De Nijssens in de bollen Lieke Baron Anton Nijssen en zonen Uit de memoires van Anton Nijssen Een van Santpoorts grote kwekers was Anton Nijssen (geb. 1894). Met het gezin woont hij aan de Hoofdstraat, hoek Broekbergenplein. Als hij negen jaar is verhuist het gezin Nijssen naar een woning aan de Rijksweg 297, waarvan hij de eerste steen heeft gelegd. Het huis krijgt de naam "Nooitgedacht". Anton is het enige kind uit het tweede huwelijk van zijn vader Jacob (zie pag. 49) met Maria Christina Maarschalk. Anton blijkt een jongen wie het ondernemerschap in het bloed zit, in die zin ook, dat hij al vroeg experimenteert met gewassen. Zo tracht hij met het broeien van bollen, een dan nog redelijk onbekende techniek in Nederland, de bloei van bloemen te versnellen. Aan het huis aan de Rijksweg staat een holkast, een soort serreachtige aanbouw; deze ligt op het zuiden. De holkast wordt verwarmd en de luchtvochtigheid is hoog. Op deze manier probeert Anton Nijssen met vanwege de Eerste Wereldoorlog goedkope bollen in de winter op bescheiden schaal hyacinten en tulpen te kweken. Dat lukt hem, maar in oorlogstijd is het moeilijk bloemen verkopen. Met zijn mandje vol gaat hij in Haarlem, Over- veen en Bloemendaal de bloemenwinkels af in de hoop zijn "oogst" te kunnen slijten. Soms lukt dat. De keren dat hij onverrichter zake terugkeert, ontdoet hij zich van de bloemen uit vrees uitgelachen te worden. Later probeert hij de verkoop uit te besteden aan een bekende straatventer, Jaap Musch. Op diens handkar wordt een glazen kapje bevestigd, waaronder potjes met 3 gebroeide tulpjes versierd met groen worden uitgestald. Zo kunnen de mensen midden in de winter toch bloemen in huis halen. Dit alles gebeurt op provisiebasis, met wisselend succes. In de oorlogstijd ligt de bloemenexport stil en zijn bloem bollen zeer goedkoop. Om de verkoop hiervan te bevorderen leent Anton Nijssen geld van zijn peetoom Jaap, laat een foldertje maken met een offerte voor bloembollen en bezorgt die bij particulie ren en instellingen. Hij speelt quitte. In de avonduren volgt hij lessen in Duits, Engels en boek houden; alsof hij al loopt te denken over plannen om naar het buitenland te gaan. Een eigen bedrijfje In de winter van 1916-1917 overlijdt zijn vader tengevolge van een ongeluk met de stoomtram. Er volgt overleg binnen de familie en Anton start met een krediet van de Boerenleenbank zijn eigen bedrijfje. Hij huurt de tuin en de schuur, koopt bedrijfsbenodigdhe- den als mest en zaaigoed en zaait vroege spinazie. Naast veel zorg experimenteert hij met het steeds toedienen van een beetje stikstof. De oogst van de koude grond is groot en dat haalt de krant. In 1920 koopt hij het perceel Hofgeestereinde aan, waar door zijn bedrijf ruim twee keer zo groot wordt. Hij richt zich weliswaar, bijgestaan door zijn vrouw Geer- truida Maria van der Lem (Wijk aan Zee en Duin, 1896), op de groente- en aardbeienteelt, maar zijn hart ligt in feite bij de bloembollen. Hij gaat zich steeds meer bezighouden met de bollen- en bloemenhandel van tulpen, narcissen en hyacinten. Van afvalhout laat hij een soort kas bouwen en broeit daar in de winter tulpen en narcissen. Tevens zoekt hij naar voor de broei geschikte maar nog onbeken de soorten: dat kan de verkoop alleen maar bevorderen. Mooie tulpennamen komen voorbij, zoals: Duc van Tol White maxima, E.V. Prins van Oostenrijk, E.V. Vermilion Brilliant, D.V. Couronne d'Or en E.V. Mon Trèsor®. Aan het eind van de Eerste Wereldoorlog, staat Engeland als afzetgebied opeens weer open voor de export, hetgeen de prijzen omhoog jaagt, dit tot groot voordeel van de jonge Nijssen. In de winter van 1917 wordt de bloemenveiling Het Cen trum in Beverwijk opgericht. Anton brengt als een van de eerste aanvoerders zijn goe deren daar ter veiling. 53 (1) E.V. Enkele Vroege tulp, D.V. Dubbele Vroege tulp

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2017 | | pagina 55