De Köhlers van Duitsland naar Amsterdam naar Velsen Santpoort Op een onbekend tijdstip arriveerden twee broers Köhler uit zuidoost-Duitsland in Nederland, om precies te zijn in Amsterdam. Waren ze meegekomen met het Pruisisch bezettingsleger na het incident bij Goejanver- wellesluis (1787)? Of waren het gewone gelukzoekers, die niet allemaal als Hollandganger uit de Westfaalse grensstreken kwamen, maar ook uit veel verder gele gen Duitse vorstendommen. Hoe het ook zij, de broers Köhler kwamen beiden in het slagersvak terecht. Johan Christiaan Köhler had na zijn immigratie vanuit Bilsingsleben (in toenmalig Keurvorstendom Saksen, nu Bilzingsleben in Thüringen, noordelijk van Erfurt) tientallen jaren in Amsterdam doorgebracht en daar het slagersvak uitgeoefend. Volgens de koopakte van 1822 woonde hij al in Velsen voordat de koop gesloten werd. Gezien de concentratie van Duitse migranten en dito sla gers in Amsterdam zou hij met voorkennis via Johan Fre- derik Lettemeijer op zeker tijdstip na het overlijden van het echtpaar Cast-van Aken naar de Zandpoort gekomen kunnen zijn om daar als huurder in Huis nummer 105 het slagersambacht uit te oefenen. Wat op zijn eerdere komst wijst, is het feit dat hij nog geen twee maanden vóór de aankoop grootvader werd dank zij zijn oudste zoon Hendrig of Hendrik Christiaan, die op 9 oktober 1822 in Velsen een gelijknamige zoon krijgt. In de geboor teakte wordt alleen de achternaam van de boreling ge noemd. Moeder was Anna Bakker. Aangever was niet de vader maar de Velsense vroedmeester Joost van der Wis sel Tobiaszoon. Het kind werd gewettigd toen Hendrig in 1824 in Velsen trouwde met Johanna Petronella Bakker (dezelfde Anna). In de huwelijksakte staat in de marge geschreven: "En hebben de gehuwden terstond daarop [na hun jawoord] verklaard dat van hun een kind is gebo ren van het mannelijk geslagt zijnde op het register van den Burgelijken Stand dezer Gemeente van het jaar 1822 onder den naam Hendrik Christiaan Köhler ingeschreven welk kind zij voor hunnen zoon erkennen." Eerste generatie Köhlers in Amsterdam en Santpoort: Johan Christiaan De 39-jarige [Johan] Christiaan Köhler, Luthers, uit de Lin- denstraat in de Jordaan, huwde in april 1796 de 23-jarige gereformeerde Geertruij Hendriks. Johan Christiaan zet te met zijn Geertruij een slagerswinkel op touw. Zo vin den we via de inventaris van de Desolate Boedelkamer (Stadsarchief Amsterdam) een korte beschrijving van het faillissement van de ossenslagerswinkel van Christi- aan Köhler en Geertruij Hendriks in 1801. Faillissementen van kleine middenstanders kwamen heel frequent voor; meestal zette men de zaak of zaken kort na het "pleite" weer vrolijk verder. Johan Christiaan en Geertruij kregen al snel drie kinde ren, waarvan de middelste, Hendrig Christian, geboren in 1798, de tweede generatie van het slagersgeslacht Köhler in Santpoort aan de Hoofdstraat zou worden. Alle drie werden in de Noorderkerk gedoopt. Ze zouden hun moeder al jong verliezen. In 1809 werd de begrafe nis geregistreerd van Geertruij Hendriks, huisvrouw van Johan Christiaan Köhler. De weduwnaar bleef achter met de zorg voor zijn minderjarige kinderen, tot de verhuizing van het gezin naar de Zandpoort. In Johan Christiaan ontmoeten we de eerste van vier ge neraties slagers in Santpoort en Velsen, waarvan de eer ste drie op de locatie van de oude herberg. Johan Christiaan moet 62 geweest zijn toen hij in 1822 de slagerij in de oude herberg (huis no 105) in Santpoort aankocht. Gewoonlijk is dat een leeftijd waarop slagers de schaapjes op het droge hebben en van hun welver diende rust gaan genieten. Zoon Hendrik Christiaan werd bedrijfsleider in de slagerij. Stamvader Johan Christiaan sterft in 1840 op 80-jarige leeftijd. Tweede generatie in de Zandpoort: Hendrik Christiaan Köhler De echtgenote van Hendrik Christiaan, Anna Bakker, overleed al in 1826. Het echtpaar had, naast de gewet tigde Hendrik Christiaan Junior (1822-1905, sinds 1854 slager in Bloemendaal), nog een zoon Christiaan (1825 1909) gekregen, die in Santpoort bleef wonen. Hendrik Christiaan Senior trouwde na het overlijden van zijn eerste vrouw in 1826 al het volgend jaar te Amster dam, waar zij "dienstbaar" was, met de uit de Bomme- lerwaard (Nieuwaal bij Zaltbommel) afkomstige dienst- najaar 2018 Stichting Santpoort 30

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2018 | | pagina 32