GROOTE VEEVOEDERVEILING eind 19e eeuw een schaarste aan arbeid omdat ouders hun kinderen niet meer in de bollen wilden laten werken. In 1901 werd de eerste werknemersorganisaties opgericht: De Algemeene Bond van Werklieden in de Bloembollenkwee- kerij. Er zijn klachten over niet doorbetalen bij ziekte, lage lonen en een zeer laag pensioen. In het eerste kwart van de 20e eeuw kwam er langzaam verbetering in de arbeids voorwaarden van de werknemers in de bollensector, door maatregelen van de overheid, maar ook door afspraken tussen werknemers en werkgeversorganisaties over lonen, werktijden en regelingen bij ziekte. Mechanisatie deed maar heel langzaam zijn intrede. Er werden wel machines zoals een plantmachine, een harkin- richting, een rooimachine uitgeprobeerd, maar die bleken niet goed te bevallen. Alleen de sorteermachine bleek een succes, de rest bleef handwerk en dat maakte de bloem bollenteelt dus heel arbeidsintensief. In de teelt waren groenten een vast onderdeel. Vanwege vruchtwisseling werd ongeveer een kwart met groenten verbouwd. Groenten, zoals bonen, kool en vroege aard appelen werden ook toegepast als voor- en nateelt van bollen. Dit was vooral om het land stuifvrij te houden en niet te hoeven spitten. De opbrengst was gelijk aan de kosten en daarmee was het een goedkoop antistuifmiddel. De Eerste Wereldoorlog Vanaf 1860 tot 1914 was er in de bloembollenteelt en handel, afgezien van tijdelijke inzinkingen, sprake van een BELANGRIJK BERICHT. Jn het Bollenland. Wem Bollenveld met zicht op de Vinkenbaan. Archiefjonker. Coöperatieve Veilingvereniging ..Concordia" te Haarlem. Hyacinthen, Tulpen, Narcissen, Crocus en Iris. Aankondiging voor veevoederveiling uit 1917. opgaande lijn: sterke uitbreiding van het areaal, uitbrei ding van de (internationale) handel, een steeds betere organisatie etc. Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak onstond er in eerste instantie grote paniek: wat zou dit betekenen voor de ex port? De eerste jaren van de oorlog bleek dit mee te vallen, in het eerste oorlogsjaar exporteerde men evenveel als in 1913. Maar in de loop van 1915 kwamen er steeds meer in voerbeperkingen en ook de binnenlandse vraag nam af. De prijzen daalden, terwijl de kosten stegen door de schaar ste aan grondstoffen. Vanaf 1916 werd het steeds moei lijker. De kwekers kregen in de loop van de oorlog steeds meer te maken met maatregelen vanuit de overheid: kunstmestbeperking, inkrimpingsmaatregelen, distributie en rantsoenering bv. van brandstof. Het bollenoverschot werd vaak gebruikt voor veevoeder en industriële doelein den. In Dagbladen verschenen zelfs recepten om gemalen bollen te gebruiken bij het bereiden van brood. Vanaf het begin van de oorlog verbouwden de bollenbedrijven steeds meer groente. De groenteteelt bracht steeds meer op, de groenteprijzen stegen 5 tot 10 maal. Het had zijn weerslag op de hele sector. Het Weekblad voor Bloembollencultuur veranderde van karakter. Naast de gebruikelijke advertenties waarin bloembollen aangebo den werden, ziet men steeds meer advertenties voor bonen, kool, rapen 23 zal DINSDAG a.s. te 2 UUR een bonden l'KK KII>» van Il.il. Iiizenders kunnen deze per schuit ui' per knr aanvoeren aan liet V KILINGG KIM >t W. KOUD K N HORN - Deze bollen moeten voor l uur ;i:tn het gebouw aanwezig zijn. waar ook verder inlichtingen te bekomen zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2017 | | pagina 25