krijgt de opdracht een tuin te ontwerpen in de Engelse Landschapsstijl. In 1924 maakt Bleeker een schets voor de indeling van de 47 hectare grond. Het landhuis zou op ongeveer een derde van de lengte centraal komen te liggen. Ervoor een formele tuin en eromheen en erachter een enorme bomenverzameling. De vele gebogen lijnen in de parkachtige tuin zijn typerend voor Bleeker. Door de crisis van 1929 kan Von Gimborn zijn plannen echter niet realiseren. Een deel van de grond verkoopt hij; er blijft 23 hectare over. Het landhuis kan vanwege geldproblemen niet gebouwd worden. Het originele ontwerp wordt aan gepast. Het Arboretum Gimborn wordt in 1965 verkocht aan de Universiteit Utrecht. In 2009 wordt het overgeno men door een particuliere stichting, die er een Nationaal Bomenmuseum van maakt. Het museum is befaamd vanwege de bijzondere collectie bomen en struiken. De Nederlandse Tuinenstichting noemt het een uniek voor beeld van Bleekers werk.3 Ik neem contact op met het museum, omdat ik benieuwd ben naar wat er over is van het originele ontwerp. Directeur Wilbert Hetterscheidt schrijft mij dat in ieder geval een deel van Bleekers plan nen is uitgevoerd. Bepaalde hoofdpaden, die in schel penmotief zijn aangelegd, zijn er deels nog. Wel is duide lijk dat deze paden, door de verkleining van het project, soms aan de rand van het huidige arboretum opeens afbuigen om binnen de grenzen van het terrein te blij ven. De zichtlijnen zijn moeilijker te onderscheiden, maar dat is ook te verklaren door negentig jaar bomengroei en nieuwe 'aanplantfilosofiën' van de Utrechtse Universiteit na Von Gimborns dood. De directeur heeft niet de indruk dat Bleeker betrokken is geweest bij de aanpassingen na de crisis, want dan zou er meer logica in het ontwerp zijn overgebleven. Het museum heeft het originele ontwerp van Bleeker in zijn bezit. Tot slot Hier eindigt mijn zoektocht naar Gerard Bleeker. In Sant poort zelf is helaas niet veel meer van hem te vinden. Maar het is mij duidelijk geworden dat de Santpoortse tuinarchitect Gerard Bleeker meer dan lokale betekenis gehad heeft, zowel door de artikelen die hij geschreven heeft, als door de vele tuinen en parken die hij ontwor pen heeft of waar hij aan de aanleg meegewerkt heeft. Met dank aan: VictorienJansen Bronnen: Informatie W.Hetterscheid- directeur Nationaal Bo- menmuseum Doorn. Bleeker, G. Tuinkunst (Alkmaar, 1950). Blok, E. De Nederlandse Tuinarchitectuur III. Jongere Tuinkunst 1900-1940 (Amsterdam, 1992). Limperg, K. e.a. 'Openluchttheaters' in De 8 en de Op bouw nr. 4-5 (februari 1939) 31-52. Noord Hollands Archief. Bevolkingsregister Velsen. Oldenburger, C.S. e.a. Gids voor de Nederlandse tuin en landschapsarchitectuur deel 3 West (Rotterdam, 1998) Digitaal: www.bomenmuseum.nl www.tuinenstichting.nl/publicaties/studies http://library.wur.nl/WebQuery/tuin/38 36321/34606/34604/34603/34602/34601/29991 3 www.tuinenstichting.nl/publicaties/studies najaar 2018 Stichting Santpoort 50

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2018 | | pagina 52