WM
Dolleman en zuster Groeneveld benaderen hem op
zijn onderduikadres en weten hem over te halen zijn
huis voor de rest van de oorlog af te staan, met dien
verstande, dat hij er na de bevrijding weer zelf kan gaan
wonen met zijn gezin. De zusters gaan hiermee akkoord,
zich niet bewust van het feit dat hun "jawoord" nog voor
een behoorlijke nasleep zal zorgen.
Dan moet nog toestemming van de gemeente worden
verkregen. Gelukkig heeft dr. L.S. Limborgh Meijer, hoofd
van de GGD, zich al sterk gemaakt voor vestiging van
Maranatha aan de Wüstelaan. De gemeente geeft haar
toestemming. Op 1 februari 1945 nemen de twee zusters
hun intrek in de villa, die dan de naam Us Honk draagt.
(Nadat de villa in 1923 in bezit was gekomen van de
Friese familie Bangma werd de naam Us Honk.)
Grote zorgen
Na de bevrijding blijken er naast het aantal
kraamvrouwen ook vele vrouwen te zijn die uitgeput in
alle rust moeten herstellen van de oorlog. De GGD in
Haarlem geeft vrouwen het advies vier tot zes weken, en
soms zelfs langer, in Maranatha door te brengen om hun
evenwicht te hervinden. Ook geldt de kraamkliniek dan
officieel als noodziekenhuis.
Door de opkomende geboortegolf en de vele opgenomen
"rustzoekenden" in de kraamkliniek annex rusthuis stijgt
het aantal opgenomen personen in 1946 tot 100.
Er is gebrek aan geschoold personeel en grote behoefte
aan lakens en slopen. Vrijwel alle dagelijkse behoeften
aan voeding, kleding, schoeisel en textiel zijn in de na
oorlogse jaren "op de bon". Per persoon heeft men recht
op een bepaald aantal bonnen voor de diverse zaken.
In een kliniek als deze, waar hygiëne van levensbelang is,
is er juist extra behoefte aan beddegoed en handdoeken.
In geval van nood gebruikt men soms maar tafellakens.
De deskundige die daar in Den Haag over gaat,
beslist dat Maranatha geen recht op heeft op
meer textielbonnen, want er werken onvoldoende
gediplomeerde krachten. Wanneer de zusters de
Commissie Prijsbeheersing in Den Haag verzoeken de
kostprijs voor de verzorging te mogen verhogen, wordt
dat geweigerd, terwijl elders wel toestemming wordt
gegeven. Maranatha kan op die manier nooit voldoende
krachten aannemen. Het is een vicieuze cirkel, maar zij
geven nooit op. Het grootste probleem zal echter blijken
Afb. 10 Zuster Groeneveld met een van de duizenden baby's, die zij
ter wereld heeft helpen komen. Bron: Archief familie Groeneveld
de noodzaak van het vinden van nieuwe huisvesting.
Terugkeer of op zoek naar een nieuwe stek
Na de oorlog wil de heer Bangma weer graag terug naar
zijn eigen huis. Vanuit zijn onderduikadres in de Kaag is
hij tijdelijk gaan wonen op Wüstelaan 35, maar in 1947
wil hij de zusters aan de door hen gedane belofte houden
en vraagt ze Zorgvrij te verlaten. Zuster Dolleman en
zuster Groeneveld staan voor een dilemma. Enerzijds is
er de belofte die zij moeten nakomen. Anderzijds is het
onmogelijk terug te keren naar villa Valckenhoef, waar
de Canadezen verblijf hielden en dat door de inwoning
en oorlogshandelingen flink te lijden heeft gehad. Helaas
wordt de schade na hun vertrek niet hersteld. Naar
verluidt raakt door baldadig gedrag van kwajongens het
huis van binnen geruïneerd. De vernielingen blijken zo
ernstig, dat de schade f. 9000,- bedraagt. En wie gaat dat
betalen? De eigenaar is overleden en met de erfgenaam
die in Indië verblijft, is geen contact te krijgen. De
familie van de erfgenaam weigert op haar beurt zomaar
reparaties te laten uitvoeren. Ook de gemeente haakt af.
Villa Valckenhoef is dus voor beide zusters helaas geen
optie meer.
lees verder op pag. 29
Afbeeldingen behorende bij artikel "Wederopbouw in Santpoort 1945-1965"
en "Maranatha: kliniek vol rust en vrede"
Afb. 11 bij artikel Wederopbouw in Santpoort 1945-1965: VooraanzichtWillem de Zwijgerlaan 50 Santpoort-Zuid. Bron: Foto J.O. Baron, 2015
Afb. 20 Fiet huidige pand aan de Fioofdstraat 133, waar van 1931 tot 1933
Rusthuis Kennemerland was gevestigd. Bron: Foto D. Groeneveld, 2015.
Afb. 19 Hoofdstraat 119, waar het Rusthuis Kennemerland werd gevestigd
in 1931.
24
25