Tuinbouw op het gebied van
Bleek en Hoven
Annette Koster
Aan de rand van de Wüstelaan lag in het begin van de vori
ge eeuw het tuinbouwbedrijf van Jan Handgraaf (Johannes
Petrus 1862-1938). Jan was opgegroeid in een landbouw-
familie; zijn bloembollenbedrijf was gelegen op een deel
van de vroegere hofstede Bleek en Hoven®. Daarnaast was
hij in de jaren '20 en '30 wethouder van Financiën in de
Gemeente Velsen.
Het gebied van Bleek en Hoven strekte zich uit van de Delft
tot over de huidige Wüstelaan. Het bedrijf Handgraaf was
daar al gevestigd sinds 1837, toen de grootvader van Johan
nes Petrus, Johannes Handgraaf (1792-1854), een groot
deel van de hofstede Bleek en Hoven kocht. Hij had er een
gemengd bedrijf: veeteelt, akkerbouw en na verloop van
tijd ook bloembollen.
In de loop der jaren zijn delen van de grond verkocht ten
behoeve van woningbouw.
De geschiedenis van deze plek laat zien hoe een tuin
bouwgebied gaandeweg steeds meer versnipperde en hoe
langzamerhand de tuinbouw daar verdween.
Johannes Petrus Handgraaf stopte met zijn bedrijf, toen
in 1929 de crisistijd begon. Hij verpachtte daarna een deel
van zijn land aan tuinder en bloembollenteler fa. Wigchert
en zonen. Deze familie bewoonde vanaf die tijd het huis
naast Johannes Petrus.
Nadat de weduwe van Johannes Petrus, Christina Johanna
Handgraaf-Klauwers in 1945 was overleden, erfde haar
zoon Piet (Petrus Antonius Marie 1906-1998) een deel
met huizen en schuren (Bleek en Hoven). Haar zoon Niek
(Nicolaas Petrus 1893-1958) erfde een ander deel van de
grond, grenzend aan De Elta.
Piet Handgraaf had enkele jaren op een stuk land van
zijn vader een bedrijfje, maar stopte vanwege de crisis
tijd. Daarna ging hij elders in loondienst werken. Piet
verpachtte een stuk land tot ongeveer de jaren '80 aan
zijn in Santpoort Noord wonende neef Niek Handgraaf
(1924-2009, zoon van Nicolaas Petrus) en zijn zoon Ton. Zij
verbouwden groente, snijbloemen en bloembollen.
Ton vertrok later naar Amerika om daar bloemen te gaan
kweken.
Toen het echtpaar Wigchert eind jaren '50 verhuisde naar
de Hofgeest, betrok in 1960 een zoon van Piet, Jan Hand
graaf (Johannes Petrus Maria 1937-2015) de woning naast
zijn vader Piet.
Een van de zonen Wigchert, Klaas Wigchert, wonend
in Santpoort Noord, heeft het langst in het gebied zijn
tuinderij gehad, totdat hij rond 1975 met zijn bedrijf naar
Noordwijkerhout verhuisde.
De oudste zoon van Nicolaas Petrus Handgraaf, Jan,
bijnaam Lange Jan, woonde met zijn moeder naast hun
boerderij in de Elta en was veeboer en tuinder. Zijn
grasland lag tussen de Delft en De Elta (De Venen), op de
akkers grenzend aan De Elta teelde hij bloembollen. Later
is zijn deel stukje bij beetje in een gebied met volkstui
nen veranderd en is er een caravanstelling gekomen op
het deel tegen de Wüstelaan aan. Dit is de plek waar nu
nieuwe woningbouw is voorzien.
Einde van de tuinbouw
In de '70-er jaren liep het tuindersbedrijf op z'n eind; de
kleine percelen leverden te weinig op, mede omdat uit
breiding en kassenbouw niet mogelijk was. Op den duur
verdwenen de bedrijven een voor een door te stoppen of
het bedrijf te verplaatsen naar plekken die mogelijkheden
tot uitbreiding boden, zoals de fam. Wigchert en Ton
Handgraaf gedaan hebben.
Er dienden zich weinig of geen huurders meer aan.
De akkers werden met gras ingezaaid om het stuiven
tegen te gaan. Piet Handgraaf deed weinig meer met de
ontstane weilanden; wel ging hij uit liefhebberij schapen
houden en later mocht Joop Sintenie zijn vee daar laten
grazen. Joop hooide en zorgde voor het onderhoud van het
land. Dit alles was een vriendendienst.
Na het overlijden van Piet Handgraaf en Anna Hand-
graaf-van Schie in 1998 erfden hun zes kinderen de grond.
De grond werd hierna verkaveld. Zoon Jan (Johannes
Petrus Maria 1937-2015) kocht een deel, grenzend aan en
68
(1) Aanvankelijk was het Bleek en Hove; begin 19e eeuw is de -n toe
gevoegd.