namelijk gebouwd op de plek van de voormalige hofstede Eijndenhoef. Nu staat op die plek een appartementencom plex met winkels op de begane grond. Onttakeling Over de uiteindelijke afbraak van de kapel heerst geen eenduidigheid. Raakt deze in de 80-jarige oorlog bescha digd? Worden de houten balken door de Spanjaarden tijdens het beleg van Haarlem in 1572 voor belegerings werken gebruikt? Of valt de kapel ten prooi aan de vernielzucht na de Pacificatie van Gent (1576), waarin de rooms-katholieke godsdienst verboden wordt en kloos ters, kerken en kapellen het moeten ontgelden? In ieder geval is op een afbeelding uit 1583 te zien dat de kapel tot een ruïne is vervallen. In 1590 volgt de familie Batenburg de Brederodes op als eigenaar van de kapel en gronden. Zij laten de kapelruïne slopen en er begin 17e eeuw een huis bouwen. Het huis krijgt later de naam Broekbergen. Tussen 1631 en 1863 ondergaat het huis onder een reeks van eigenaren in grijpende veranderingen tot het in 1863 vanwege onbe woonbaarheid wordt gesloopt. Vanaf 1870 staat er op die Afb. 5: Bij de sloop van Garage Maarschalk in 1999 is een deel van een kelder gevonden, die was opgebouwd met klooster- mopppen uit de kapel. Foto: J. Morren Afb. 6: Profielsteen van de St. Patricks- kapel eind 14e eeuw als onderdeel van een deuropening. plek een woonhuis, waarin de gebroeders Gerrit en Nico Hop in 1928 een kruidenierszaak begonnen, later uitge breid met een manufacturenzaak en nu enkel als dames modezaak voortbestaand. Hoe dan ook, de laatste restanten van deze Patriciuskapel zijn opnieuw met aarde toegedekt, wellicht in sluimering wachtend op vervolgonderzoek. Diepe devotie Dat bij Jan van Brederode en zijn echtgenote Johanna van Abcoude de religie een grote rol speelt, blijkt uit het feit dat Johanna in een door haar vader gesticht dominica- nessenklooster als eerste intreedt en daar de gelofte aflegt. Jan treedt datzelfde jaar als eenvoudige lekenbroeder in in het kartuizerklooster bij Utrecht. Hij is daarin niet uniek, want zijn oudste broer die anders de 7e heer van Brederode zou zijn geworden, is hem reeds voorgegaan. Een gevolg van dit besluit is, dat hij al zijn bezittingen -en helaas ook schuldenlast die deels al door Hendrik I van Brederode waren opgebouwd- overdraagt aan zijn broer Walraven I van Brederode. In het klooster vertaalt hij -hij beheerst de Franse taal immers uitstekend- een stichtelijk werk vanuit het Frans in het Hollands. Daarnaast schrijft hij gedichten ter ere van Onze Lieve Vrouwe van de engelengroet "Ave Maria". 't Kan verkeren Maar het leven kan toch altijd weer anders lopen, dan men vermoedt. In 1407 overlijdt de vader van zijn vrouw, Johan na, Willem van Abcoude. Aangezien zijn enige zoon Gijs- bert twee jaar eerder is overleden, zouden de erfgoederen naar dochter Johanna moeten gaan. Zij heeft echter door haar kloostergelofte afstand gedaan van alle bezittingen. De totale erfenis, de heerlijkheden van Abcoude en Wijk bij Duurstede, dreigen naar een neef, jonker Jacob van Gaesbeeck, te gaan. Dit nieuws kwam Jan van Brederode en Johanna van Abcoude ter ore. Wat nu? Op het vinkentouw Ook Walraven I blijkt niet in staat de schulden die de Brederodes in de loop der tijd hebben opgebouwd, af te lossen. De schuldeisers beginnen zich te roeren en bewerken Jan van Brederode om uit het klooster te treden om de erfgoederen van zijn vrouw alsnog te aanvaarden, waarmee de Brederodeschuld vervolgens deels of geheel 45

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2016 | | pagina 47