omarmden de geïndustrialiseerde maatschappij.
Vertegenwoordigers hiervan waren J.Oud, W. van Tijen,
M. Brinkman en anderen. Hun architectuur opvattingen
pasten in de tijdgeest en ook heel goed bij de in de
vijftiger jaren door de Rijksoverheid ingezette streven naar
prefabricage en standaardisatie. De industriële
systeembouw!
De stedenbouwkundige uitleg was ook anders. Losse
vrijstaande bouwblokken, haaks of schuin gesitueerd
langs brede straten in rechthoekige patronen, met veel
groen om woningen. In de tweede helft van de 50-er en
begin 60-er jaren wordt steeds meer volgens deze
architectuuropvatting gebouwd. Vooral in de grote steden
en daar waar grote aantallen woningen moesten worden
gebouwd.
De "traditionalisten" bleven wel bouwen, maar meer
voor particulieren en kleine complexen woningen.
Op oude foto's van woningen uit die tijd is "de frisheid",
de orde en een maakbare maatschappij voelbaar! De
woningen hebben grote ramen, zijn transparant, hebben
lichte heldere kleuren, platte daken en vaak geel
metselwerk.
2. De aanloop naar de wederopbouw in Santpoort
Uit het rapport "Santpoort" van de
monumentencommissie van Velsen uit 1989 (waarin
mevr. L.Deinum namens de Stichting Santpoort zitting
had) geven wij hier een voor dit verhaal relevante
samenvatting. Hier en daar hebben we er wat
opmerkingen aan toegevoegd. Het rapport, bedoeld als
ondersteuning voor de selectie van gemeentelijke,
provinciale en Rijksmonumenten in Velsen, geschreven
door mevr. drs. J.A. van der Aar, levert een goed overzicht
van het ontstaan van de kernen Santpoort-Noord en
Santpoort-Zuid. In vroeger jaren heette Santpoort-Noord
achtereenvolgens Santpoort en Santpoort-Dorp en heette
Santpoort-Zuid Jan Gijsenvaart en daarna Santpoort
Station.
Het betreffende rapport is in 1991 door uitgeverij Schuyt
Co. in boekvorm uitgegeven onder de titel "Santpoort,
twee dorpen in de schaduw van Brederode", met vrijwel
dezelfde tekst maar met meer kleur in het historische
overzicht, geschreven door Joke van der Aar en Siebe
Rolle.
Onze samenvatting uit het rapport van de
monumentencommissie begint in 1921, vlak na de Eerste
Wereldoorlog. Velsen stelde toen namelijk een
uitbreidingsplan op in de verwachting dat het
inwoneraantal en de daarmee samenhangende behoefte
aan bouwgrond sterk zouden stijgen. Dat plan was
ambitieus en waarschijnlijk slecht onderbouwd, want al
in 1924 moesten de plannen worden bijgesteld, omdat de
toekomstprognoses uit 1921 voor de inwonersaanwas
toen al onjuist waren gebleken. Nu, bijna 100 jaar later,
blijken sommige ideeën uit 1921, zoals het volbouwen
van het open gebied tussen Santpoort en Driehuis, en het
volbouwen van "de Venen" richting de huidige Delftlaan
vanuit Santpoort-Zuid, nog steeds niet nodig te zijn en
gelukkig geen politiek draagvlak meer te hebben. Ten
westen van de spoorlijn zou de binnenduinrand voorzien
worden van brede wegen met villabebouwing: ook dat
idee is -voorgoed, laten we hopen- verlaten.
15, Bou-.v van duiv^nholCton.
De heer dohono toont vervolgens een drietal eenvoud! je plannetjes voor de
bouw van duivsano^iten. Spr. merkt daarbij op, dat de kwaal/al gom*.-en is, dat op
achtererven duivenhokken, 001113 gecombineerd met een kippenhok, boven de maat
en zonder vergunning worden geplaatst» Daar de mensen voor dergel'jke bouwsels
geen architect in de arm nemen vraagt spr» of daarvoor van gemeentewege geen
oplossing kan worden gavondon, b.v. door een algemeen type te ontwerpen»
De hoer iaaink meant, dat zulks meer op de weg ligt van de Duivensport
vereniging en w st or op, dat in Amsterdam b.v. ook de vereniging van vólks
tuinders zoiets voor haar loden doet.
De heer G-erla gelooft, dat wanneer de supervisor dergelijke plannetjes
afnysij do iuenaen misschien tooschietel ,ker zullen worden»
De heer richSns zal beginnen, mot de onderhavige schetsjes niet goed te
keuren»
Afb. 2 De Commissie Wederopbouw Velsen over de bouw van duivenhokken. Bron: De vergaderverslagen van de commissie 1947, NHA
collectie Velsen
6
3. Algemene ontwikkelingen in Velsen en Santpoort
1945 - 1965
Onmiddellijk na de oorlog is het gemeentebestuur
begonnen met wederopbouwplannen. IJmuiden had
zwaar geleden en daar moest in de meest letterlijke zin
"wederopgebouwd" worden. Aan W.M.Dudok, de
bekende architect en stedenbouwkundige, werd de
opdracht gegeven een basisplan voor IJmuiden te maken,
en de architecten/stedenbouwkundigen W. van Tijen en
H.A.Maaskant konden in Velsen-Noord en Santpoort aan
de slag.
Het basisplan van de wederopbouw uit eind 1946 - een
toelichting op dit basisplan door de gemeente Velsen
verschijnt in 1947 onder de titel "Velsen herrijst..."- is
voor Santpoort verder uitgewerkt door de
stedenbouwkundige W. Wissing. De uitgewerkte plannen
wijken op essentiële punten af van de vooroorlogse
plannen.
De Commissie voor de Wederopbouw van Velsen
Uit de rapporten/verslagen van besprekingen door de Commissie voor de Wederopbouw van Velsen blijkt dat de samenstelling
van de commissie als volgt was:
- bScw, Burgemeester Kwint of loco-burgemeester De Boer, wethouder Visser
- directeur Openbare Werken ir. D.N.Dammers
- architect/stedenbouwkundige Dudok
- architecten- en stedenbouwkundigenbureau Van Tijen en Maaskant. Dit bureau was ingehuurd voor de
uitbreidingsplannen, wederopbouwplannen en herinrichtingsplannen van Santpoort
- bureau Wederopbouw Haarlem (regiobureau van het Ministerie van Openbare Werken en Wederopbouw 1945-1947,
daarna het ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting 1947-1956), ir. C.A. de Vassy
Deze commissie heeft met een gemiddelde van twee maal per week vergaderd vanaf begin 1946 in ieder geval toten met
1949. De Velsense archieven bij het NHA te Haarlem gaan niet verder.
Er bestond in deze tijd ook een Adviescommissie voor de Wederopbouw van Velsen, waarin zaten b<Scw, directeur Openbare
Werken, een plaatselijk architect, aangewezen door BNA (de Bond van Nederlandse Architecten), zie hiervoor een apart
achtergrondcursief in kader over "architecten", de gemeentelijk architect, een groot-industrieel, een reder, enige notabelen,
vertegenwoordigers van politieke partijen, en een vertegenwoordiger van de oorlogsgedupeerden. Daaronder vielen dan weer
diverse subcommissies, o.a. voor verkeer en sociologische aangelegenheden.
Eén van deze sub-adviescommissies was de Adviescommissie Wederopbouw Santpoort, waarin o.a. vertegenwoordigers van
kerkbesturen en plaatselijke bewonersorganisaties zaten. En er bestond in Velsen een vrouwenadviescommissie (VAC), die
zich, zoals uit de verslagen blijkt, bezighield met gezondheidsaspecten en die praktische aanbevelingen deed over bijvoorbeeld
materiaalgebruik en inrichting van de te bouwen woningen.
De Commissie voor de Wederopbouw van Velsen heeft als gezegd zeker drie, vier jaar zeer frequent vergaderd over
voornamelijk de uitvoering van de goedgekeurde herstelplannen voor Velsen. Voor het maken van de wederopbouwplannen de
herstelplannen en de nieuwe ruimtelijke ordeningsplannen had de gemeente Velsen al in 1945 opdracht gegeven aan Dudok,
Van Tijen en Maaskant. Het bureau van Van Tijen en Maaskantdie zelf vrijwel altijd aanwezig waren bij de vergaderingen,
deed de verslaglegging van de vergaderingen van de Commissie Wederopbouw.
Dudok maakte de plannen voor IJmuiden, zoals bekend, en Van Tijen en Maaskant maakten de plannen voor de beide dorpen
Santpoort. Dudok was zelf lang niet altijd aanwezig bij de vergaderingen, maar als hij er was, dan was hij er ook. Zijn
argumentatie ging er in ieder geval deels van uit dat hij Dudok was en de anderen niet.
Dat de commissie van alles en nog wat op tafel kreeg en zich af en toe gedwongen voelde wel erg ver van de grote lijn af te
wijken, bewijst het korte verslagje over de bouw van duivenhokken, zie afb. 2, blz. 6.
7