41 3 sq. den. En al 4 maand later, op 16 mei 1993, is de officiële opening van het compleet vernieuwde gebouw en kan het seizoen gewoon in het eigen clubgebouw worden gestart. Er volgen daarna regelmatig verbeteringen, zoals gas kachels, die later zijn gevolgd door centrale verwarming vanwege "de schimmellucht en de paddestoelen op de wanden". Door schade wijs geworden zijn de verzekerde bedragen met regelmaat drastisch verhoogd. Sindsdien heeft het gebouw geen noemenswaardige ver anderingen ondergaan. Organisatie wedstrijden Het wedstrijdseizoen loopt van begin april tot medio sep tember. Jaarlijks wordt door de Afdeling, na overleg met de ver enigingen, een vluchtprogramma vastgesteld, te begin nen met de Vitessevluchten, daarna de Midfond-, de Dagfond-, de Jongeduiven- en de Overnachtfondvluch- ten en de Natour De Natour is het toetje. Daarop mogen zowel de oude als de jonge duiven in hetzelfde concours worden "ge speeld". Bij veel duiven is om die tijd de rui ingetreden, waardoor ze "ruiziek"zijn en dus minder gemotiveerd. De routes zijn overwegend van het zuidwesten naar het noorden. Het is de overheersende windrichting, dus de duiven hebben het over het algemeen gemakkelijker: ze halen hogere snelheden en er raken minder duiven zoek in vergelijking met oost-west lopende of andere routes. Het inkorven en constateren in het verleden Ging vroeger alles handmatig, nu is vrijwel de gehele pro cedure geautomatiseerd. Vóór de automatisering ging het als volgt: Alle duiven dragen een vaste, geregistreerde voetring. Elke ring heeft een nummer, dat wordt opgetekend door de Ringen-Administrateur, die er ook een eigendoms bewijs op papier bij afgeeft. Dit papier is een soort pas poort, het blijft bij de duif en degene die dit papier heeft, wordt beschouwd als de rechtmatige eigenaar. Als een duif zoekraakt, kan de eigenaar worden opgespoord. Dikwijls zijn op het eigendomsbewijs ook de namen en ringnummers van de ouders vermeld, wat handig is bij het verder kweken. In de beginjaren van de vereniging is de wedstrijdproce dure nog erg omslachtig: Naast de vaste ring krijgen de duiven voor elke wedstrijd een nieuwe gummiring om, die met een ringentang om de poot van de duif wordt geschoven. Op de inkorflijst, die de eigenaar van te voren heeft ingevuld, wordt door de inkorfcommissie achter het ringnummer van de be treffende duif het nummer van de gummiring ingevuld. Demonstratie van het gebruik van een oude ringentang, die deel uitmaakt van de verzameling oude voorwerpen van Snelle Wieken. Als de duif na de vlucht bij het hok aankomt, moet de duivenhouder zo snel mogelijk constateren: de gummi- ring te pakken zien te krijgen, deze in de wedstrijdklok stoppen en een afslag maken, d.w.z. zodanig doordraai en dat het volgende buisje met ring in de klok kan wor den gedaan. Daarbij komt op een papieren band in de klok de tijd van de afslag te staan. Als alle duiven binnen zijn, moet hij zijn klok naar het inkorflokaal brengen. In het clubgebouw worden bij het "uitslaan"van de dui- venklokken de papieren banden en de gummiringen uit de klok gehaald. Gediplomeerde klokkenregelaars lezen de tijden uit en vullen ze in op de inkorflijsten. Het gebruik wordt in de loop der jaren aan steeds meer regels gebonden: een jaarlijkse keuring, de papieren ban den een tijd bewaren, en een ring, die in de klok verscho ven is, buiten de wedstrijd houden, het tijdstip van het melden van de eerste duif, enz. Een metalen plaatje met de gegevens van de duif, dat al na een week als ring om de poot van de duif werd gedaan 59 Stichting Santpoort najaar 2018 ilium" Foto: Lieke Baron Bron: Gedenkboekje 10 Jaar HPB

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2018 | | pagina 61