Met dank aan Jan Morren voor correcties en
aanvullingen
10
6 Jacobus Craandijk wandelde naar SPAARNBERG
Craandijk (1834-1912) was dominee, letterkundige,
tekenaar en hield erg veel van wandelen. Hij was
doopsgezind predikant, maar hoefde niet elke week in de
dienst voor te gaan. In de vrije weekenden trok hij er al
wandelend op uit en van al die tochten heeft hij verslag
gedaan in boeken die als titel Wandelingen door Nederland
kregen. De illustraties zijn van P.A. Schipperus, een knap
schilder van bosgezichten en landschappen.
De werken van Craandijk leveren een schat aan
informatie over het tijdsbeeld van Nederland in de
negentiende eeuw. Hij werd geïnspireerd door de Franse
schrijver Emile Montégut die een paar jaar eerder door
de Bourgogne wandelde en het verhaal ervan in 1874
uitgaf (Souvenirs de Bourgogne). Craandijk was daar heel
enthousiast over. Hij wilde een monument oprichten
van het verdwijnend Nederland zoals het toen was met
zijn kastelen en buitenplaatsen, zijn landelijke dorpen en
oude stadsgezichten, zijn onbekende streken waarvan het
karakter straks drastisch zou veranderen. Het vastleggen
van dat landschap was aan niemand beter toevertrouwd
dan aan Craandijk.
Voordat hij op reis ging, verdiepte hij zich in de
plaatselijke geschiedenis. Daarnaast correspondeerde
hij met plaatselijke deskundigen, die hem vaak op zijn
wandeling vergezelden. Tijdens zijn uitstapjes maakte hij
ook wel gebruik van de trein, stoomtram en diligence.
Hij overnachtte in hotels of bij vrienden. Dankzij zijn
enthousiaste verslagen kreeg het wandeltoerisme in
Nederland langzaam gestalte. Hij beschreef bij voorbeeld
hoe hij de trein naar Markelo nam, vervolgens naar het
station van Goor wandelde, waar hij weer op de trein
naar huis stapte: in feite heeft hij daarmee de eerste
NS-wandeling gedocumenteerd. In die tijd liep men van
A naar B, maar Craandijk was de eerste die wandelingen
maakte en die uitvoerig en uitnodigend beschreef. Zijn
aanstekelijke verslagen brachten duizenden mensen op
de been.
In de jaren 1886-1887 toen hij predikant was in
Haarlem, maakte hij kennis met Kennemerland. Hij
maakte er vele wandelingen en was enthousiast: "Wie
Kennemerland niet kent, die kent een van de schoonste en een
der belangrijkste streken van ons Vaderland niet." Eén van
deze wandelingen voerde naar Spaarnberg. We lezen in
P.A. Schipperus en Jacobus Craandijk, Nieuwe
wandelingen door Nederland, Haarlem 1888:
Op ongeveer een uur afstand van Haarlem, aan den grooten
straatweg op Alkmaar, ligt het kleine, vriendelijke dorpje
Sandpoort. Het station van dien naam is het eerste op de
spoorlijn, die beide Kennemer steden (Haarlem - Velsen)
verbindt. De spoorlijn loopt op tamelijken afstand van
den straatweg en het dorp is nog een goed kwartier van het
station verwijderd. Toch is de weg van daar naar Sandpoort
bezienswaardig, want voor het grootste gedeelte leidt hij ons
langs en door hetfraaije, uitgestrekte landgoed Spaarnberg,
dat als een der schoonsten van Kennemerland ten volle een
bezoek waard is. Haar ouden' luister heeft de landstreek
niet meer. Daar was eens een der lustwaranden van het
rijke Holland, getooid met prachtige hoven, door geslachten
van ouden adel, door vermogende kooplieden, door magtige
regenten gesticht en bewoond. Velen er van zijn verdwenen
maar niet alles is voorbij gegaan. Daar zijn nog schoone
landhuizen gespaard. Daar zijn nieuwe buitengoederen
aangelegd. Daar is nog gebleven of gekomen, wat onze
aandacht verdient.
Eerst in de onmiddellijke nabijheid van Sandpoort zouden
wij het uitgestrekte bosch en het deftige huis van Spaarnberg,
door een groote weide van den straatweg gescheiden, op
eenigen afstand zien liggen en om de plaats zelve niet
onbezocht te laten, toch den weg naar 't station voor een
groot deel moeten volgen. Wij verliezen dus niets en winnen
veel, wanneer wij aan 't station den togt aanvangen.
Wij gaan de spoorbaan over en houden vooreerst nog een
rij huizen aan onze regterhand, maar reeds zeer spoedig
leidt ons de weg tusschen de boschjes en velden, onder
Spaarnberg behoorende. Voor ons rijst het hooge, digte
bosch der omrasterde plaats, terwijl boven de weide en het
11
spoorwegovergang; het tolhuisje lag aan de oostkant van het spoor.
De tol is in 1822 aangelegd o.a. door Adriaan van der Hoop die
woonde in Spaarneberg voor de bekostiging van het bestraten van
de Bloemendaalsestraatweg. Later nam o.a. Wüste deel aan de
exploitatie van de Straatweg. Bestraten van wegen gebeurde tot
de tweede helft van de 19e eeuw op initiatief van ondernemers of
grondeigenaren. Ze verhaalden de kosten van aanleg en onderhoud
op de gebruikers door tolheffing. De tol is in 1922 opgeheven.
(5) Dit is de zogenaamde Duivelssteen. Het is een oorspronkelijk
16e eeuwse grenspaal
bij de blekerij Bleek en Hoven aan de Wüstelaan, getuige de (dus
niet zo geheimzinnige) letters B E H. Toen Van Eeden hier wandelde,
stond de paal op de hoek van de Duinweg of Duivelslaan.
In verband met de aanleg van de spoorlijn is de steen op de
tegenwoordige plaats terechtgekomen.
(6) Brederoodseweg Of; het laantje dat noordoostelijk en deels
evenwijdig aan de Velserenderlaan ligt. Het loopt nu dood tegen de
parkeerplaats bij Brederode.
(7) "Villapark" De Neethof, tussen Willem de Zwijgerlaan en
Brederoodseweg. Van de oorspronkelijke Neethof resten nog
gedeelten ter weerszijden van de spoorlijn langs de Wijnoldy
Daniëlslaan en de Willem de Zwijgerlaan. Het gebied kende lange
rechte paden en was in zijn geheel beplant met eiken-hakhoutbos.
De eiken werden gebruikt om de akkers te beschermen tegen
vraatzuchtig wild. Op de hoek van de Jagtlustlaan en Wijnoldy
Daniëlslaan lag in de 17de eeuw de hofstede Witsenburg. In 1627
werd deze gesloopt: op de bij het huis behorende terreinen ontstond
een bos: de Neethof.
(8) Stroomt grotendeels bovengronds vanaf de Ruïne van
Brederode, achter de huizen van de Brederoodseweg; daarna onder
de Willem de Zwijgerlaan en de spoorbaan naar de Bosbeek, die
loopt tussen het park Bosbeek en het Burgemeester Rijkenspark.
Via de vijver van het voormalige Zorgvrij komt de Bosbeek uit in de
Delft.
(9) Boerderijcomplex "Middenduin"; het oudste en meest
noordelijke deel dateert uit het laatste kwart van de 17de eeuw.
(10) Huidige locatie: Roos en Beeklaan, Santpoort-Noord
11Restant van de hofstede Velserhooft, ongeveer gelegen tussen
de Middenduinerweg en de Terrasweg.
Z '-v TtW V T.
T ELZERHOOTT. dcZustplacts van r—
Pzyrou JTa/hfz. Sbleer-e jursz Jïi/rtmcn enz tn JfynjeAee/en omtrek apparte/uxnt a 4lr Jaguar iiu J*eyrou
en Aeplantinye vertoont-.c J^tmmen etc
ui nr. 'M'ii'i ion i, i,i 11in iiüiiiiHni.iMimi mm,inn i im 1i iTililllllllllJllllllllllllllllllllllJllllllllllllllllll^
Afb.5 Velserhooftdat bijna geheel Santpoort-Noord besloeg, in volle glorie (De Zandpoort nr. 22).
Afb.6 Langs de Zwitserse boerderij. Het chalet van Spaarnberg.
Deze zg. "Zwitserse boerderij" was de dienstwoning van de tuinbaas
van Spaarnberg. Aan de voorkant bevond zich de werkkamer van
Van der Hoop (Collectie W.Metselaar).