De Generaal Kampioen is diegene, die na afloop van het
vliegseizoen de meeste punten heeft verzameld.
Oost west, thuis best
Een duif wil zo snel mogelijk terug naar huis. De snel
heid op de terugreis wordt opgevoerd door het zg. we
duwschap, een veel toegepaste methode. De doffers en
duivinnen worden de hele week van elkaar gescheiden
gehouden en ook trainen ze afzonderlijk. Vlak voor het
inkorven, bijvoorbeeld op vrijdagavond als er wordt in-
gekorfd, worden de paren nog zo'n kwartiertje bij elkaar
gelaten en daarna apart van elkaar, doffers bij doffers
en duivinnen bij duivinnen, in de aluminium wedstrijd
boxen gedaan. Na thuiskomst mogen ze dan een paar
uur bij elkaar, waarna ze weer gescheiden worden voor
de rest van de week totdat ze worden ingekorfd. Dit sys
teem gaat ervan uit, dat de duiven na een paar keer - ook
bij trainingen gaat het zo - weten, dat hun wederhelft op
ze wacht en daarom vliegen ze sneller.
Bij het nestspel is het nest, met eieren of met jongen, de
drijfveer en ook hiermee kunnen goede resultaten wor
den behaald.
Beide geslachten doen mee. Het blijkt dat doffers, de
mannetjes, sneller zijn op de korte afstanden en de dui-
vinnen geschikter zijn voor de verre afstanden, omdat zij
taaier blijken.
Nachtvluchten bestonden er vroeger niet, omdat duiven
last hebben van nachtblindheid en zich in het donker niet
kunnen oriënteren. Tegenwoordig vliegen ze 's nachts
wel door, omdat de doorgaande snelwegen zo helder
verlicht zijn, dat ze deze gemakkelijk kunnen volgen en
niet verdwalen.
Vliegen bij slecht weer wordt zoveel mogelijk vermeden.
Is het slecht weer op de losplaats, dan blijven de duiven
in de korven tot het weer verbetert; ook kan het gebeu
ren, dat ze helemaal niet worden gelost en ingekorfd mee
teruggaan en dan pas op korte afstand van het hok, in
ons geval Santpoort, worden losgelaten.
Zo meldt de voorzitter A. Tabernal tijdens de Jaarver
gadering op 14 maart 1957, dat in het vorige seizoen de
duiven vaak twee a drie dagen langer in de korf moesten
worden gehouden vanwege het slechte weer.
Vroeger, toen de weersvoorspelling nog in de kinder
schoenen stond, zaten de duiven inderdaad weleens drie
a vier dagen in de manden op de losplaats vanwege het
slechte weer. De enige manier om te weten hoe het weer
op de vlieglijn, was door meerdere liefhebbers langs de
lijn op te bellen en te vragen hoe het weer ter plaatse
was. Nu is op internet alle informatie te vinden over het
weer langs de gehele vlieglijn.
Als de weerberichten daartoe aanleiding geven, wordt de
vlucht uitgesteld.
Hoe vinden de duiven de weg terug?
Nog steeds is niet ontdekt hoe vogels over langere af
standen hun weg vinden weten te vinden. Aangenomen
wordt dat ze zich oriënteren op zicht, geur, wind, infrage-
luid, zwaartekracht, de zon of aardmagnetisme. Als zich
daarin verstoringen voordoen, kunnen ze zich niet meer
goed oriënteren.
Postduiven die aan wedstrijden meedoen, worden daar
voor getraind. Het training begint 1 a 2 maanden voor
de start van het wedstrijdseizoen. De duiven moeten
uithoudingsvermogen kweken en ervaring opdoen. Ze
beginnen met elke dag rondjes boven hun hok te vliegen.
Als ze het thuishok goed weten te vinden, worden ze
ingekorfd en om te beginnen op ongeveer 5 km afstand
gelost.
Vanuit Santpoort begint men vaak op de hoek van de
Vlaamseweg in Haarlem. Als dat goed gaat, is de volgen
de afstand bij voorbeeld Noordwijk. De training wordt
opgebouwd tot over zo'n afstand, dat ze in principe de
rest van de weg naar huis zelf kunnen "uitvogelen". Som
mige eigenaren brengen ze ook nog naar een plek boven
het kanaal, omdat ze in hun haast soms te ver vliegen en
zodoende ook vanuit het "onbekende noorden" snel de
weg terug kunnen vinden.
Soms weten de duiven echt de weg niet meer: dan slui
ten ze zich aan bij een ander groepje of blijven ze ergens
hangen bij stadsduiven. Ook vliegen ze onderweg tegen
elektriciteitsdraden of verongelukken in het verkeer.
Vroeger en ook tegenwoordig weer worden ze regelmatig
het slachtoffer van roofvogels, met name van de slecht
valk. In 2016 is er een petitie gestart om het uitzetten en
ophangen van nestkasten voor roofvogels te beperken in
aantal en gebieden, tot nu toe met weinig resultaat. Al
leen een gedeputeerde in Noord-Brabant heeft bepaald,
dat er niet meer nestkasten mogen bijkomen.
Inmiddels zijn er duivenliefhebbers gestopt vanwege de
roofvogeloverlast. Onder de KPN-toren in de Waarder-
najaar 2018 Stichting Santpoort
56