Lukt het veilen bij Het Centrum niet, omdat er bijvoor beeld te laag geboden wordt, dan kan het voorkomen dat men de handel weer inpakt om de volgende dag per boot naar Amsterdam te gaan, waar men achter het station afmeert om de bloemen naar de bloemenmarkt aan het Singel te brengen, waar ook Aalsmeerse kwekers komen. Daar wordt dan alsnog de handel geveild. Anton Nijssen staat daar goed bekend vanwege de kwaliteit van zijn bloemen. In 1922 behaalt hij op een bloemententoonstel ling in De Zon in Beverwijk maar liefst zeven gouden en zilveren medailles. Een achterliggende reden om in Amsterdam te gaan veilen, is de macht van bepaalde bloemenhandelaren van veiling Het Centrum te breken, althans zo ziet hij dat. Hij schrijft: "De lieden van Het Centrum kwamen dan soms weer praten of ik terug kwam en zo verdeelde ik het vaak maar zo'n beetje." Samenwerking met halfbroer Piet Begin jaren '20 gaat Anton steeds meer samenwerken met zijn halfbroer Piet, die een eigen kwekerij heeft in Velseroord, het tegenwoordige IJmuiden-Oost. Ook Piet is succesvol bij het kweken van bloembollen, het vervroegen van de bloei en de veredeling. Zie pag. 60 e.v. In 1926 richten ze samen de Naamloze Vennootschap Bloembollenkweekerij en Handel Gebroeders A. en P. Nijssen bloembollenkweekerij op (pag. 46, afb. 4). Veel handel gaat naar Aalsmeerse exporteurs. Na enkele jaren wordt hun broer Cornelis erbij gehaald voor de administratie. Hij is aspirant boekhouder en beschikt over een grote talenkennis Het broeien laat Anton Nijssen echter niet los. Het gaat hem niet zozeer om het broeien van handelssoorten, hij wil via experimenten manieren vinden om allerlei (liefst onbekende) soorten zo vroeg mogelijk in bloei te krijgen. Hij laat bijvoorbeeld de tulpen een uitgebreide voorbehan deling ondergaan: na rooien in de broeikas laten narijpen, drogen en daarna zwaar koelen bij vriestemperatuur. In feite is dit een nabootsing van het klimaat van de gebie den, waar bloembollen oorspronkelijk vandaan komen. Hierdoor wordt de aanleg van de bloem vervroegd, waar door de bloem het jaar daarop eerder bloeit. Op tentoonstellingen wint hij prijzen, wat weer gunstig uitwerkt op de naamsbekendheid en de daaruit voort vloeiende uitbreiding van de export. "Grote indruk maakt bijvoorbeeld de inzending, de allermooiste, op de Kerst tentoonstelling in 1922 met 36 soorten tulpen, iets wat waarschijnlijk nog nooit op een tentoonstelling is ver- Uit het notulenboekje N.V. Gebr. A. en P. Nijssen 1926-1943. toond", aldus het Weekblad voor Bloembollencultuur. Beiden zijn succesvol en als N.V. Gebr. A. en P. Nijssen winnen zij vele prijzen. In 1927 veroorzaakt een nieuwe methode van prepareren van hyacinten een ware sensatie en op de Winterflora in het Krelagehuis van 1938 winnen ze een gouden medaille van de Vereeniging "De Tulp". Gouden medaille van de Vereeniging "De Tulp" 1938. Mr. P Steenberghe, minister van Economische Zaken, heeft de ten toonstelling geopend. Foto medaille door John Oosterhuis. Lumineus idee Het vroeger tot bloei krijgen is een onderwerp dat veel kwekers bezig houdt. Sommigen laten partijen bollen in Zuid-Frankrijk acclima tiseren om daarmee de vroegbloei te bevorderen. Anton Nijssen krijgt de lumineuze ingeving om door de aanleg van verwarmingsbuizen de volle grond te gaan verwarmen (pag. 46, afb. 5). Hem was namelijk opgevallen dat de bollen aan de zuidkant van de iets verhoogde kweekbed den eerder tot bloei kwamen, omdat zij meer zonnewarm te opvangen dan die aan de noordkant. De resultaten blijken dusdanig, dat hij in 1929 samen met zijn halfbroer besluit octrooi op zijn vinding aan te vragen. 54 (Zi*, 1/CC'ftZ ito t ft f j ftf. 4 L-, ftc-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2017 | | pagina 56