lagere houtgewas nevens ons de lange laan en het kerkje daarginds den loop van den grooten straatweg aanwijzen. Ter linkerzijde ligt de uitgestrekte overplaats, waar wij als in een dal, aan drie zijden door met dennen begroeide hoogten ingesloten, de groote, kostbaar ingerigte moestuinen en broeijerij vinden, 't Ziet er alles nog vrij nieuw uit en het terrein is dan ook eerst in de laatste jaren tot zijn tegenwoordige bestemming in gebruik genomen. Aan de buitenplaatsen in Haarlems omtrek mogt in vroeger dagen de plek niet ontbreken, waar de landheer "Den vink met den vink ging verkloeken.Thans is het uit met het 'vinken'Ook op Spaarnberg is 't gedaan. Vinkenhuisje en vinkenbaan verdween, om plaats te maken voor de nieuwe tuinen. (1) 'Kostbaar ingerigt' mogen zij genoemd worden. Van hooge steenen muren zijn zij omringd, door stevige ijzeren hekken zijn zij afgesloten, van serres, plantenkassen en broeibakken zijn zij ruim voorzien, smaakvol is de villa, als een chalet gebouwd, door den tuinbaas bewoond. Daar hebben wij ons aan te melden, als wij de plaats willen zien. De voormalige 16e eeuwse linnenblekerij Spaar en Berg was aan het eind van de 18e eeuw als hofstede in gebruik genomen. Aan het begin van de 19e eeuw is Spaarnberg door aankoop van omliggende gronden en door de bouw van een nieuw herenhuis door de eigenaar A. van der Hoop in een zeer grote en riante buitenplaats getransformeerd. Spaarnberg is beroemd geweest vanwege de unieke verzameling exotische gewassen die Van der Hoop daar gekweekt heeft. Hij liet daarvoor "centraal verwarmde" kassen bouwen. Het huis, gebouwd in de stijl van een Zwitsers chalet aan de overkant, fungeerde als dienstwoning. In 1835 heeft de belangrijke Nederlandse landschapsarchitect).?. Zocher een ontwerp gemaakt voor de aanleg van een park aan weerszijden van de Wüstelaan in de Engelse landschapsstijl, met een gevarieerd bosbestand en slingerende waterlopen. In de jaren dertig van de 20e eeuw heeft de gemeente Velsen het park aan de westkant aangekocht en opengesteld als publiek wandelpark, waarbij het de naam Burgemeester Rijkenspark heeft gekregen.(2) In 1949 kocht de Sint Charles Stichting der Witte Paters het leegstaande monumentale pand Huize Spaarnberg. In 1950 werd het gesloopt, waarna de Witte Paters hier een internaat voor honderd priesterstudenten bouwden. In 1990 verrees op de plaats van het internaat een groot, luxe appartementengebouw. Volgens kenners van de landschapsarchitectuur is deze bebouwing van Spaarnberg van de randweg af gezien een aanfluiting voor het landschap. Delen van het park zijn Rijksmonument. Nicolaas Beets Niet alleen dominee Craandijk maar ook dominee in spe, toen nog theologiestudent in Leiden, Nicolaas Beets (1814-1903), pseudoniem: Hildebrand met als bekendste werk: Camera Obscura, maakte een zondagse wandeling van Haarlem naar Spaarnberg nl. op 30 augustus 1835. Over het landschap schreef hij niets. Hij noteerde alleen: Bloeiende Aloë (Agave americane) gezien op de buitenplaats van den Hr. A. van der Hoop (Sandpoort). Sedert 21 Mei heeft de bloemsteng een schot gemaakt van 21 voet. Gele bloemen, of liever gele meeldraden, want de corolla (bloemkroon) is groen. Ik kan gelooven dat de tropische natuur, met zulke groei-kracht prachtig, grootsch, ontzagwekkend, maar niet dat ze sympathiek is, koninklijk, niet vriendelijk; om voor te buigen, niet om op te verlieven." (3) 7 Eliza Laurillard, dominee en dichter De familie van dominee-dichter Laurillard (1830-1908) was afkomstig uit Frankrijk. Zijn eerste standplaats was Santpoort (1854-1857). Hij kwam als ongetrouwde 24-jarige met zijn moeder naar Santpoort. Als pastorie fungeerde de villa Broekbergen (Broekbergenlaan is hiernaar vernoemd). Hij was welsprekend, had een mooie stem en preekte eenvoudig: men hing aan zijn lippen. Hij voelde zich in Santpoort thuis en wandelde dagelijks in de bossen en duinen. Door zijn toedoen is de dorpskerk aan de Burgemeester Enschedélaan o.a. verrijkt met een orgel; hij wilde ook graag een kerkhof aanleggen maar dat was financieel een te grote opgave (1). De pastorie was in 1860 onbewoonbaar geworden. In 1862 werd de nieuwe pastorie in gebruik genomen aan de Hoofdstraat nr. 195. In 1917 werd de pastorie aan de Burgemeester Enschedélaan in gebruik genomen. (2) Na een kort hoogleraarschap in Leiden werd Laurillard in Amsterdam als predikant "bevestigd" door zijn vriend dominee-dichter J.J.L. ten Kate. Hij bleef daar 42 jaar en ontwikkelde zich tot een van de populairste predikanten van de laatste helft van de negentiende eeuw. Vincent van Gogh had grote waardering voor zijn preken en als hofpredikant heeft hij meer dan eens een bezoek gebracht aan koningin Wilhelmina in de hofkapel. Haar waardering ging zo ver, dat zij een krans liet bezorgen bij zijn begrafenis. Als letterkundige publiceerde Laurillard poëzie, toneel en liederen. Zijn productie was enorm en hij werd veel gelezen: zijn bundels kregen menig herdruk. In 1908 keerde hij om gezondheidsredenen terug in Santpoort. Een paar maanden later stierf hij. In Santpoort is een laan naar hem vernoemd. Hij is begraven op De Biezen, Santpoort-Noord; zijn graf is geruimd. Afb.7 Voorbeeld van een vinkenbaan (De Zandpoort nr. 1). (1) In de 16e eeuw en de eeuwen daarna is de vinkerij een modeverschijnsel geworden. Een eigenaar van een buitenplaats van enige omvang kon het zich bijna niet permitteren geen vinkenbaan te hebben. Vinkenbanen waren aan het einde van de 17e eeuw en in de 18e eeuw o.a. te vinden op Velserhooft, Jagtlust en Spaarnberg. Het duingebied was voor het vinken uitermate geschikt. Op een vinkenbaan werden gemiddeld 3000 tot 4000 vogels per jaar gevangen. Voor de welgestelden was het vangen van trekvogels een spannende en sociale bezigheid, voor het armere deel van de bevolking speelde het een onmisbare rol in de voedselvoorziening: in de dagelijkse voeding ontbrak het vaak aan eiwit, een belangrijke voedingsstof die o.a. in vlees zit. Er waren meestal twee banen, ter weerszijden van een vinkenhuisje, gericht op het noorden. De vogels die in het najaar uit het noorden kwamen, trokken tegen de wind in en kwamen met een meestal zuidwestelijke wind aanvliegen. Op beide banen waren slagnetten uitgespreid die met het vinkentouw vanuit de hut konden worden dichtgeslagen. De vogels werden gelokt door speciaal hiervoor gefokte vinken, die aan kettinkjes waren vastgemaakt. Soms gebruikte men blinde vinken, waarbij de oogleden dichtgeschroeid waren, om nog beter te kunnen zingen. De vinker zat in de hut "op het vinkentouw" en moest op het juiste moment "zijn slag slaan" Als hij dat goed deed, waren de vogels "erin gevlogen". De kopjes werden ingedrukt, tussen gespleten wilgentakjes geklemd en geroosterd. Pas in 1913 werd dit barbaarse gebruik officieel verboden. Een van de muren de "nieuwe broeierije" bestaat nog en is zichtbaar vanaf de Wüstelaan ter hoogte van nr. 68. (2) Joke van der Aar, Siebe Rolle, Santpoorttwee dorpen in de schaduw van Brederode Schuyt Co, Haarlem, 1991 (3) Nicolaas Beets, Het dagboek van student Nicolaas Beets 1833 1836, 's-Gravenhage 1883, p. 187-188

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2014 | | pagina 8