Maar ook het gebied ten noorden van Haarlem bood mogelijkheden. Santpoort en de bollen De grote blekerijen in Santpoort® en de buurtschap Jan Gijzen waren op hun retour. Dit kwam door concurrentie en de komst van chemische bleekmiddelen. Bovendien raakte de productie van linnen en garen in verval. In de 18e eeuw bloedde de bleekindustrie in Santpoort vrijwel dood. De gronden werden verkaveld. Een deel van de gronden ging naar de buitenplaatsen. Op een ander deel vestigden zich kwekers, van groente, maar na 1850 ook van bloembollen. Men kocht weilanden/teellanden op, repareerde oude schuren voor bollenstellingen. Als er genoeg geld was zette men nieuwe schuren neer. Als er geen geld was droogde men de bollen op zolder of in een klein kamertje thuis. Bollengrond was erg lucratief. Zo werd in 1892 een hectare bloembollengrond met een boerenwoning met stalling (genaamd de Krocht) bij de Jan Gijzenvaart verkocht voor 12.350 gulden. "Voor die tijd", aldus de schrijvers van 'Bloeiende Bedrijvigheid, 400jaar bloembollenbedrijven in Zuid Kennemerland'"een klap geld". Veel meer dan gewoon weiland opbracht. Veel winst was er te behalen in de bollenteelt, maar er was ook meer risico. Grond werd ook verhuurd. In 1893 werd er bijvoorbeeld anderhalve hectare "uitmuntende bollengrond voor de tijd van zes jaar" te huur aangeboden. Met als pré de gunstige ligging: "in de onmiddellijken nabijheid van den straatweg en den Tol op de Jan Gijzenvaart". In Santpoort Zuid, de toenmalige buurtschap Jan Gijzen, ontstonden de bloembollenkwekerijen vooral aan de westelijke kant van de Jan Gijzenvaart, die toen doorliep tot aan de huidige gemeentegrens met Bloemendaal. Aan de oostelijke kant werd meer groente verbouwd. In het huidige Santpoort Noord lagen de bollenvelden rond de molen, westelijk van de Kerkweg, rondom de Dreef en in de Biezen. Overal kwamen er bollenschuren. Bollenkwekers organiseren zich: De Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur. In 1860 werd de Algemeene Vereeniging voor Bloembol lencultuur opgericht. Daar Haarlem de bakermat was van Bollenveld bij de molen 1885. Archief Jonker. de bloembollencultuur, koos men voor Haarlem als zetel van de vereniging. Men vond samenwerking noodzakelijk: er kwamen steeds meer nieuwe teeltvormen, de handel nam toe en de gebieden waar bollen geteeld werden kenden een steeds grotere spreiding. Overal in het land werden afdelingen opgericht; vertegenwoordigers van de afdelingen vorm den de Algemene Vergadering, het hoogste orgaan van de vereniging. Om de leden op de hoogte te houden, ontvingen zij wekelijks kosteloos het Weekblad voor Bloembollencultuur. Ook hier in Santpoort organiseerden de bollenkwekers zich. De in 1879 opgerichte afdeling Schoten werd in 1889 de afdeling Schoten-Velsen. Er waren zelfs twee afdelingen in dezelfde regio: in 1888 was ook al de 'Afdeeling Sandpoort' opgericht.® De 'Sandpoorters' zaten niet uitsluitend in de laatstge- 18 (3) In de gebruikte bronnen heeft men het in deze periode over Sand- poort. In deze tekst wordt Santpoort gebruikt, behalve in citaten. (4) Het is niet duidelijk waarom er twee afdelingen waren. Helaas zijn de archieven van deze afdelingen verdwenen of in ieder geval niet aanwezig. op het Noord-Hollands Archief. Wel staan er - vaak summiere - berichten in het Weekblad voor Bloembollencultuur, het orgaan van de Vereenig ing.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2017 | | pagina 20