villa's voor artsen en personeel, met een echt meer (vandaar de naam Meerenberg), sier- en moestuinen. Er liep een spoorlijntje vanaf het station Santpoort -Zuid voor het vervoer van goederen en patiënten. Dit stukje spoorlijn liep langs het huidige appartementengebouw Longwood, verder over een strook tussen de Vinkenbaan en de Duinweg (door het Sleutelbos). Het werd kort 18 na de Tweede Wereldoorlog opgeheven. Het huidige stationsgebouw, met een aparte wachtkamer voor patiënten om ze uit het zicht van de "normale" reizigers te houden, werd in 1898 gebouwd en kreeg de naam Meer en Berg. "Santpoort" - in feite lag het ziekenhuis in de gemeente Bloemendaal- was vanaf de oprichting een modelinrichting van Europees formaat. De patiënten werden ertoe aangezet te werken op de boerderijen die bij het gesticht hoorden, in de tuinen en in de huishouding. Zij verkochten zelf vervaardigde producten in een eigen winkel. "Santpoort" was een bijna zelfvoorzienende leef- en werkgemeenschap. Deze pioniersgeest sprak Vasalis ongetwijfeld aan, evenals de humanitaire beginselen. Ze was gefascineerd door het lijden van de psychiatrische patiënt, wat blijkt uit het volgende citaat: daar zat je keurig met z'n allen op het grasveld. Dan dronk je thee. En dan hoorde je uit een van de gebouwen zo'n schreeuw komen. Zo'n prachtige schreeuw. Zo echt datje dacht: wat doe ik in Godsnaam hier op het gras. Dan voelde ik mij veel dichter zelfs bij de gekste psychotici dan bij mijn collega's en superieuren. Vasalis was in de Santpoortse jaren nauwelijks in staat literaire boeken te lezen. De werkelijkheid was haar literatuur. Alles eraan boeide haar: Wat ik een van de heerlijkste dingen vond: wanneer ik 's avonds zaalvisite deed. Dan zaten die arme verpleegsters... die kinderen zaten daar bibberend, onder een peertje, midden in de zaal. En in die zaal ruiste het en er werd gemompeld, of iemand sprong op en vloekte of ging vechten. En dan zaten daar die bibberende kinderen. Je kwam daar 's avonds langs en dan lag er een patiënt en die zei: "Donder op wijf!en een ander zei: "Ik ben blij dat je er bent.Maar het was allemaal echt. Vasalis vond dat krankzinnigen dichter bij het ware leven staan dan "gewone" mensen. Zij zag in deze patiënten een grote innerlijke rijkdom, ook in hun extreme angsten. Door met hen contact te maken "behandelde" ze ook haar eigen onbegrepen angst. Ze was begaan met het lot van haar patiënten. Ze zou graag iemand verantwoordelijk stellen, dan zou ze zich op de dader wreken: zo'n zelfde, weeë, zware schrik weegt in mijn achterhoofd, elk ogenblik dat ik denken moet aan die bange patiënt die ik nog gistren wakker en vief heb gekend, en die nu klam van angst, met los, dun haar en kwijl aan haar mond en slap en zwaar door het vuil-beslagen raampje blikt 19 Bron: Beeckestijn en zijn bewoners, deel 11 (uitgave Stichting Vrienden van Beeckestijn) W- Afb. 10 Het in 1888 aangelegde spoorlijntje naar Meerenberg. Hierover werden goederenwagens gebracht naar het Procinciaal Ziekenhuis, tot 1920 getrokken door paarden, daarna tot 1954 door een Montanier- loco. Eén keer hebben op dit lijntje stoomtreinen gelopen, nl. in 1943 voor de evacuatie van alle patiënten naar andere ziekenhuizen in Nederland (Prentbriefkaart Gemeente Velsen in uitgave "Santpoort, 't Playsante Buyten" door F. van Geldorp).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2014 | | pagina 11