f
4
t
m, -M
Na de oorlog werd ze lid van de Partij van de Arbeid
en van het Humanistisch Verbond. Ze is gecremeerd in
Driehuis - Westerveld.
14 Madeion
Székely-Lulofs
Afbeeldingen behorende bij artikel "De fabel van het stuivend zand"
?-
®ii m
gezichtsvermogen werd steeds slechter.
Nine was enige tijd lid van de Communistische Partij
Holland. Later is haar kwalijk genomen dat ze tijdens
de Tweede Wereldoorlog hoopte dat het kwade - in
casu Hitier - soms door "de wereldwil" als instrument
gebruikt kan worden om het goede te bewerkstelligen.
Het goede was dan de eenheid van Europa. Ze had dit
geformuleerd in Goed en kwaad. Vrienden raadden haar
de publicatie ervan af omdat men dan ten onrechte
zou denken dat ze sympathie voelde voor de NSB. Nine
volgde dit advies op.
(1) De straatnaam Kruidbergerweg verwijst naar de hofstede De
Madeion Székely-Lulofs (1899-1958) is vooral
bekend geworden door haar spannende en met
veel inlevingsvermogen geschreven romans over de
planterswereld in Nederlands-Indië. Als dochter van
een bestuursambtenaar, daarna als vrouw van een
planter, bracht zij een groot deel van haar leven door in
Nederlands-Indië.
Haar debuutroman werd meteen een internationaal
succes: Rubber (1931). Het boek werd in vijftien talen
vertaald, verfilmd (1936) en voor toneel bewerkt. In deze
roman beschrijft ze onverbloemd het rauwe leven van de
rubberplanters en hun onbarmhartig optreden tegen de
Javaanse contractarbeiders. Om die reden werd het boek
in Nederlands-Indië zelf slecht ontvangen.
Zij schreef een aantal veel gelezen, vaak vertaalde,
psychologisch realistische romans, waarin zij een kleurig
beeld schetst van het leven in de tropen, later ook in
dat van Hongarije. In 1930 vestigde zij zich met haar
tweede echtgenoot, de Hongaarse planter en schrijver
Laszló Székely, in Hongarije. Székely schreef ook romans;
beiden gebruikten de botsing tussen twee culturen, Oost
en West, als thema in hun literaire werk. Ze vertaalden
(soms samen) Hongaarse romans in het Nederlands.
Door de oorlogsdreiging verhuisden zij in 1938 met
Kruijdberg, die ooit in het bezit was van het Huis van Oranje. De
boerderij De Kruidberg aan de Duin en Kruidbergerweg tegenover
hotel Duin en Kruidberg is een restant van deze hofstede.
(2) Philippe Pinel (1745-1826) wordt beschouwd als de vader van
de moderne psychiatrie: hij genoot grote bekendheid wegens het
invoeren van een menslievender behandeling van psychiatrische
patiënten zonder gebruik te maken van dwangmiddelen. In het
Provinciaal Ziekenhuis Santpoort introduceerde hij deze methode.
Bronnen:
P.N. van Eyck, Lezing en herdenking, De Beweging, jrg. 13,
Amsterdam 1917
Victor H. van Vriesland, Onderzoek en vertoog 1, Amsterdam 1958
Mea Mees - Verwey, Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse
Letterkunde, 1974
Cornelie van Uuden Pieter Stokvis, De gezusters van Vloten,
Amsterdam 2007
hun drie kinderen hals over kop naar een pension in
Santpoort-Zuid (Vinkenbaan 50), een maand later naar
een pension in Bloemendaal (Pinellaan 15), waar ze
tot 3 november 1939 woonden. Daarna verhuisden ze
naar een pension op Vinkenbaan 17. Ze kochten in juni
1940 een huis aan de Wüstelaan (nr.27). Székely vertrok
echter naar Budapest om gezondheidsredenen, maar ook
omdat hij zijn gezin - hij was Joods - niet in gevaar wilde
brengen.
Madeion ging in op het verzoek van de Duitse
bezetter zich te melden bij de nationaalsocialistische
Kultuurkamer. Dit deed zij om haar illegale activiteiten
niet in gevaar te brengen: zij was als koerierster actief
in het verzet en huisvestte ook onderduikers, onder
wie de communistische auteur Theun de Vries. Met
haar echtgenoot op afstand begon ze een relatie met
de Hongaarse cellist Palotai, die bij haar woonruimte
huurde. Ze hoopte dat haar man in Budapest spoedig
"een vlot meisje" zou vinden maar Székely stelde
verbitterd voor te scheiden. Hij had het zwaar in
Budapest, hij kon niet zonder Madelon. Hij overleefde
de verschrikkingen van de oorlog, maar zag zijn vrouw
niet terug. Vlak voor zijn terugreis naar Nederland stierf
hij aan een hartaanval. Toen Madelon merkte dat haar
dochter Kotjil een verhouding had met Palotai, deed ze
een poging tot zelfmoord. Ze herstelde en de cellist met
24
lees verder op pag. 29
W, WUÊ
Afb. 1 Detail uit de kaart van Floris Baltharsz. van Berckenrode uit 1615. Ontleend aan Ons Bloemendaal, lustrumnummer 1, 26e jaargang, 2002 van
de Stichting Ons Bloemendaal.
IS
rt SL'i
r - r
- -
-:rin.,-
Afb. 2 Een deel van de kaart van Adriaen de Bruin uit 1610. Noord-Hollands Archief Haarlem, de beeldbank
25