noemde club, in 1892 kwamen vijf van de 25 leden van de Afdeling Schoten-Velsen uit Santpoort, waaronder leden met nu nog bekende namen als Tabernal en Nijssen. Het aantal Santpoorters nam in de jaren daarna toe. Hieronder bevond zich ook J.R. Wüste, met zijn vrouw Olga E.A.E. ba ronesse von Gotsch, bewoners van landgoed Spaarnberg. De 'Afdeeling Sandpoort' had in 1892 24 leden, 14 daarvan kwamen uit Santpoort, ook hierbij bekende namen, zoals P. en J.P. Handgraaf. In 1896 'klapte' het in de 'Afdeeling Sandpoort'. Waarom is onduidelijk. Het bestuur van de Afdeling trad af en daarna stapten vrijwel alle leden op. Uiteindelijk bestond de Af deling uit een bestuur met 1 lid en 2 donateurs. De meeste leden hadden ook het lidmaatschap van de Vereniging opgezegd, slechts een enkeling stapte op dat moment over naar Schoten-Velsen. De afdeling Sandpoort werd hetzelfde jaar nog opgeheven. In 1900 was er dus één Afdeling in deze regio, nl. Scho ten-Velsen. Van de 34 leden waren er 12 afkomstig uit Santpoort en 2 geven als woonplaats Jan Gijzenvaart op. Een ander deel kwam uit Schoten en enkelen uit Haarlem, Bloemendaal en Driehuis. De Afdeling vergaderde zes keer per jaar, aanvankelijk sprak men steeds over een bijeenkomst in het 'gewone Hyacintenveld op het terrein bij Duinlust. Westelijk deel van de Jan Gijzenvaart. Archief Jonker. lokaal', blijkbaar was dit voor iedereen duidelijk, later in met naam genoemde cafés: het café van J.Th. Böhm jr. te Santpoort (1910), Kennemerhof in Schoten of Stationskof fiehuis Klauwers (1915) in Santpoort-Station. Men vergaderde vaak over stukken vanuit het Hoofdbe stuur, maar ook over zaken van de eigen afdeling. Over dit laatste komen we af en toe informatie in het Weekblad tegen. In 1891 deed de Afdeling bijvoorbeeld grote moeite om de Gemeente Velsen zover te krijgen hondenbelasting in te voeren. Men hoopte "daarmee het aantal loslopende en aan de bloembollenvelden schade toebrengende vier voeters te beperken", aldus een verslag van de Afdeling Schoten-Velsen (april 1892). Zolang de hondenbelasting er niet was, waakten twee veldwachters bij de hyacin- tenkuilen(5). Leden betaalden hiervoor een halve cent en niet-leden 1 cent. Dat was dus één van de voordelen van het lidmaatschap. In hetzelfde verslag schrijft men dat "kosten noch moeite zijn gespaard om een wijziging tot stand te brengen van den zozeer door hare leeden, op één na, verfoeide jachtwet". In 1893 werd de gewenste hondenbelasting ingevoerd. Ook pleitte men dat jaar bij de gemeente voor verbetering van het vaarwater, erg belangrijk voor de kwekers. Jammer genoeg zijn de jaarverslagen van de Afdeling(en) in het Weekblad in de jaren daarna zeer summier en geven alleen informatie over het aantal vergaderingen, waarbij vermeld werd dat die "zeer goed" of "tamelijk wel" bezocht werden. Ook was men positief over de sfeer: de vergaderingen kenmerkten zich door "een opgewekten geest" schreef de secretaris van de 'Afdeeling Sandpoort' in 1893. Op de bijeenkomsten was er aldus een verslag in 1893 een "levendige belangstelling" voor de onderwerpen die in de Vereniging aan de orde waren. Een enkele keer lezen we over de inhoud van het overleg. Zo werd in 1896 na een "langdurige discussie" een motie aangenomen waarin steun uitgesproken werd voor het voorstel dat in de Algemene Vergadering aan de orde zou komen om naar het voorbeeld van Duitsland een rijkspensioenfonds voor werklieden te stichten. Maar in de Algemene Vergadering voerden de vertegen woordigers van de afdelingen uit deze omgeving zelden het woord. Wel vermeldt de Afdeeling Sandpoort in 1893 dat zij bij het Hoofdbestuur grieven heeft geuit over de voorstellen t.a.v. een bedrijfs- en beroepsbelasting van de Regering. Deze regeringsvoorstellen hadden een grote on rust onder de kwekers veroorzaakt en de Vereeniging voor Bloembollencultuur spande zich in om vrijstellingen voor de bloembollensector te verkrijgen, wat uiteindelijk lukte. De bijeenkomsten waren niet alleen maar serieus, de vergaderingen werden vaak afgesloten met een verloting van "voorwerpen die met het vak te maken hadden". In 1911 werd afscheid genomen van de voorzitter van de 19 (5) Hyacinten werden na het rooien en een warmte periode gekuild om een koude periode door te maken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2017 | | pagina 21