De Van Egmonds en de Van Arkels behoorden altijd tot het
Kabeljauwse kamp.
De strijd ontbrandde met de dood van Graaf Willem IV in
1345, de overgrootvader van Jacoba van Beieren. Filips de
Goede wist de partijen weer te verenigen bij het Verdrag
van Delft (1428). De partijnamen mochten vanaf dan niet
meer gebruikt worden en na 1492 verdwijnen deze uit de
geschiedenis.
Afb. 6: Een schatkist.
(ongehuwd en kinderloos) in 1679, stierf het geslacht
Brederode in de wettelijke mannelijke lijn (tak Cloetinge)
uit. Alle familiebezittingen werden - bij gebrek aan wette
lijke erfnemers - door de Staat® geconfisqueerd.
Afb. 5: Het kasteel Brederode te Santpoort van de zuidzijde.
De Heren van Brederode, machtige leenmannen
van de Graven van Holland.
De Heren van Brederode waren gezaghebbend in Kenne-
merland van de Hillegomse Beek tot Zijpe. Mede door de
ligging een belangrijk gebied. Brederode beheerste het
gebied waar "Holland op zijn smalst" was - het gebied
tussen Noordzee, duinstreek, Haarlemmermeer en IJ - en
controleerde zo alle verbindingen over weg en water van
Noord naar Zuid. Niet voor niets kozen de Brederodes dit
gebied uit voor de bouw van de eerste Waterburcht in
Holland, het kasteel Brederode te Santpoort.
De Heren van Brederode stammen via Dirk van Teylingen
(1205-1231) af van het Huis van Teylingen. Willem van
Teylingen, was de 1e heer van Brederode (1156-1203).
Willem I, de 3e heer van Brederode (1236-1285) was de
vermoedelijke bouwheer van kasteel Brederode. Door het
huwelijk van Walraven I, 8e heer van Brederode (1370-1417)
met Johanna van Vianen, werden de Brederodes in 1414
Heer van Vianen en Ameide, hetgeen leidde tot aanzien
lijke gebieds - en machtsuitbreiding.
Enkele belangrijke Brederodes:
Mede in het kader van het Brederodejaar noemen we
specifiek enkele Brederodes, gezien hun belang voor de
ontwikkelingen in onze regio:
Willem I, 3e heer van Brederode, is de waarschijnlijke
bouwheer van het kasteel te Santpoort.
Reinoud III, 11e heer van Brederode (1492-1556) heeft
in 1537 aan de Haarlemse burgemeester Jan Gijzen de
concessie gegeven voor de zandafgraving in de Leck-
buert, waar later het gehucht Jan Gijzen ontstond, het
huidige "Santpoort-Zuid" (Velsen/Santpoort).
Hendrik II, 12e heer van Brederode (1531-1568), bijge
naamd de Grote Geus, steunde de Prins van Oranje,
maar haalde zich in 1566 door zijn uitdagende "pro
reformatie" houding de woede van de landvoogdes
Margaretha van Parma op de hals en moest voor
de Spanjaarden naar Duitsland vluchten. Hendrik
II bewoonde het Huis ter Kleef en kasteel Batestein
(Vianen).
Reinoud van Brederode (1567 - 1633), was rechter
en diplomaat en schoonzoon van Johan van Olden-
barnevelt. Hij was Heer van Veenhuizen (Heerhu-
gowaard). Reinoud van Brederode was de zoon van
Lancelot van Brederode en Adriana van Blois van
Treslong. Lancelot was de bastaardzoon van Reinoud
III en halfbroer van Hendrik II (zie hierboven).
Het geslacht Brederode stierf uit.
Met het overlijden van Wolfert, de 18e heer van Brederode
49
(1) De Brederodes hadden ooit hun rechten verkregen van de Graven
van Holland en de Staat der Nederlanden was diens rechtsopvolger