op komt. Op deze manier komt er een steriele laag, een
spitlaag vrij van ziektekiemen, bovenop te liggen, zodat de
kans op ziekten zo klein mogelijk wordt.
Alles is handwerk, er is nog nauwelijks mechanisatie voor
de oorlog. Het geld moet in de zomer verdiend worden,
met lange werkdagen en allerhande seizoenskrachten. In
die tijd krijgen kinderen 6 weken "aardbeienverlof" om
mee te helpen plukken.
Als in 1988 de groenteveiling in Beverwijk wordt opgehe
ven, stopt hij met de groenteteelt.
Jaap, die in 1938 is getrouwd met Coba Jansen, krijgt met
haar vier zonen: Willem, Bertus, Ben en Theo. Willem gaat
in het bedrijf van zijn vader werken. De andere drie zonen
gaan ieder een geheel andere kant op. Wat Jaap en zijn vier
zonen wel gemeen hebben is muziek: alle vijf waren en zijn
zij hun hele leven spelend lid van muziekvereniging Soli.
Jaap van zijn tiende tot zijn 91ste, ruim 80 jaar.
Willem Molenaar (1941-
Willem gaat zoals gezegd in het bedrijf bij zijn vader wer
ken, maar de spoeling is te dun om een volledig bestaan
te kunnen opbouwen, dus blijft het voor hem ook een
nevenactiviteit. Hij neemt, net als zijn vader Jaap, een vaste
baan aan, hij als internationaal vrachtwagenchauffeur.
Willem trouwt met Aaf Stam in 1967 en zij krijgen 3 kin
deren. De tweede zoon, Johan, is op dit moment degene
die het bedrijf van zijn grootvader Jaap voortzet. Zie pag.
48, afb. 9 voor afbeelding van drie generaties Molenaar
op het bedrijf.
Johan Molenaar (1969-
Al vroeg is het duidelijk dat Johan de aanleg en de interes
se heeft om het bedrijf van zijn opa Jaap over te nemen. Hij
volgt de MTuS (de Middelbare Tuinbouwschool) te Hoorn
en is sinds 1988 onder eigen naam actief. Behalve het oor
spronkelijk eigen stukje land aan het Spekkenwegje, pacht
hij nu zo'n 4 ha grond van de gemeente Velsen aan de
Santpoortse Dreef ter weerszijden van de HOV- bustunnel
ten oosten van de spoorlijn. Een langdurige pachtovereen
komst met de gemeente geeft hem vele jaren zekerheid
dat hij het bedrijf kan blijven uitoefenen (en dat dit stukje
grond niet benut zal worden voor het bouwen van huizen,
waardoor bijna alle agrarische grond in Santpoort is ver
dwenen). En hij kijkt ook voorzichtig om zich heen waar er
nog meer mogelijkheden zijn om wat grond bij te krijgen.
Het liefst wil Johan zich richten op de lokale markt door
zijn bloemen en planten
rechtstreeks te verkopen
aan de Santpoorters. Nu
gaan zijn snijbloemen
naar Flora Holland voor
de export en zijn bollen
naar handelsfirma M.
Thoolen, min of meer om
de hoek. Hij is dus deels
bloemenproducerend,
dit jaar vooral dahlia's
en gladiolen, en deels
vermeerderaar. Dat
laatste betekent dat de
bloem in het begin van de
bloei wordt gekopt, zodat
de groeikracht niet in de
bloei en zaadvorming gaat
zitten, maar naar de bol of
knol gaat, die zich vermeerdert.
In tegenstelling tot voorgaande decennia, is er nu meer
aandacht voor de opbouw van een weerbaardere grond
met een rijker bodemleven door aan een stevige humu-
slaag te werken. Dit doet een kweker o.a. door na de
oogst groenbemesters in te zaaien, zoals bijvoorbeeld
afrikaantjes(tagetes) en grassen. Deze leveren organische
voedingsstoffen en voorkomen tegelijk het verstuiven van
de teeltlaag.
Johan is optimistisch over het voortbestaan van het bedrijf.
Dat wordt mede mogelijk gemaakt doordat zijn vrouw
Irena Staschelska een volledige baan heeft: de combinatie
Bezig met het sorteren van de dahliaknollen voor verkoop en plantgoed 2017. Foto Outger Baron.
77
B V. - HQOGKARSPEL - 1993
V793QU3A - 9M3BN30f