Van tuinbouwbedrijf naar tuincentrum:
het bedrijf van Casper van Duijn
Annette Koster
Velen hebben het tuincentrum van Casper van Duijn aan
de Biezenweg nog op hun netvlies staan. Hoe is die ont
wikkeling van tuinbouwbedrijf naar tuincentrum gegaan?
Het tuinbouwbedrijf van de vader van Casper van Duijn,
Ko van Duijn, omvatte maar liefst drie verschillende
percelen, te weten 3 hectare aan de Wüstelaan, waar nu
woningen en de sportvelden van de Elta zijn, 1 hectare
aan de Kruidbergerweg ter hoogte van het station en 1
hectare aan de Biezenweg, waar Ko van Duijn woonde en
Casper in 1939 geboren is. De woning aan de Biezenweg
werd in 1943 gesloopt door de Duitsers, omdat deze in
het schootsveld van de Festung IJmuiden lag, waarna het
gezin een woning kon betrekken bij het bedrijf aan de
Wüstelaan.
In 1957 werden zowel de tuinen aan de Wüstelaan als de
grond aan de Kruidbergerweg onteigend vanwege wo
ningbouw. Gelukkig kon Ko aan de Biezenweg 1,5 hectare
grasland van zijn buurvrouw v.d. Peet kopen. De woning
aan de Biezenweg werd in 1961 herbouwd, zodat het be
drijf nu op één plek verder kon. Het bedrijf aan de Biezen
weg had ongeveer 2,5 hectare grond. Er werden groenten,
bloembollen en snijbloemen geteeld.
In de jaren '60 werd er in de tuinbouw en bollenteelt
steeds meer gemechaniseerd en daarvoor was dit perceel
te klein. Dat gold trouwens voor veel bedrijven in Sant
poort. Door de mechanisatie gingen de bollenprijzen om
laag en was het niet meer lucratief om de werkzaamheden
met de hand te doen.
Dit was de situatie toen Casper in 1971 het bedrijf van zijn
vader overnam. Uit nood ging hij afrikanen en petunia's
verbouwen en dat was het begin van het tuincentrum.
Een aantal jaren heeft hij nog geprobeerd om te telen via
een bollenbroeierij, dus met kassen, maar de gemeente
Velsen gaf geen toestemming voor het bouwen van kas
sen. Na lang soebatten kon hij uiteindelijk een kas bouwen
van 100m2. Maar ook dit was te kleinschalig om je brood
mee te verdienen. Langzaam stootte hij de bollen af. Een
tijd lang verbouwde hij nog wel snijbloemen, maar ook
die sector werd minder interessant door de toenemende
concurrentie uit het buitenland
Het tuincentrum liep daarentegen goed en groeide uit
eindelijk uit tot een bloeiend bedrijf met een uitgebreide
sortering in binnen- en buitengoed.
In 2001 droeg hij het bedrijf over aan zijn zoon Joost. Deze
heeft de stap gemaakt om het tuincentrum te verhuizen
naar de Rijksweg. In 2013 moest het bedrijf sluiten. De
economische crisis en de concurrentie van het kopen via
internet deden het bedrijf de das om.
Werken op het bedrijf
"Zodra je vingers konden bewegen", aldus Casper van
Duijn, gingen de kinderen meewerken op het bedrijf. In
de praktijk vanaf een jaar of zes. Dat gebeurde ook onder
schooltijd. Bijvoorbeeld in de tijd van de aardbeienpluk:
's ochtends vroeg, soms wel om 5 uur, begonnen zij met
plukken en ze gingen door tot ze klaar waren. "De school
was dan allang begonnen, het werd volkomen geaccep
teerd dat de kinderen pas om half 11 binnen kwamen." Ook
hielpen de kinderen met bollen pellen.
Vanaf school ging Casper bij zijn vader in het bedrijf. Het
was een volkomen natuurlijke gang van zaken. Als zoon
ging je bij je vader in het bedrijf.
Gemengd bedrijf
De bedrijven waren gemengde bedrijven. Naast bollen
werd er ook groente en fruit verbouwd, zoals sla, andijvie,
Het geboortehuis van Casper van Duijn aan de Biezenweg.
70