In 1947 is sprake van een grote droogte, wat weer een
flinke stijging van de prijzen veroorzaakt.
In 1949 mengt de belastingdienst zich in een discussie.
De tuinders die zich hadden verbonden aan de veiling
verplichtten zich tot afdracht van alle geoogste producten
aan de veiling. Hoe zat het dan met eten uit eigen tuin?
Er werd bepaald dat een gezin onbeperkt van eigen land
mocht eten. De belastingdienst ziet dit als een vorm van
verworven inkomsten en slaat een tuindersgezin aan voor
fl. 35,- per jaar.
In 1950 wordt vanwege de oogst van inferieure kwaliteit
maar liefst 1180 ton aardbeien doorgedraaid, grotendeels
uit Brabant en Gelderland: de veiling vreest nl. ongeloof
waardigheid en imagoschade.
Besturen en beheren
Het kwam voor dat bestuur en de directie van de veiling,
gevoed door eigenbelang, niet altijd een even rechtvaar
dig en goed beleid voerden, wat ertoe leidde, dat veel
tuinders de veiling (voorlopig) gingen mijden, aangezien
zij uiteindelijk gezamenlijk de lasten van het verlies zouden
moeten dragen.
Zo blijkt dus elk beroep zijn voor- en tegenspoed te ken
nen.
Bronvermelding
Zie artikelen over de aardbeienteelt en de veiling,
pag. 4 en pag. 9
16