rijke bewoners van landgoederen. Enkele voorbeelden:
in 1748 wordt een luxe categorie koopwaar geadverteerd:
"Op morgen den 14 September zal men ten huyze van
Jacobus van Veen, hospes in de Groene Valk, in de Sand-
poort buyten Haerlem, verkoopen, eenige schoone lange
Windhonden, Brakken en Spions. [Het gaat hier om drie
soorten jachthonden.] Dezelve zyn op de Verkoopdag te
zien."
In 1804 vinden we een voorbeeld van een van de talrij
ke verkopingen (op afstand) van agrarische producten:
"Men zal in de Herberg de Groene Valk, in de Sand-
poort, publiek verkoopen: eene groote Party GRASGE
WAS en ETGROENEN [etgroen "nagroen", tweede oogst
of snede grasgewas], van diverse landeryen, gelegen in
de Polder de Velserbroek, in de Meerweiden en Buyten-
dyken, alsmede in de Veenen en onder Noord-Akendam;
kan zeer gemaklyk te Water worden vervoerd."
Herbergiersechtpaar van verre
Uit de Amsterdamse ondertrouwregisters blijkt dat op 6
juli 1798 het huwelijk werd ingeschreven van de gerefor
meerde Abraham Snijders afkomstig van Bern in Zwitser
land en wonend [in de Weyman] aan de Zandpoort bo
ven Haarlem onder Velsen met Euphrozina Anspach van
Amsterdam, oud 30 jaren en wonend op de Heerengragt.
Euphrozina's vader was juwelier en Duits immigrant.
Herberg wordt slachterij
Een akte uit 1818 na overlijden van het slagersechtpaar
Cast-van Aken verklaart de overgang van herberg naar
slagerij. De akte vermeldt een afschrift van een transport-
brief "zijnde het bewijs van eigendom van een huis met
deszelfs stalling schuur en doorrij mitsgaders tuijn erve
en werve zijnde voorheen geweest een logement of her
berg genaamt de Groene Valck alwaar zedert eenige tijd
de vleeschhouwerij is geexecuteert staande en gelegen
in de Zandpoort onder Velsen belend ten oosten de Here-
weg op den 26ste April 1812 voor de notaris Gerlings
en getuigen en residerende te Haarlem en 4 Mei daaraan
volgende behoorlijk geregistreerd en overgedragen door
Euphrosina Anspach eerder weduwe van Abraham Snij
ders en thans huisvrouw en buiten gemeenschap van
goederen getrouwd met Jacobus van Braband". De koop
som bedroeg 1.400 gulden.
Wat de herberg tussen maart 1807 (overlijden laatste
herbergier Abraham Snijders) en april 1812 (verkoop aan
Gotlieb Cast) voor functies heeft gehad, is onbekend.
Wellicht tijdelijke verhuur als logement en koeien- en
paardenstal. Of misschien was Cast al betrekkelijk kort
na zijn huwelijk in 1807 hier vanuit Amsterdam neerge
streken? Zijn oudste dochter Susanna werd immers in
1809 of 1810 in Velsen geboren. Georg Gottlieb Cast was
dus de eerste permanente slager in het pand. Net als Eu-
phrosina's vader belandde hij op de draaischijf Amster
dam vanuit Duitstalig gebied. In de akte van ondertrouw
in 1801 van de 34-jarige Lutherse Cast met zijn eerste
echtgenote Anna Margaretha Machielse staat als plaats
van herkomst van de bruidegom "Bylsteyn bey Heilbron"
[stad aan de Neckar in Baden-Württemberg]. Dit huwelijk
was "gedissolveerd", toen in juni 1807 in Amsterdam zijn
ondertrouw met de Velsense Margaretha Magdalena
van A(a)ken werd geregistreerd. George Gottlieb woon
de toen "in de Dirk van Hasseltsteeg bij de Slager". De
toevoeging "bij de slager" betekende meestal als slagers
knecht in dienst van de slager en inwonend. De Velsense
schout-secretaris C.C. van Valkenburg had in 1807 het
huwelijk van zijn gemeentelid M.M. van Aken geaccor
deerd. Het ligt voor de hand dat het echtpaar enige tijd
na het overlijden van Abraham Snijders, waarschijnlijk in
1809, toen hun eerste kind in Velsen werd geboren, naar
de Zandpoort vertrok om er huurder te worden van de
voormalige Groene Valk en er een "slagtersaffaire" op te
richten. (Het was heel gebruikelijk dat middenstanders
hun winkel eerst huurden voordat zij het pand kochten.)
Margaretha Magdalena van A(a)ken was dochter van de
Velsense timmerman Barent van A(a)ken en van Susan
na Arnoux. Het echtpaar Cast-van Aken kreeg in Velsen
in 1809-1816 vijf kinderen, van wie er drie als zuigeling
overleden (in 1814 - 1817). De eerste twee kinderen, naar
grootouders aan moederszijde vernoemd, Barend en
Suzanna, waren wel levensvatbaar. Maar zij werden al
jong wees. In 1818 lezen we als eerste overlijdensadver
tentie: "Mijn geliefden Man GEORGE GOTLIEB CAST is
hedenmiddag, in den ouderdom van circa 54 Jaren [in
de overlijdensakte ondertekend door zwager Pieter Jo
zef van Aken en buurman van den Berg wordt gespeld
Godliep en wordt diens leeftijd aangeduid als "ruim 53"],
najaar 2018 Stichting Santpoort
28