Strontrace Friesche koemest is eeuwenlang bijzonder geliefd vanwege de hoge kwaliteit. De mest wordt door de mestvaarders in een smak, een traditionele platbodem, aangevoerd over het IJsselmeer naar de tuinbouwge bieden in het westen van ons land. De tuinders halen vervolgens zelf de mest op bij de haventjes. Sinds 1974 wordt ter herinneringaan het werk van desmakman nenelk jaar de strontrace gehouden; daarbij mag al leen op wind en menskracht (bomen en jagen) worden gevaren. Vanuit Workum kan men kiezen uit twee routes naar het eindpunt, het haventje van Warmond, waar de bemanning de zakken mest zo snel mogelijk uitlaadt. De burgemeester verwelkomt ze persoonlijk, waarna ze een uurtje rust mogen nemen en worden voorzien van soep, koffie/thee en broodjes. De te volgen routes naar Warmond en terug zijn over het IJsselmeer via Amsterdam/Haarlem door het Spaarne ofwel via de Ringvaart van de Haarlemmermeer. Heen- en terug reis moeten via verschillende routes gaan. N.B. Alida Smakman, de 7-jarige dochter van de eerste sluismeester van IJmuiden heeft op 19 augustus 1875 de eerste steen gelegd ter herinnering aan de stichting van IJmuiden. Leden van de familie Smakman kwamen via deze route naar Lisse en vestigden zich later in IJmuiden en Sant poort. Deeerste steen" is te bewonderen in het Zee- en Havenmuseum in IJmuiden. Een van de nazaten is Theo Smakman, die tussen 2004 en 2014 als vice-voorzitter en tussen 2014 en 2017 als medewerker actief is geweest voor de Stichting Santpoort komen wordt door de Europese Commissie voorgesteld om een Unie van Producentengroeperingen per land op te richten, waarbij het productievolume per product niet meer dan 5% van de totale productie van de E.E.G. mag bedragen en leden hun gehele productie door de groepe ring moeten laten afzetten. Wil men de individuele vrijheid opofferen? In landen met een klein areaal bloembollenteelt is het gemakkelijker een groepering op te richten en binnen de 5% te blijven. Slaat de 5% op de totaalproductie, alle bollen samen of per ras? Hoe krijg je een betrouwbaar productieoverzicht in de gehele E.E.G.? Kortom, vele vragen gaan richting het Hoofdbestuur. Al snel blijkt dat het de grote E.E.G. landen niet zozeer om de tuinbouw, maar om de landbouw gaat. Teeltbeperkin gen zijn gaandeweg afgeschaft. De principes van de vrije markt gingen gelden. Santpoortse gezelligheid, ondernemingslust en vakkennis gaan hand in hand. Opvallend is de lange zittingstermijn van de bestuursle den. Termijnen van 20 tot 30 jaar zijn geen uitzondering, maar de heer Anton Nijssen spant de kroon met 50 jaar 1e voorzitterschap. Op 13 januari 1970 is hij dan ook tot ere-voorzitter benoemd tijdens een feestelijke vergade ring. Tegelijkertijd ontvangt hij van het Hoofdbestuur van de KAVB het ere-lidmaatschap vanwege zijn verdiensten voor het bloembollenvak in het algemeen, vanwege zijn kennis van de nationale en internationale verhoudingen, de handel naar het buitenland en zijn uitstekende kwalitei ten als vakman, in het bijzonder vanwege de ontwikkeling van nieuwe soorten en teeltwijzen. Zie ook het artikel over Anton Nijssen Zn op pag. 53. De cijfermatig meest opvallende prestatie is de veredeling en vermeerdering door Anton Nijssen Zn van de tulp ''Monte Carlo'' (1955). Van dit ras staat op enig moment in Nederland een areaal van ruim 700 hectare. Géén andere tulp in Nederland heeft dit ooit nog benaderd. In de Ne derlandse snijbloemenstatistiek worden er tot soms 300 miljoen jaarlijks aangevoerde stelen op de Nederlandse bloemenveilingen (VBN) genoteerd. Sommige namen zoals Tabernal, Ter Metz, Handgraaf, Wigchert en uiteraard Nijssen blijven terugkomen als leden van het bestuur, omdat de functies nogal eens overgaan van vader op zoon. Aangezien de naam Nijssen op sommige momenten wel een kwart tot een derde van de ledenlijst beslaat, zitten daar ook steeds bestuursleden tussen. Tijdens de ledenvergadering van april 1967 is er speciale aandacht van de voorzitter en de KAVB voor de heer A. Tabernal, die dan 25 jaar secretaris is van de afdeling Santpoort. Vóór hem zijn al twee generaties Tabernal actief: zijn grootvader rond 1911, en zijn vader van 1916 tot 1926 als vice-voorzitter en daarna als secretaris tot aan zijn dood in 1941. In 1942 volgt de jubilaris hem op. Ook is hij actief als correspondent van het scheidsgerecht tot januari 1966. In beide functies wordt hij opgevolgd door dhr. C. J. van Duijn. Het aantal leden bedraagt in de vijftiger jaren van de 32

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2017 | | pagina 34