"1
r
f
Het werken op de kwekerij
Toen mijn vader op de gemeentekwekerij ging werken
ging hij samenwerken met Roel Twellaar en Arie W.
Volmer die de bloemisterij verzorgden. Zij zorgden
dat in het voorjaar en de zomer voldoende planten
beschikbaar waren voor de verversing in de bloemvakken
in de plantsoenen. Ieder jaar werden er duizenden
plantjes geteeld in de trekkas en de broeibakken. In de
pieken bij dit werk verleende mijn vader assistentie.
Tevens stonden er in de trekkas sierplanten die werden
gebruikt bij versieringen ter gelegenheid van bijzondere
gebeurtenissen in het raadhuis en elders in Velsen.
Afb. 8 De kas met aan de buitenzijde de bakken met de opgroeien
de plantjes voor de plantsoenen. Foto particuliere collectie van de
auteur.
In de trekkas werden uit het zaad de plantjes gekweekt.
Zodra dit kleine plantjes waren, werden ze in kleine
potjes of kistjes uitgezet om verder uit te groeien. Dit
was minuscuul werk, de kleine plantjes werden soms
met pincet en prikstokjes in de potjes of kistjes geplant.
Dit wordt het verspenen genoemd. Daarna moesten de
plantjes verder uitgroeien in de kas of in de broeibakken.
Er waren ook plantensoorten die alleen in de
broeibakken werden gekweekt. Bij het gehele kweekproces
is een juiste temperatuur en vochtigheid van de teelgrond
zeer belangrijk. In het voorjaar moesten alle plantjes
voldoende volwassen zijn om in de plantsoenen uitgezet
te worden in de bloemperken of de bakken.
Een tweede manier om plantjes te kweken was het
stekken of scheuren van plantjes uit volwassen planten.
De stekken of de gescheurde plantjes werden ook
in de kas tot groei gebracht en daarna uitgezet in de
broeibakken. Ieder jaar organiseerde de afdeling Velsen
van de Koninklijke Maatschappij voor Tuinbouw
en Plantkunde een potplanten keuring op de lagere
scholen. In 1953 deden hier zestien scholen aan mee.
Ieder voorjaar leverde de gemeentekwekerij hiervoor
kleine potplantjes aan de scholen die uitgedeeld werden
aan de kinderen van de hogere klassen. De plantjes
moesten zij thuis verder groot brengen tot een fraaie
volwassen plant. In september namen de leerlingen de
volgroeide potplanten weer mee naar school waar men
de potplanten op een fraaie manier tentoonstelde. Leden
van Koninklijke Maatschappij kwamen dan de plantjes
keuren, de leerlingen met de meest volgroeide plantjes
kregen hiervoor een prijs. De keuring werden veelal
gedaan door medewerkers van de plantsoenendienst die
ook lid waren van de Koninklijke Maatschappij.
Afb. 9 Van links naar rechts, Theo Warmerdam, Bert den Ouden,
Rinus van der Kuil, Roel Twellaar, Arie Volmer en Andries Morren.
Foto particuliere collectie van de auteur
Het werk in de boomkwekerij bestond uit het planten
van de ingekochte bomen die op voorraad werden
gehouden. Tussentijds werden die gesnoeid en geleid
zodat er mooie boomkruinen ontstonden. Als de
bomen wat meer volgroeid waren werden zij gerooid en
uitgezet in de gemeente. De kwekerij was omringd en
onderverdeeld met beukenhagen, die een paar keer per
jaar gesnoeid moesten worden. Hiervoor kwam er extra
personeel naar de kwekerij, meestal waren dit Henk
de Noord, Theo Warmerdam en Bert den Ouden. Hun
vaste werk was het planten, snoeien en rooien van de
bomen die langs de wegen in Velsen stonden. Waren
er bomen ziek of dood gegaan dan werden die door
hen gerooid. Rinus van de Kuil was de chauffeur bij de
plantsoenendienst en zorgde voor het vervoer van het
plantgoed en de bomen.
De algehele leiding over de kwekerij en de
plantsoenendienst lag bij de opzichter B. W. Beskers en
de directeur was J. H. van der Burg. Bij de boomkwekerij
werd ook personeel ingezet van de toenmalige Sociale
Werkplaats in Velsen-Noord. Hun hoofdtaak was
het onkruidvrij houden van de boomkwekerij. De
verwarming moest regelmatig gecontroleerd worden,
een controle op afstand bestond er toen nog niet. De
verwarming bestond uit een oliegestookte ketel waarvan
de toevoer naar de brander nog al eens verstopt raakte.
Het kwam ook wel voor dat het regelsysteem van de
Afb. 10 Andries Morren, bezig met het snoeien van de bomen.
Daarachter staan in bossen de opgekuilde bomen die net zijn
ingekocht en op korte termijn in de gemeente geplant worden. Foto
particuliere collectie van de auteur.
moest er voor gezorgd worden dat de ramen van de kas
en de bakken gesloten waren om het opwaaien van de
ramen te voorkomen. In de weekeinden en op feest- en
andere vrije dagen werd er wisseldiensten gelopen op de
kwekerij om de hiervoor genoemde taken uit te voeren.
Op doordeweekse avonden lag de verantwoordelijkheid
bij de werknemer die in de dienstwoning op de kwekerij
woonde.
Het werken in de boomkwekerij was vrij zwaar,
daarnaast had mijn vader moeite met het omgaan met
het personeel van de Sociale Werkplaats dat hij moest
begeleiden. Hij raakte oververmoeid en moest een aantal
weken naar een rusthuis. Hij begon terug te verlangen
naar het werk in de bloemisterij. Hij solliciteerde bij
andere gemeenten voor een functie in de bloemisterij.
In 1964 had hij succes en kon in dienst treden bij de
gemeente Zeist, waar op de gemeentekwekerij alleen
maar een bloemisterij was. Tevens kon hij zorgen voor
de versieringen op het stadhuis en op het slot Zeist bij
festiviteiten en trouwerijen. Mijn ouders en zusters
verhuisden naar Zeist, ikzelf bleef achter in Velsen en
verhuisde naar Oud-IJmuiden waar ik in de kost ging
bij de familie De Rooi. Ik werkte toen bij het Gas- en
Waterbedrijf van de gemeente Velsen-8
brander ontregeld was, er werd dan te veel olie naar
de brander gestuurd, waardoor de stookruimte blank
kwam te staan met olie. Een brandgevaarlijke situatie
die met voorzichtigheid opgelost diende te worden. Een
automatisch systeem om de kas en de bakken te luchten
en bij vorst of zon op de juiste
temperatuur te houden was
er nog niet. Alles werd met de
hand geregeld, de kas was in het
glazen dak voorzien van ramen
die met de hand open en dicht
gedraaid konden worden. De
glazen ramen op de kweekbakken
werden aan de lage zijde van de
bak met de hand een stukje open
gezet op houten staanders om
frisse lucht in de bakken toe te
laten. Bij kou of bij zonneschijn
werden de kas en de ramen op de
bakken afgedekt met rietmatten.
Ook werden de ramen van de
kas en de bakken met witkalk
beschilderd om de zoninstraling Afb. 11 Een luchtfoto uit 1976, centraal ligt de gemeente kwekerij. Noord-Hollands Archief,
te temperen. Bij naderende storm de Beeldbank, collectie foto bureau de Boer
Bezuinigingen en functieverandering van de
kwekerij
Voor mijn vader werd een opvolger benoemd, de
heer Moraal, die met zijn gezin ging wonen in de
dienstwoning. Na een aantal jaren werd de heer Moraal
41
40