'v
den- en Heerenduinen was het Hoogheemraadschap van
Hondsbossche en Duinen tot Petten verantwoordelijk.
We weten niet of ook de heren van Brederode al helm
plantten. Wel heeft Jan Morren in een artikel in De Zand
poort 2014 duidelijk gemaakt, dat van overstuiving van
de kasteelruïne, sinds 1491 niet meer door de familie van
Brederode bewoond, geen sprake kan zijn. Pas in 1661
werd volgens een resolutie "in de duijnen aenhorigh de
huijse van Brederode..." besloten helmgras te planten en
konijnen te bestrijden.
Afb. 8: Kaart met daarop een reeks van meertjes in de binnen-
duinrand vanaf het kasteel Brederode naar het zuiden. Kaart
van Floris B. van Brederode uit het begin van de 17e eeuw. De
Zandpoort nr. 12,1995
Ook in 1842 blijkt het stuiven nog een probleem, want de
eigenaar van het toenmalige buiten Jachtlust, in de wil
dernis ongeveer tussen de ruïne en hofstede/buitenplaats
Duin en Kruidberg, schrijft aan het hoogheemraadschap,
dat het intussen nu sedert een paar jaar is, dat het duin
tussen de blauwe trappen en de grens tussen de beide
hoogheemraadschappen losraakt en hij bij droog en
stormachtig weer zijn eigendom voor zijn ogen begraven
ziet worden.
De familie Van Brederode was toen al langere tijd geen
beheerder meer van de Wildernisse van Brederode of wat
er nog van over was. Met het uitsterven van de familie in
mannelijke lijn in 1679 kwam de ruïne in staatshanden.
De Wildernisse werd overigens al sinds het vertrek in 1491
van Yolande van Lalaing, de laatste bewoonster van het
kasteel, beheerd door een kastelein of meier, die steeds
meer delen voor ontginning uitgaven en zo de wildernis
(duin en veengrond) verkleinden.
Waterhuishouding in de Wildernisse van
Brederode
Tussen 900 en 1200 werd het grootste deel van het
veengebied achter de duinen ontgonnen - dat leverde aan
de graven geld op - en ontwaterd en dat brengt ons op
de waterhuishouding. We weten dat aan de voet van de
duinen, de binnenduinrand, van nature kwel voorkomt.
Nog laat de topografische kaart vanaf in het noorden
IJmuiden tot in het zuidwesten Zandvoort een reeks
meertjes en vijvers zien, die daarop wijzen.
Vanaf die duinvoet, vaak een steilrand, zoals we die nog
heel fraai kunnen zien achter het voormalige Meer en
Berg, op natuurlijke wijze ontstaan, en in Santpoort-Zuid
bij de Vinkenbaan achter de Deka door ontzanding, lopen
duinrellen, die deels een natuurlijk verloop hebben, deels
tot sloten vergraven zijn. In het noorden mondden zij uit
in het voormalige Wijkermeer, meer zuidelijk waterden ze
af op de Delft en het Spaarne. Die Delft, de naam zegt het
al, was gegraven. De oudste vermelding vinden we in een
oorkonde van 1331. Vooral in de 16e en 17e eeuw werd dit
systeem intensief gebruikt door de toenmalige blekerijen,
waaraan in eerdere uitgaven van De Zandpoort meerdere
artikelen zijn gewijd. Daarom zullen we ons beperken tot
slechts enkele duinrellen, waarvan in Santpoort en Bloe-
mendaal nog delen terug te vinden zijn.
De bekendste is de Brederoodse beek, die ontspringt
aan de voet van de Brederodeberg en die via de vijver
(eens het Brederode Meer) van Park Brederode, zoals het
voormalige Meer en Berg nu heet, naar de ruïne stroomt
en er de gracht vult. Vandaar loopt hij via sloten over de
voormalige bleekvelden o.a. op Spaar en Berg tot aan de
Delft. Die bleekvelden moeten vroeger nogal drassig ge-
38