Voorwoord Literair-historisch Santpoort Geachte lezers, Ook deze uitgave is weer omvangrijk geworden. In de vier artikelen komen heel verschillende aspecten van Santpoort en omgeving uit heden en verleden aan bod. In het eerste artikel vindt u zestien verhalen over schrijvers en dichters, die in Santpoort hebben gewoond en gewerkt of zich door Santpoort hebben laten inspireren. Een aantal jaren geleden wilden we al graag een artikel met dit onderwerp. De auteur Pim Boer heeft het zo'n anderhalf jaar geleden opgepakt en het is een interessante reeks geworden. U leest verhalen over "reisjournalisten avant la lettre" zoals Craandijk en Van Eeden, over dichter-dominees, over de schrijver uitgevers Mea Mees-Verwey; ook jonge dichters uit Santpoort zoals Menno Wigman en Jantje Bosch komen aan bod. De verhalen gaan vergezeld van historische informatie, onder meer over de locaties, die bij de onderwerpen horen en die tot op de dag van vandaag nog zichtbaar zijn in Santpoort. Het tweede artikel gaat over de Ruïne, waarover de Rijksoverheid zich in 1863 ontfermde en die daardoor het allereerste rijksmonument van Nederland is geworden. Vanuit die actie heeft zich later de Rijksdienst Monumenten Zorg (nu Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) ontwikkeld; de rijksoverheid draagt tot op de dag van vandaag de verantwoordelijkheid voor dit object. Wel is het zo dat er op dit moment plannen zijn om 34 rijksmonumenten in rijksbezit, waaronder de Ruïne, over te dragen aan de NMO, een nieuwe Nationale Monumenten Organisatie bestaande uit particuliere organisaties, zoals Vereniging Hendrick de Keyser, Vereniging Natuurmonumenten, Stichting Boei (Beheer en onderhoud industrieel erfgoed), e.a. Vaak wordt verteld, dat de Ruïne moest worden gered, omdat zij grotendeels was ondergestoven met het zand van de Jonge duinen. Deze hadden zich gevormd over de oude duinen heen. De Brederodeberg is daarvan het hoogste duin en ligt in de directe omgeving van de Ruïne, aan de Bergweg. Jan Morren ontwikkelt in het artikel "De fabel van het stuivend zand" een andere visie. Hij laat aan de hand van kaartmateriaal en een reeks afbeeldingen uit uiteenlopende tijden zien, dat van onderstuiven waarschijnlijk helemaal geen sprake was, maar dat het terrein in en rondom de Ruïne bewust is opgehoogd met puin om het terrein voor de boeren, die de Ruïne in gebruik hadden genomen, begaanbaar te maken. In het derde artikel door Wim van Hooff komt een snel opgebouwde en inmiddels ook weer grotendeels verdwenen wijk in Santpoort-Zuid aan bod: De ELTA. Verrassend om te lezen wat zich daar nog niet eens zo lang geleden afspeelde. Tot slot steken we in het vierde artikel een stukje de grens over naar Bloemendaal. Het huis Buitenzorg en daaraan vast het prachtige pand in een onhollandse stijl aan de Duinweg, zijn intrigerende panden. Gerrit Jonker vertelt er over en daarbij komen "vanzelf ook de omringende percelen en panden aan de orde. Extra dank zijn we verschuldigd aan Jan Morren, die de andere auteurs meermalen heeft voorzien van historische gegevens en kaartmateriaal. Evenzo hartelijk dank aan Willem Metselaar, die de schrijvers voorzag van historische afbeeldingen (www.santpoort.inoudeansichten.nl) Mocht u aanvullingen hebben of zelf een onderwerp willen beschrijven, dan horen wij dat graag. Wij wensen u veel leesplezier. Het bestuur van de Stichting Santpoort Pim Boer 1 De Ruïne van Brederode bewonderd door talloze schrijvers Kasteel Brederode is het beste en zuiverste voorbeeld van een aanzienlijk Hollands ridderslot uit de 13e eeuw. Het gebouw ligt tussen een overstoven oude duinrug (de Molenduinen, waarop Santpoort-Zuid en -Noord gelegen zijn) en een hoge jonge duinrug, de 45 meter hoge Brederodeberg. Het kasteel is gesticht door Willem van Brederode. Van Floris V, graaf van Holland, had hij een aantal "ambachten" in Kennemerland in leen gekregen (vruchtgebruik) in ruil voor heerdiensten. Floris V heeft de bouw van het kasteel gestimuleerd om de West-Friezen te onderwerpen. Het kasteel werd in 13 51 ongeveer drie maanden belegerd, waarna de Hoeksgezinde Dirk van Brederode gevangen werd genomen door de Kabeljauwen. De Hoeken waren meestal edelen, de Kabeljauwen stedelingen. Het kasteel werd herbouwd maar in 1426 opnieuw gedeeltelijk verwoest door de Haarlemse Kabeljauwen. Het zwaar gehavende maar wel het enig overgebleven noordelijk deel van het kasteel werd omstreeks 1465 hersteld. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog veroverden de Spanjaarden Haarlem (1573) en rukten ze op naar Alkmaar, terwijl ze onderweg o.a. het kasteel van Brederode verwoestten. F.W. van Eeden (3) bewondert in 1886 bijzondere plantjes op en bij de ruïne: Op de hooge tinnen van den bouwval van Brederode wiegelt de muurbloem en siert in den voorzomer met hare duizende goudgele bloemen de vervallen muren als met een gouden rand Maar de muurbloem is niet de enige plant, die bij voorkeur oude gebouwen tot woonplaats kiest. Het glaskruid bezit dezelfde eigenschap; ook dit heeft op den bouwval van Brederode post gevat en spreidt daar aan den voet van den muur zijn donkergroene talrijke blaadjes en kleine onaanzienlijke bloemtrosjes uit. Nicolaas Beets (4) laat zich in deze omgeving meeslepen door zijn verbeelding. In het lange gedicht In de diligence, die van Alkmaar naar Haarlem rijdt, dicht hij: Maar meer dan 't welvarend heden, Voor zijn oog door geen nevel bewolkt, Trok de bouwval hem aan 't Verleden, Door zijn stoute verbeelding bevolkt. 't Oud kasteel, dat, in roemrijke dagen Met zoo menigen toren gekroond, Brederode! Uw banier had gedragen En uw schildleeuw den volke vertoond. De kasteelruïne was in de 19e eeuw het eerste monument in rijksbezit dat gerestaureerd werd. Men heeft de ruïne uitgegraven door puin en aarde waarmee het gebouw deels bedekt was, te verwijderen. De Stichting Santpoort was in 2012 een van de initiatiefnemers van de groep die ongeveer 7000 handtekeningen ophaalde om het openhouden van de met sluiting bedreigde ruïne voor elkaar te krijgen. Dat is gelukt, in ieder geval tot eind 2014. De opgravingen werden aanschouwd door twee befaamde schrijvers. C. Busken Huet 1schreef in 1864 aan E.J. Potgieter (2): Ik ben met Van Vloten naar de Ruïne van Brederode gewandeld. Wij moeten daar ook eens heen. Men heeft op grote schaal de fundamenten ontbloot, en de bezoeker kan zich thans een voorstelling vormen van het kasteel in zijn gehelen omvang. Derwaarts heen! Dit 's de weg. Dees moerassen, Waar de kikvorsch uw geestdrift bespot, Rijk met lischbloem en kalmoes bewassen, Waren eenmaal de grachten van 't slot! Toen J. Craandijk 5) op zijn wandeling de ruïne zag liggen, noteerde hij: Met een' juichtoon begroeten wij den middeleeuwschen reus bij zijn eerste verschijning op het lieflijk toneel. Hij schreef over een toeristische trekpleister: Vier en twintig honderd bezoekers bezagen in de maand Julij van het jaar Onzes Heeren 1876 de ruïne van Brederode. Bruiloftsfeesten, potverteringen werden er gehouden. De zonen en dochteren van Haarlem hebben Velserend lief en zijn er trots op. 2 3

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2014 | | pagina 3