De meeste woningen als beschreven werden in een rijtje van twee of meer woningen gebouwd. De kosten voor het bouwen van een enkele woning bedroegen in 1946 ca. fl. 10.6 50, voor een meervoudige woning fl.200 per woning minder. Ir. van Ravesteyn meldt nog dat de meeste bewoners uiterst tevreden waren over de woning, behalve de zeer enkele slordige gezinnen. De NS heeft in vroeger jaren altijd zelf architecten in dienst gehad voor het ontwerpen van haar stations. Ir. D.A.N. Margadant was een van de eerste zeer bekende van een reeks. Margadant ontwierp o.a. het station Santpoort-Zuid. Het ontwerp van de meeste stations in de wederopbouwperiode was voorbehouden aan een groep van vier architecten, die allen langdurig vast in dienst van de NS waren. Het waren ir. S.van Ravesteyn (zie ook hierboven) en ir. H.G.J.Schelling, die al vóór 1940 bij de NS werkten, en -na de oorlog- ir. K. van der Gaast (vanaf 1950) en ir. C.Douma (vanaf 1960). 48 bejaardenwoningen Van den Bergh van Eijsingaplantsoen te Santpoort-Zuid, 1964-1966 Op 12 november 1962 (dus één jaar na het vastlopen van de onderhandelingen tussen Aannemingsbedrijf Visser en directeur Stuurman van gemeente Velsen) hebben drie lokale aannemers, die door Stuurman onderhands waren benaderd, een aanbieding gedaan. Laagste inschrijver nu f.883.100, aanzienlijk hoger dan die van J.G.Visser, f.769.531 (zie de tekst) dus uiteraard ook niet goed. NB: een calculatiebureau uit Zandvoort kwam op f. 938.350. Een citaat uit een brief van /.Stuurman aan het college van b&w luidt: "Hiermede wenst het Rijk evenwel in het geheel geen rekening te houden". Eind november 1962 schrijft b&w (gedicteerd door het hoofd van de Dienst voor Volkshuisvesting J.Stuurman) een brief aan het ministerie van Volkshuisvesting via de afdeling Volkshuisvesting van de provincie N-H, met de uitslag van de laatste aanbesteding. Men vraagt of er voor dit bedrag gegund kan worden, en zo niet, voor welk bedrag dan wel. Ongeveer per kerende post wordt een handgeschreven briefje van het hoofd Volkshuisvesting provincie N-H, de heer Dammers (een naamgenoot van de directeur van Openbare Werken Velsen, maar niet dezelfde), in Velsen bezorgd. Hij vraagt waarom in de brief van b&w de prijs van aannemer Visser van een jaar daarvoor is weggelaten. Op 17 december 1962 schrijft b&w opnieuw, nu met het volledige verhaal. (De eerdere brief zit in het dossier met dwars over de pagina de mededeling "vervallen", maar hij was dus wel verstuurd, anders had Dammers niet zo nijdig gereageerd). Antwoord van het ministerie: Velsen mag gunnen voor f.765.000, dus nog geen f.5000 lager dan de ondershands neergelegde prijs van Visser van f.769.531. Is dit onderhandelingstactiek van het ministerie om nog even een paar duizend euro te verdienen (afgezien van een jaar inflatie), of is het gewoon onbehoorlijk gepietepeuter? Hoe dan ook, dit kost de gemeenschap een hoop geld. Zie het vervolg. Weer een jaar later, op 23 oktober 1963, volgt de mededeling dat bouw van deze woningen in de woningwetsector niet mogelijk is en dat nu het voorstel is om de woningen te bouwen in de premiesector t.b.v. een woningbouwvereniging, met een huur van f.93.50 per maand. Nogal een verschil met de ca. f. 14,00 per week die voor de eerste drie gebouwen gold. Op 31 oktober 1963 biedt de firma Bruisschaart en Witte, Aagtevonklaan te Driehuis, een prijs aan van f.865.000, zonder aanbestedingsprotocol. Visser en de drie eerdere aannemers komen niet meer in het verhaal voor. Dit lijkt op een onderonsje. Opdrachtgever wordt de Woningbouwvereniging Bloemendaal-Noord te Bloemendaal. De heer Stuurman is inmiddels niet meer werkzaam als directeur van de dienst Volkshuisvesting te Velsen. In februari 1976 blijken de stichtingskosten voor de twee gebouwen inmiddels f.1.178.000 te hebben bedragen, en de huur per maand wordt f. 120,- voor het ene gebouw en f. 130,- voor het andere gebouw excl. eventuele kosten voor een garage. De overschrijding is deels te wijten aan het faillissement van de firma Bruisschaart en Witte. 48 bejaardenwoningen Van den Bergh van Eijsingaplantsoen te Santpoort-Zuid, 1964-1966 Als vervolg op de eerste drie gebouwen die in de loop van 1961 werden opgeleverd, heeft aannemingsbedrijf J.G.Visser te Leeuwarden op 8 december 1961 een vervolgaanbieding gedaan aan de directeur van de Dienst voor Volkshuisvesting te Velsen, de heer J.Stuurman. Niet duidelijk is, of dit op eigen initiatief van aannemer Visser gebeurt of op verzoek van de heer Stuurman. De prijs was f. 769.531. Dit bleek f.38.000 boven de rijkscurveprijs te zijn, en onderhandelingen om de prijs omlaag te brengen zijn vastgelopen. Het vervolg van de aanbestedings- en gunningsfase en de bouwperiode daarna met financiële afloop staat in een cursief kader. 6. Wederopbouw van dienstwoningen en stations door de Nederlandsche Spoorwegen Dienstwoningen De Nederlandse Spoorwegen (NS) heeft in de loop van haar bestaan duizenden dienstwoningen gebouwd voor haar personeel waar er tegenwoordig weinig van over zijn en die worden nog zelden bewoond door NS personeel. Nieuwe woningen op de zogenaamde "milieutechnisch onverantwoorde woonlocaties" vlak langs het spoor worden dan ook al lang niet meer gebouwd. De laatste serie spoorweg-dienstwoningen werd in de jaren direct na de Tweede Wereldoorlog gebouwd. Spoorwegarchitect ir. Sybold van Ravesteyn maakte voor de Dienst van Weg en Werken van de NS in 1946 een standaardontwerp 18 voor een eenvoudige dienstwoning die ook langs de spoorweg zelf (behalve bij bijvoorbeeld bruggen en stations) gebouwd kon worden. Het moest een langgerekt ontwerp worden, omdat de beschikbare bouwkavel vaak een smalle strook aan de spoorlijn betrof. Voorts werd het ontwerp beperkt tot één bouwlaag, wat voordelig was i.v.m. de heersende materiaalschaarste: er was geen hout voor trappen of tussenvloeren nodig. En volgens van Ravesteyn had het ook nog het voordeel dat er niet op zolder geslapen hoefde te worden waar het 's zomers warm en 's winters koud was. Dus was er ook maar één kachel nodig in de centraal gelegen woonkamer. Deze centrale woonkamer had afmetingen van 4 x 4,21m, en links en rechts daarvan waren 2x2 slaapkamers van 4 x 2,05m. Al met al genoeg ruimte voor een gezin met tien kinderen. Dat stond althans te lezen in een artikel over deze woningen in het personeelsblad "Nieuw Spoor" uit 1947. Achter de woonkamer is dan nog een uitbouwtje van 4 x 2 m met daarin keuken, toilet en berging met toegang tot een 92cm diep keldertje. Bij elke woning kwam nog een houten schuurtje van oude houten spoorbielzen voor wat extra bergruimte. Stations Dr.ir. W.B.Kloos, van huis uit architect, maar als planoloog en stedenbouwkundige in dienst bij NS, ontwierp in de jaren '50 twee kleine standaard stations, waarvan het inmiddels gesloopte station Velsen Zeeweg een voorbeeld was. Alle genoemde architecten hebben duidelijk hun eigen stijl van ontwerpen gehad. Twee voorbeelden van wederopbouw door NS in Santpoort Dubbele dienstwoning Middenduinerweg 59-61 Ten eerste de dubbele dienstwoning aan de Middenduinerweg 59-61, uit 1947: de dubbele woning is samengevoegd tot één woning, uiteraard geheel verbouwd van binnen en van buiten, met deuren en ramen op andere dan de oorspronkelijke plaatsen, maar de originele plattegrond is vrijwel ongeschonden gebleven. Zie een foto van de woning in juli 2015 (met dank aan fam. Hardendood, afb.15). Afb.15 NS dubbele dienstwoning, Middenduinerweg 59-61, 1947, gemoderniseerd, oorspronkelijke bakstenen aan het oog onttrokken door natuursteen (2014). Foto: J.O. Baron, 2015 Station Santpoort-Noord Ten tweede het station Santpoort-Noord, noodzakelijk geacht voor de bevolking en tegelijkertijd met het oostelijk verleggen van de spoorlijn in verband met de bouw van de Velser spoortunnel gebouwd en opgeleverd in 1958. Het ontwerp was van spoorwegarchitect ir. K.van der Gaast. Van der Gaast ontwierp sober, functioneel en gebruikte veel gladde moderne materialen. Veel glas zorgt voor transparantie en luchtigheid. De stationskap kreeg bij hem een steeds belangrijker rol. Andere stationsontwerpen van zijn hand zijn bijv. Eindhoven, Hilversum en Heemstede-Aerdenhout, waar genoemde kenmerken duidelijk zichtbaar zijn. Voor het station Santpoort-Noord heeft hij ernaar gestreefd, de vormgeving te laten harmoniëren met het omringende duinlandschap door de toepassing van stijgende en dalende dakvlakken. Zie afb.16, blz. 20, een foto gemaakt vlak na de opening in 1958. 19

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2015 | | pagina 11