Afb. 11 Villa Najade, Duinweg 30-32. Bron: Archief familie Groeneveld der prijsbeheersing, de textiel, het probleem van de werkkrachten en het probleem van de verhuizing. In drie wekelijkse edities voert de redactie van het blad een ware kruistocht tegen Bureaucratius, die dient te verdwijnen. Er moet begrip komen voor de omstandigheden waarin Maranatha als particuliere instelling verkeert! De serie eindigt met de woorden: "En we weten, wat we aan een gedempte put hebben, als het kalf eenmaal is verdronken." Een nieuwe horizon Dat het verzoek tot vordering wordt afgewezen, blijkt uit de zoektocht van de zusters Dolleman en Groeneveld naar een vervangende vestiging. En die lijkt na verloop van tijd gevonden aan de Duinweg 30-32 te Santpoort Station (nu Santpoort-Zuid): Najade, een grote villa, omringd door natuurschoon en gunstig gelegen. Een controleur van de gemeente laat in zijn verslag van 11 september 1948 weten, dat het pand uit twee aparte woongelegenheden bestaat. Nr. 30 blijkt na het overlijden van de eigenaar, de heer Wijnbergh, onbewoond; nr. 32 was oorspronkelijk bestemd voor dochter Elizabeth Schendstok-Wijnbergh, daarna was het de woning voor de huishoudster van dhr. Wijnbergh, mevr. Meeuwsen; op de eerste verdieping woont het gezin F.H. Hilbrink, dat geen huur betaalt. Dat laatste vloeit voort uit het feit dat "vrij wonen" vroeger bij het loon was inbegrepen. De functie die de heer Hilbrink na opheffing van zijn dienstverband als huisknecht nog vervult, is die van toezichthouder. Een apart pand aan de Anna van Burenlaan 32 is de tuinman-chauffeurswoning, waar de familie R. Tomassen al 20 jaar woont. Deze woning kan gescheiden blijven van het eventuele plan tot gebruik van Najade als kraamkliniek annex herstellingsoord. Achterstallig onderhoud Nu gaat het de zusters natuurlijk om het grote huis nr. 30. Maar ook aan dit pand moet het nodige gebeuren. Ze laten een offerte maken, die uitkomt op een bedrag van f. 1624,-, bijna de jaarhuur van villa Zorgvrij in 1945. Het gaat om vochtige buitenmuren die het behang aan de binnenzijde doen loslaten en het linnen verteren. Het stucwerk blijkt slecht, het gebouw is erg vervuild, vele kleine reparaties zijn noodzakelijk en er moet het nodige vervangen worden. Alleen elektra en verwarmingsinstallatie blijken grotendeels intact. De zusters hebben hun vragen bij de offerte. Een verwarmingsinstallatie die grotendeels intact is, is in feite niet intact. Kosten voor reparatie worden niet vermeld. Borg kan niet betaald worden. En dan is er nog de tuin met oude broeikas en garage, die omschreven wordt als een puinhoop. De erven Wijnbergh moeten deze zelf opknappen, vinden zij. De boekhouder van de erven zegt dat de Commissie Prijsbeheersing ingeschakeld moet worden, omdat de tuinmanswoning, de broeikas, de garage en een groot stuk grond van de tuin af moeten, aangezien de zusters "...dit park niet nodig hebben." De zusters besluiten hun opmerkingen bij de offerte met de woorden: "Wij kunnen niet verder gaan, dan onze beurs het toelaat." Voorlopig laten zij nog niets veranderen. Toch zullen uiteindelijk de nodige reparaties gedaan worden. De zusters spreken hun laatste spaarcenten aan. Of zij daadwerkelijk voor alle kosten opdraaien, blijft onduidelijk. Het Rijk draagt niets bij. De gemeente geeft geen subsidie. Fraaie woorden Hoe dan ook, de officiële opening vindt plaats op 9 december 1948. Onder de aanwezigen bevinden zich de wethouders A.J. van Leusen en Th. Kruisman, het provinciaal bureau voor oorlogsslachtoffers in Noord Holland, de Haarlemse GGD en plaatselijke artsen. De administrateur van Maranatha, J. Wijnberg, verwelkomt de gasten. Wethouder Van Leusen spreekt fraaie woorden over het bestuderen van mogelijkheden voor een gemeentelijke kraamkliniek, over onoverwinbare moeilijkheden en vervolgens over het verder bestuderen van het vraagstuk, waarna hij met een verbandschaar een lint doorknipt en de kraaminrichting, annex rusthuis officieel voor geopend verklaart. In het informatieboekje van de kraamkliniek wordt aan elke "bevallige" vrouw aangeraden "mede te brengen: 2 pyama's, 2 stukjes zeep, toiletartikelen, kamerjas, pantoffels, Eau de cologne, zakdoeken en 12 veiligheidsspelden. Einde aan een tijdperk Nu breken er voor de zusters nog enkele goede en vruchtbare jaren aan, waarin zij tot aan het eind hun roeping kunnen volgen. Als het werk hun uiteindelijk te zwaar wordt, nemen de zusters E.H. Nijzink en J.H. van 't Klooster in 1952 de leiding over. De twee oprichtsters verhuizen naar de Kerkweg. Met het verstrijken van de tijd worden ook de wettelijke voorschriften aangescherpt. Er moeten bijvoorbeeld in plaats van de aanwezige 15 bedden minimaal 25 bedden zijn. Verder zou de kliniek een stichting moeten worden. Bovendien krijgt het Sint-Antoniusziekenhuis in IJmuiden de beschikking over een moderne Afb. 12 Feestelijke opening van Rusthuis en Kraaminrichting Maranatha aan de Duinweg op 9 december 1948. Vooraan zitten de zusters met rechts van hen de administrateur J. Wijnberg. Bron: Archief familie Groeneveld 31 30

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2015 | | pagina 17