Oorspronkelijk waren er alleen 'Groene veilingen', d.w.z.
veilingen van te velde staand gewas. Deze veilingen waren
er al sinds de 17e eeuw. De bloeiende bollen werden óp de
tuinen 'per plant', maar meestal 'per regel' verkocht. Op
'Droge veilingen' werden de bollen na de oogst verkocht,
dit gebeurde meestal in het najaar.
De veilingen stonden onder leiding van een directeur,
vaak een kweker of exporteur die dit erbij deed. In grote
advertenties werden de veilingen aangekondigd, vaak in
verschillende plaatsen, waaronder regelmatig veilingen
in Santpoort. Zo werd er in april 1893 door H. Homan
Zn, directeuren te Noordwijk, een veiling georganiseerd in
Santpoort/Schoten: "men kan zich nog aansluiten".
Op 24 april is er weer een publieke veiling in Jan Gijzen-
vaart en in mei van hetzelfde jaar organiseren A. Roozen
Zn. veilingen van hyacinten en tulpen op 9 tuinen te
Santpoort. Ook in de jaren daarna is er sprake van verschil
lende veilingen.
Vanaf het eerste decennium van de 20e eeuw is een bedrijf
uit Limmen heel actief op dit gebied o.a. in Santpoort. Zo
organiseerde het onder de naam 'Hyacinthenveilingen' op
15 april 1911 een veiling te Jan Gijzenvaart en 10 dagen later
ook nog één in Santpoort. De eerste was een zg. liqui
datieveiling: de "geheele kraam van wijlen dhr. Peschar"
werd geveild: "groote partijen l'Innocence, Albertine etc.
beneevens enige partijen handelstulpen".
Het waren Groene veilingen, de uitslagen werden enige
tijd later per regel vermeld. In mei en juni waren er weer
veilingen van hetzelfde bedrijf uit Limmen nu onder
de kop 'Bloembollenveilingen', op 6 mei in Schoten en
Santpoort en in juni voor de heren gebroeders Hulsebosch
een veiling van "groote en ter veld staande partijen Iris
Hispanica, Koningin Wilhelmina" en voor dhr. A. Tabernal
3000 regels Golden Spur extra. De veiling "begint om 10
uur precies op den tuin van Hulsebosch - Halte Rosenstein
Stoomtram".
Overigens nam het aantal groene veilingen na 1910 af. De
kosten waren hoog en er waren relatief vaak problemen.
Men kocht steeds meer rechtstreeks van de kwekers. Maar
vooral nam het belang van de droge veilingen toe.
Een andere manier van handel drijven was via de Beurs.
Vanaf 1860 organiseerde de Algemeene Vereeniging voor
Bloembollencultuur de bloembollenbeurs in de Stadsdoe-
len in Haarlem. Altijd op maandag, tegelijk met de weke
lijkse marktdag. Later verhuisde men naar het gebouw De
Vereeniging. Vóór die tijd ontmoetten de kwekers elkaar in
cafés. Van enige reglementering was nog geen sprake; de
handel was nog een zaak van vertrouwen. De handel via
de beurs gebeurde namelijk 'ongezien', in tegenstelling tot
de handel via de veiling.
Het Aanzeghuis
Een ander belangrijk fenomeen in de bollenhandel was het
Aanzeghuis. Dit was opgericht in 1896. Het was gevestigd
in Haarlem aan de Turfmarkt. Het was een tijdelijke opslag
voor bollen die niet op tijd afgehaald waren of nog verder
moesten worden getransporteerd. Een distributiecentrum
Een groene bollenveiling rond 1910 op de hoek Korte Zijlweg/
Zandvoorterpad.
dus. De manden werden in het pakhuis achter het huis op
geslagen. De bollen werden gebracht via het water of over
de weg. De vervoerder bracht volle manden en nam lege
mee terug. Het betekende een verhoging van de onkosten,
maar voldeed aan een behoefte. Ook de bollenkwekers in
Santpoort maakten er gebruik van. In januari 1901 wordt
gemeld dat in het jaar 1900 voor Santpoort en Jan Gijzen
20 volle manden bloembollen bezorgd zijn en 107 lege
manden. Ter vergelijking: in Overveen ging het om 2148
volle manden en 1519 lege. Dit zal te maken hebben met
de omvang van de bollencultuur- en handel in Overveen.
Maar misschien maakte men ook meer gebruik van het
Aanzeghuis in Haarlem.
Het Scheidsgerecht
Bollen kopen en verkopen was een ingewikkelde zaak, om
dat het gebaseerd was op vertrouwen. Een goede naam
was dus belangrijk. De koper zag de bollen vaak niet, hij
'kocht ze in de grond'. De koper moest er op vertrouwen
dat de kleur en kwaliteit klopte met wat hij gezien had in
het voorjaar. Een bekend misbruik was het 'remplaceren',
een dure cultivar vervangen door een goedkope. De mees
te koopwaar werd pas betaald na de 'opneemdagen'(7) of
na levering. Dit leverde soms conflicten op.
21
(7) Dagen waarop de bollen uit de grond 'opgenomen' konden worden.