Een stem in de politiek
Annette Koster
De Afdeeling Santpoort van de Nederlandsche Bond voor Vrouwenkiesrecht
"Hoe bespottelijk en naar dat de vrouwen niet mo
gen stemmen", schreef de Santpoortse Henriëtte de
Clercq-Teding van Berkhout in juni 1913 in haar dagboek.1
Het zou nog zes jaar duren tot vrouwen passief én
actief kiesrecht kregen. Om dit recht te krijgen is
vele tientallen jaren een hevige strijd gevoerd. Dit
is komend jaar dus 100 jaar geleden. Een mooie
aanleiding om te onderzoeken of ook Santpoort-
se vrouwen zich in deze strijd gemengd hebben.
Voor we onze blik specifiek op Santpoort richten, kijken
we eerst hoe landelijk de beweging voor (vrouwenkies
recht ontstond en zich ontwikkelde.
Het ontstaan van de moderne vrouwen
beweging in Nederland
Onder invloed van sociaaleconomische veranderingen
als de industrialisatie en de groei van de middenklasse
ontstond in de tweede helft van de negentiende eeuw in
veel landen, zo ook in Nederland, de vrouwenbeweging.
Vrouwen vroegen om toelating tot het onderwijs, recht
op arbeid en juridische gelijkheid. Steeds meer groeide
de overtuiging dat om deze doelen te bereiken, vrouwen
kiesrecht moesten krijgen. Zij zouden moeten deelne
men aan vertegenwoordigende organen en aan het be
stuur. Daarom richtte de strijd zich aan het eind van de
eeuw steeds meer op politieke rechten voor vrouwen.
Vrouwen organiseren zich voor het kiesrecht
In 1894 werd de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht
(VvVK) opgericht. Men wilde vrouwen uit alle poli
tieke en godsdienstige richtingen verenigen op één
doelstelling: het vrouwenkiesrecht. Mannen waren
ook welkom, maar konden geen functies bekleden.
Aanvankelijk was het een kleine vereniging,
maar na 1900 nam het ledental toe. Van
1903 to 1919 was Aletta Jacobs presidente.
In 1907 ontstond er een scheuring. Enkele vooraanstaan-
de leden stapten op en richtten de Nederlandsche Bond
voor Vrouwenkiesrecht (BvVK) op. De Bond streed ook
voor het verkrijgen van kiesrecht, maar richtte zich daar
naast op educatie. Dit was noodzakelijk om vrouwen
voor te bereiden op deelname aan het openbare leven.
Daarnaast kregen binnen de Bond mannelijke leden de
zelfde rechten als vrouwen, zij konden ook zitting nemen
in het Bestuur. Behalve dat de Bond zich op een breder
terrein wilde richten, werd er anders gedacht over neu
traliteit. Neutraliteit, niet gebonden zijn aan een politieke
partij of stroming, was een heikel punt binnen de vrou
wenbeweging. Ook de Vereeniging wilde neutraal zijn,
maar doordat zij tamelijk radicale standpunten innam,
voelden sommige voorstanders van vrouwenkiesrecht
uit meer conservatief liberale of christelijke kring zich
er niet thuis. De Bond wilde alle voorstanders van het
vrouwenkiesrecht verenigen, ook hen die slechts 'heel
kleine stapjes' wilden maken. De Bond was ook gema
tigder in haar optreden naar buiten. Aan demonstra
ties deed men niet: demonstraties waren 'militant'.2
De Bond bleef het kleinere zusje van de Ver
eeniging voor Vrouwenkiesrecht. In 1916 had
de Vereeniging 22000 leden en de Bond 8000.
1 Henriëtte de Clercq, Herinneringen uit ons leven sinds ons huwe
lijk 1874-1918 privé-uitgave, 32.
I IAAT MU BINNeN - IK BRENG NIEUW LICHT P-—
v
2 De leden van de Bond wilden absoluut niet vereenzelvigd worden
met de Engelse suffragettes, Engelse strijdsters voor kiesrecht die
steeds radicaler werden. Ze organiseerden grote demonstraties,
ketenden zich vast aan het hek van het parlementsgebouw. Later
richtten sommigen vernielingen aan om arrestaties uit te lokken. Het
betekende dat de Bond niet meedeed aan landelijke demonstraties
e.d., die in de periode 1910-1917 steeds meer georganiseerd werden en
waaraan tal van organisaties deelnamen.
NED. BÖNOVOOn
3
Stichting Santpoort najaar 2018