Nu nog een klein stukje wat ik zelf, Cees heb meegemaakt.
U zult het waarschijnlijk niet willen geloven. Er waren
dames bij die vies waren van de caddies. Ik heb het zelf
meegemaakt: 'Caddie loop niet zo dicht bij mij'. Nou, dat is
zo erg niet. Maar nu wat anders: 'Kom niet met je handen
aan mijn grips'. Men kon vroeger zelden stokken koopen
bij de pro of men moest ze eerst een maand vooruit
bestellen. Die stokken moesten met de hand gemaakt
worden. De houten stokken kwamen uit Engeland. De kop
een dik stuk hout. Model van de kop met gat er in. De shaft
een houten stok van boven iets dikker. De ijzers losse kop
pen en dikke shaft. Dus u begrijpt wel hoeveel werk er aan
was eer die klaar waren. Dan komt pas koppen bijwerken,
de shaft afschrapen, de houten iets wippie, de ijzeren iets
stijver, grips omleggen, mooi vakwerk.
Vaste betrekking in 1916
In het jaar 1916 kreeg ik een vaste betrekking. Op zekere
dag moest ik als jongen bij het Bestuur komen. Nou, dat
was wat. Ik erheen. Even gepraat, wat te drinken, dat
was een kogelflesje. Toen alles besproken was, werd ik
aangesteld voor vast. Het was 17 juni 1916. Toen begon ik
te werken voor halve dagen 's-morgens en de namiddag
caddie. Ik begon in de morgen om 7 uur: bunkers harken,
gras ophalen met kruiwagen, koemest ophalen van banen
en greens. Dat heb ik 2 jaar gedaan. Het was aardig werk
en het werd nog goed betaald. Ook voor de ochtenden in
de week 1 gulden. Dat was het werk in die 2 jaar.
Nu iets over de middaguren caddie zijnde.
In de middag moest ik dan tassen dragen. Dat noemde
men vroeger zoo. Het was in de oorlog van 1917. Toen
speelden op de Kennemer heel veel officieren uit Enge
land. Zeker wel zo'n 30 man. De meesten waren beste
klanten. Die kwamen elke middag op de flets uit Sant
poort. Dat was een twintig minuten fletsen. Daar lagen
zij in kosthuizen. Dan kregen zij hun broodje mee naar de
golf. Het eerste wat zij deden was het brood aan de caddie
geven. Dat was al heel wat. Daar zat je al op te spinnen,
want je barstte van de honger. Wij hadden toen ook heel
weinig te eten. Voor je de baan opging, kon je eerst je
broodje opeten, de heren een kop koffie drinken. Dat
duurde een half uurtje en dan gingen wij naar de baan.
Het waren meestal 2 x 9 holes. Meest een vierbal. Dat
duurde 2 uur. Er waren hele beste spelers bij. Wel een man
of 10 tusschen 2-8 handicap. Dus dat ging nog al. Toch
speelden zij allemaal met houten shafts, dus daar heb ik
nog wel een beetje van geleerd.
Zo liepen we dan zo'n 18 holes, nu en dan een sigaretje
en zoo waren die twee en een half uur weer voorbij. Nu
nog afrekenen. Als je van de laatste hole kwam, kreeg je
twee rose bonnen a 1 kwartje per stuk voor 18 holes. Dan
Op de zesde tee
was het eerste woord: 'you clean the clubs'. De heren
naar binnen, verkleden, daarna een biertje drinken of
zoo iets en de caddies dan maar schuren. Daar had je wel
een kwartiertje overwerk aan, want het waren allemaal
ijzeren koppen. En de houten moest je met een natte
spons schoonmaken. Want vlak bij de kop zaten meestal
ingezaagde veeren en dan met een beetje vet inwrijven.
Was dit gebeurd, stokken wegzetten en dan maar wachten
tot de heeren eindelijk eens zouden komen. Dat duurde
wel eens een uurtje. Dat was niet zoo erg. Dan stond je zo
een half uur met je flets in je handen bij de hoofddeur te
wachten. Dan kreeg je meestal 25 a 30 cent fooi. Daar was
het natuurlijk om te doen."
Bron:
Het jubileumboek 1910-2010, 100 jaar Kennemer Golf
Country Club
60