ider was de heer Zoontjes. Er werd toen gespeeld in een
bovenzaaltje van café Flora aan de Zeeweg (het huidige,
in 2016 helaas door brand verwoeste La Belle). In 1946
had De Jump zo'n 65 leden. Wat ledental betreft heeft de
club altijd zijn ups en zijn downs gekend. In 1950 zegden
19 leden hun lidmaatschap op om hun eigen vereniging
te beginnen, want De Jump bakte er maar weinig van",
was het argument. Die nieuwe vereniging werd twee jaar
later alweer opgedoekt. De Jump ging door, zij het soms
moeizaam. In 1953 telde de club een schamele 20 leden.
Een dieptepunt werd bereikt in 1969 toen De Jump slechts
12 leden had.
Er werd in die tijd veelvuldig vergaderd en gediscussieerd.
Algemene ledenvergaderingen duurden rustig een hele
avond, waar naast koffie met gebak ook een sigaar of
sigaret werd uitgedeeld (en voor de niet-rokers een reep
chocola). De vergadering in 1957 werd door de notulist
"een vereniging De Jump onwaardig" genoemd, vanwege
heftige discussies. Een jaar later werd een buitengewone
ledenvergadering gehouden omdat De Jump fl. 100,-
boete moest betalen of anders zes maanden geschorst
zou worden. In een viertallenwedstrijd bleek namelijk,
dat iemand van het eerste team lid geweest van de NSB
(toen 'politiek delinquent' genoemd). Er werd gestemd
en men koos voor de schorsing. Een voorstel om meteen
het lidmaatschap van de NBB op te zeggen haalde het
niet. Het bondslidmaatschap kwam in die jaren overigens
tijdens vergaderingen wel vaker aan de orde en heeft
uiteindelijk zelfs een keer geleid tot een breuk met de NBB
die maar liefst 17 jaar lang heeft geduurd. In 1986 werd De
Jump opnieuw lid van de bond.
Er waren, zeker in de begintijd, ook vele bestuursverga
deringen. Of de club nu 12 of 60 leden telde, het bestuur
vergaderde dat het een lieve lust was en ook waren er
altijd voldoende kandidaat-bestuursleden te vinden. Het
kon niet op in die tijd. Zo was er een vice-voorzitter, een
tweede secretaris en een tweede penningmeester. Alleen
in de periodes 1964-1965 en 2004-2006 draaide De Jump
zonder voorzitter. En passant verhuisde de club regelmatig
van de ene locatie naar de andere. Roerige tijden waren
het soms die, wat locatiekeuze betreft, tot op de dag van
vandaag lijken voort te duren. Naast café Flora werd er
achtereenvolgens gespeeld in Hotel Kennemerhof, het
Cultureel Centrum, Hotel Royal, café Kraak, de Poort van
Velsen, 't Patronaat (voor de goede orde: die in IJmuiden,
waar nu het Fidelishof is) en daarna weer terug naar het
Cultureel Centrum. Vervolgens verhuisden we naar café
Griffioen, toen naar De Abeel, waarna we onze intrek
namen in het Pannenkoekenhuis in Velsen-Zuid om ver
volgens te verkassen naar het Jan Ligthart gebouw. Na nog
een aantal jaren zalencentrum Velserduin als thuisbasis te
hebben gehad, keerden we weer terug naar het Jan Ligt
hart gebouw aan de Eksterlaan. Gemeentelijke plannen
om de voormalige school om te bouwen tot woningen,
noodzaakten ons om nauwelijks anderhalf jaar later weer
elders onderdak te zoeken. Na zes maanden in het Wijkge-
bouw De Rank in IJmuiden West gespeeld te hebben, heeft
de club thans haar onderkomen in recreatiezaal 'Velser-
hooft' in Santpoort-Noord.
Voor de liefhebber van anekdotes uit het bridge-
verleden
Slauenburg's ISA
Bob Slavenburg had een hekel aan de gebroeders
Oudshoorn. Toen hij met Polak eens tegen hen speelde,
vroeg Leo Oudshoorn aan Polak: 'Hoe sterk is jullie
ISA opening?'. Zegt Slavenburg: 'We openen geen ISA.'
Oudshoorn zegt: 'ja maar voor het geval dat....'. 'Niet
zeuren', zegt Slavenburg. 'We openen geen ISA.'
Ze beginnen en meteen opent Slavenburg ISA. Een ra
zende Oudshoorn tegen Polak: 'Hoeveelpunten is dat?'
'Geen idee', zegt die. Wedstrijdleiding erbij: 'Meneer
Polak, u moet zeggen hoe sterk dit bod is.' 'Ikheb nog
steeds geen idee, maar zullen we het eens aan meneer
Slavenburg vragen?"
Bob Slavenburg (r) met Hans Kreijns, wereldkampioenen
"paren" in I966
30